1) Inleiding
Wat is arbeidsrecht?
= verhouding tussen burgers onderling, met name arbeidsverhouding tussen:
• Werknemer (WN) en werkgever (WG) → individueel arbeidsrecht
• Weknemers en werkgever(s) → collectief arbeidsrecht
sociaal recht
= privaat recht
= contractsvrijheid, gelijkwaardigheid van contractspartijen
- Contractsvrijheid: je hebt de vrijheid om al dan niet een Arbeidsrecht
contract aan te gaan & bent vrij om te kiezen waarover
je een contract sluit Socialezekerheidsrecht
o Beperkingen in contract: mag niet in strijd zijn
met de regels van dwingend recht en niet van
afwijken (maar kan wel afwijken van regels van
aanvullend recht)
MAAR!! contractsvrijheid kan genuanceerd worden
- Veel dwingend recht in het arbeidsrecht→ indien je je niet aan de regels houdt, volgt er
een sanctionering
- Collectief arbeidsrecht als extra/eigen bron van recht (CAO)
o CAO: een schriftelijke overeenkomst waarin afspraken over
arbeidsvoorwaarden staan. Bijvoorbeeld over loon, toeslagen, betaling van
overwerk, werktijden, proeftijd, opzegtermijn of pensioen. Een cao geldt
voor een grote groep mensen.
▪ Valt ook deels onder dwingend recht
Dwingend recht
= regels waar nier van mag afgeweken worden
Aanvullend recht
= als je iets voorzien hebt in de ovk kan je het arbeidsrecht gebruiken om aan te vullen
Collectief arbeidsrecht
Heeft meestal hetzelfde effect als dwingend recht
Hoe weet je nu of het dwingend of aanvullen recht is?
→ Kijken naar de wettekst, niet duidelijk? → Rechtspraak
Sociaal zekerheidsrecht
= verhouding tussen burger en overheid met name rechten op sociale zekerheid die burger
kan inroepen/opeisen tegenover de overheid ingeval van “sociale risico’s”
= eenzijdigheid, dominantie van overheid
,Waarom voor iedereen dezelfde regels?
Gelijkheid voor alle burgers (geen ‘vriendjespolitiek’)
Iedereen die in dezelfde situatie zit moet hetzelfde betalen en wordt hetzelfde
behandelt
Als je iedereen vrijstelling zou geven van de SZ, zou er geen inkomen zijn voor de
overheid en kunnen verschillende sociale risico’s niet verzekerd worden (pensioen,
werkloosheidsuitkering…)
2) Ontstaan van het arbeidsrecht
In de 19e eeuw werd er van loonarbeid de overheersende tewerkstellingsvorm gemaakt
- Loonarbeid= een contract tussen de werkgever en werknemer (er is een
contractuele relatie)
Doordat enige bron van inkomen was toen, was er grote ongelijkheid tussen werkgevers
en werknemers, de miserabele werk- en levensomstandigheden van het werkvolk
→ Sociale onrust, de sociale kwestie, opkomst van het socialisme
→ Verplichten overheid tot het maken van extra regels ter bescherming van de werkende
klasse
GEVOLG: HET ONTSTAAN VAN DE SOCIALE KWESTIE! (= de miserabele werk- en
leefomstandigheden van het werkvolk)
Uiteindelijk ontstonden er sociale wetten die de goede werk- en leefomstandigheden
waarborgden van de werknemers
DUS
Arbeidsrecht is:
1) Uitzonderingsrecht ten opzichte van het burgerlijk recht
= het heeft zijn eigen regels nodig (niet afhankelijk van BR, maar indien je geen
oplossing vindt in AR, kan je terugvallen in BR)
2) Beschermend recht voor de werknemer → art. 6 WAO1
= doel AR: zwakkere onderhandelingspartij in een arbeidsrelatie te beschermen (WN)
1
WAO = arbeidsovereenkomstenwet
,1 Juridische tewerkstellingsvormen
In je levensonderhoud voorzien → betaald werken
Verschillende manieren mogelijk → verschillende juridische tewerkstellingsvormen (=
sociale statuten) met eigen logica, kenmerken, voor-en nadelen
2 onderscheidingscriteria:
- Werk je onder gezag of niet?
- Werk je voor een publiek of privaat persoon?
1.1 Eerste onderscheid: eigen baas of niet?
Werken als:
- zelfstandige
- dienstverband
Onderscheid ligt in juridisch element GEZAG
Zelfstandige
• Ervaart geen gezag
• Meerdere klanten: “overeenkomsten van aanneming” → burgerlijk en handelsrecht
Door wetgever als zelfstandigen beschouwd:
- Mensen die winst maken met een nijverheids-, handels- of landbouwbedrijf
- Bestuurders van vennootschappen; beoefenaars van vrije beroepen
In dienstverband
• Voor één werkgever (en voor langere tijd)
• Tijdens uitvoering van werk onderworpen aan instructies van werkgever
UITZONDERINGEN!!
Sommige beroepen → zowel in dienstverband als zelfstandige mogelijk
Er is ook de combinatie mogelijk (vb.: zelfstandig in bijberoep)
1.2 Tweede onderscheid: arbeidsovereenkomst of statuut?
WERKGEVER <-----> WERKNEMER (arbeidsovereenkomst)
a) In dienst van een privépersoon (= onderneming of natuurlijk persoon)
• Verbonden door een arbeidsovereenkomst → sociaal recht
• Sprake van ‘werkgever’ en ‘werknemer/loontrekkende’
• Onderworpen aan de WAO van 3 juli 1978
Wordt nog verder onderscheid gemaakt:
- Arbeiders
- Bedienden
- Handelsvertegenwoordigers
- Dienstboden
, b) In dienst van de overheid (= publiek persoon)
OVERHEID -----> AMBTENAAR (statuut/rechtspositieregeling)
• Verbonden door een statuut of rechtspositieregeling
• Sprake van (statutaire) ‘ambtenaren’
• Krijgen een benoeming of aanstelling
Tewerkstelling is statutair
= rechten en verplichtingen van het overheidspersoneel worden niet vastgelegd in AO2
maar wel bepaald door een vooraf bij wet of reglement vastgestelde
rechtspositieregeling of statuut
Statuut wordt eenzijdig opgelegd en kan enkel eenzijdig worden gewijzigd!
UITZONDERING:
Er bestaat ook contractueel overheidspersoneel (mensen die op basis van een
arbeidsovereenkomst voor de overheid werken)
→ Enkel voor welbepaalde taken of redenen + verbonden door WAO i.p.v. statuut
Wordt vaak niet correct toegepast
Bv. in het begin contractueel aangeworven maar dan vergeten vast te benoemen
Samenvattend:
2
AO = arbeidsovereenkomst
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller febedecraene. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.68. You're not tied to anything after your purchase.