De samenvatting bestaat uit 3 delen:
- Een document dat de daadwerkelijke samenvatting is: epithelen, bindweefsels, spierweefsel, zenuwweefsel, smaak, oog, oor, reuk, bloed, integument en microscopie (volledig dus)
- Een document van 'Cell and tissue ultrastructure' : alle hoofdstukken die we moe...
- Bedekken het lichaamsoppervlak
- Lijnen holten en kanalen af
- Vormen klieren
We onderscheiden:
- Bedekkende epithelen
- Klierepithelen
- Gespecialiseerde epithelen
Algemene kenmerken
- Beschermende functie
- Ondoordringbaarheid dankzij stevige intercellulaire verbindingen
- Uitwisseling van stoffen met de omgeving
- Lage hoeveelheden extracellulaire matrix (LM)
- Nauwe spleten (20-50 nm) met intersistiële vloeistof (difussie) (EM)
- GEEN bloedvaten → via difussie voedingsstoffen en zuurstof vanuit de haarvaatjes van onderliggend BW
- Definitie epithelen: Avasculair en bijna volledig cellulair aggregaat van cellen die gespecialiseerd zijn in
absorberende, secretorische, beschermende of sensorische activiteiten.
- Oude of beschadigde cellen vervangen: celdeling, mate van celdeling = mitotische activiteit
→ Delende cellen zitten weg van mogelijke beschadiging in basale lagen of stamcelniches
- Metaplasie = Onder bepaalde omstandigheden kan een epitheeltype zich omvormen tot een ander type
→ vb. Respiratorisch epitheel: veel wrijving → meerlagig verhoornd epitheel
- Carcinoom = Kwaadaardige tumor van epitheliale oorsprong
- Adenocarcinoom = Kwaadaardige tumor van klierepitheel
De epitheelcel
Cytoskelet: keratine
- Epitheelcellen in vertebraten produceren keratine-eiwitten
- Keratine-eiwitten zijn in staat om intermediaire filamenten (keratinefilamenten) te vormen
- Keratinefilamenten bepalen de morfologie van het cytoskelet en kunnen verenigen tot tonofilament
bundels
→ Belangrijkste rol: keratinisering en verhoorning
Celpolariteit en celdomeinspecialisaties
- Gepolariseerd: ‘vrij’ apicaal domein, lateraal domein, basaal domein
→ lateraal – en basaal domein: gelijkaaridge kenmerken = basolateraal domein
- Plaats waar zonula occludens voorkomen (tight junctions): scheiding van apicale – en basolaterale domein
- Apicale domein: eiwitten, belangrijk voor uitwisseling van water, elektrolieten en moleculen met de
omgeving + oppervlaktespecialisaties: microvilli, cilia, stereocilia
- Laterale domeinen: Celjuncties, ter hoogte van desmosomen (macula adhaerens) zijn er specifieke
transmembranaire cel adhesie moleculen (CAM’s) die in de intercellulaire ruimte aan elkaar binden. Ter
hoogte van cytoplasma van naastliggende cellen: hechtingsplaten (desmosome plaques) die verbonden
zijn met keratinefilamenten.
→ Stevige vorm van epithelen
- Basale domein: gericht naar basaalmembraan (LM)
- (EM) lamina basalis: lamina densa en lamina lucida (tss membraan van epitheelcellen en lamina densa)
→ Meer dan 50 verschillende eiwitten: collagenen, lamininen, glycoproteïnen en proteoglycanen
→ gesecreteerd door epitheelcellen zelf
→ grootste gedeelte: IV collageen, VII collageen: vorming verankerde fibrillen: hechten lamina basalis aan
lamina reticularis
- Lamina reticularis: III collageen (reticulaire vezels) → geproduceerd door bindweefselcellen
1
,- Lamina basalis: hechtende functie, regulerende functie nr celdelingsactiviteit en celdifferentiatie toe, dr
mogelijke binding van groeifactoren
- Beschadiging: epitheelcellen verschuiven over basaalmembraan om schade te herstellen
- Epitheelcellen: stevig vastgehecht aan lamina basalis dr hemidesmosomen
Indeling van de epithelen
Functies van bedekkende epithelen
- Bescherming tegen fysische en chemische agentia
- Relatie met de buitenwereld
- Resorptie
- Secretie
- Excretie
- Steun en verdediging
- Plasticiteit en regeneratie
Indeling van bedekkende epithelen
- Ingedeeld naargelang vorm en aantal cellagen
- Apicale oppervlak: alle cellen polygonaal
- Doorsneden loodrecht op het oppervlak: plaveiselcellen, kubische cellen, cilindrische cellen
- Plaveiselcellen: ovale kern, langste as // basaalmembraan
- Kubische cellen: ronde kern
- Cilindrische cellen: ovale kern, langste as loodrecht op basaalmembraan
Eenlagige epithelen
- Op plaatsen waar het van belang is dat opname en afgifte van stoffen op een efficiënte manier kan
gebeuren
- 1 laag cellen
- Eenlagig plaveiselepitheel, eenlagig kubisch epitheel, eenlagig cilindrisch epitheel (meestal ook
oppervlaktespecialisaties)
- Eenlagig epitheel dat bloedvaatje aflijnt = endotheel
- Eenlalgig epitheel dat pleuraholte en buikholte aflijnt = mesotheel
→ Grenzen niet aan buitenwereld
→ Hebben een aantal BW-eigenschappen: van belang vr pathologie
- Pseudomeerlagig epotheel: cellen verschillen sterk van vorm, kernen op verschillende hoogten, MAAR alle
cellen rusten op basaalmembraan
Meerlagige epithelen
- Vorm van de laag, het meest aan de opp, bepaalt de naam
- Enkel de basale laag (stratum basale) rust op basaalmembraan
- Meerlagig kubisch epitheel enkel in afvoergangen van klieren
- Meerlagig plaveiselepitheel:
o Laag van kubische cellen via hemidesmosomen aan lamina basalis gehecht = basale laag: bevat
stamcellen die cte delen
→ Duwen de meer oppervlakkige cellagen nr boven: vernieuwing van het epitheel
o Bovenop: verschillende lagen van veelhoekige cellen, raken lamina basalis niet, platten steeds
meer af naarmate ze opschuiven richting epitheeloppervlak
o Verschillende cellagen zitten vast via desmosomen
o Keratinefilamenten → keratinocyten
o Laagje net boven stratum basale (stratum spinosum): keratinocyten bundelen tot tonofibrillen
o Vanuit perinucleaire regio maken tonofibrillen contact met desmosomen, epitheelcellen in deze
laag stevig verbonden
→ intercellulaire ruimten aanwezig
o Keratinisering door steeds meer opstapeling van keratinefilamenten en hun associaties met
bepaalde eiwitten en enzymes
- Onverhoornd meerlagig plaveiselepitheel: opp vochtig, stratum superficiale uit levende cellen
- Verhoornd meerlagig plaveiselepitheel: opp droog, stratum corneum van dode cellen
2
,- Stratum lucidum: enekl bij sterk verhoornde epithelen
- Bovenop stratum spinosum: cellaag waarvan epitheelcellen granulen bevatten met lipidenrijke inhoud
(membrane coating granules; Odland bodies).
→ lipidenrijke inhoud via exocytose in intercellulaire ruimte: vorming waterafstotend laagje
→ Water en nodige voedingsstoffen kunnen de bovenliggende cellagen niet meer bereiken
→ Sterven af
- In cellen met lipidenrijke inhoud: keratohyaliene korrels
→ Bevatten het eiwit filaggrine, komt tussen bij aggregatie van tonofilamenten en houdt water vast
→ Ter hoogte van stratum corneum: cellen nagenoeg volledig gevuld met gecrosslinkte tonofilamenten
→ Deze laag: stratum granulosum (boven stratum spinosum)
- In keratinocyten: ter hoogte van binnenste celmembraan hechting eiwitten
→ Vormen een ondoordringbare barrière (cornified envelope) voor water en voedingsstoffen
→ Celdood in bovenliggende cellagen versneld: geen celkernen meer
Overgangsepitheel
- Meerlagig epitheel
- Ontspannen toestand: tiental cellagen met kubische cellen van variabele vorm
- Spanning: Cellen worden plaveisel en neemt het aantal cellagen af
- Meest oppervlakkige laag: bestaat uit paraplucellen die meerdere onderliggende cellen afdekken en niet
op de lamina basalis rusten
- Begrenzing urineleider, urineblaas, urinebuis → urotheel
- Stratum basale, stratum intermedium, stratum superficiale
Klierepithelen
Functies
- Secretie (vergt veel energie)
- Eencellige / meercellige klieren
- Indeling gebaseerd op: ontstaanswijze, bouw, secreet, secretiewijze
- Ontstaan: Epitheelcellen van bedekkende epithelen profileren en groeien in, in het onderliggende BW
- Exocriene klieren: secreet via afvoergangen nr buitenwereld
- Endocriene klieren: verbinding met oorspronkelijk epitheel gaat verloren en secretieproducten komen
terecht in extracellulair vocht → bloedbaan
Exocriene klieren
- Sommige afvoergangen zijn in staat om de samenstelling van het secreet te wijzigen (bv. speekselklier)
- Indeling naargelang de algemene morfologie: meercellige exocriene klieren worden geklasseerd op basis
van het secretoir gedeelte + op basis van vorm en complexiteit van afvoergangen
→ Mogelijke vormen kliercelgroep:
o Tubulair (buisvormig)
o Acinair (trosvormig)
- 1 afvoergang = enkelvoudig
- Samengestelde exocriene klieren: afvoergangen vloeien samen → boomvormig vertakt systeem
- Actieve melkklieren zijn samengesteld alveolair
- Indeling naargelang het geproduceerde secreet:
o Sereuze kliercellen:
▪ Aminozuren worden opgenomen ter hoogte van de basale kant
▪ Aanmaak eiwitten ter hoogte van RER
▪ Door grote hoeveelheden RNA: basale gedeelte basofiel (LM)
▪ Verpakking eiwitten dr GA → ronde eiwit-bevattende secretiegranula stapelen zich op
ter hoogte van het apicale gedeelte van de kliercellen
▪ Eiwitten worden vrijgesteld door gereguleerde exocytose
▪ Duidelijke ronde kern (basale celgedeelte)
▪ Sereuze kliercellen groeperen vaak in acini
o Muceuze kliercellen:
3
, ▪ Muceus secreet dat voornamelijk uit glycoproteïnen bestaat met relatief hoog gehalte
aan suikergroepen
▪ Vr aanmaak van glycoproteïnen = uitgebreid RER nodig aan de basale kant
▪ Apicale celgedeelte: gevuld met secretiegranulen → dr exocytose nr lumen van
klierdeeltje worden afgegeven
▪ Enorme hoeveelheid aan secretiegranule → kern en celorganellen weggedrukt aan
basale kant
▪ Kunnen voorkomen als onderdelen van meercellige klieren
▪ Je vindt ze vaak terug als tubuli
- Indeling naar gelang secretiewijze:
o Merocriene (eccriene) klieren:
▪ Scheiden secretieproducten uit via apicale plasmamembraan
▪ Cel wordt niet beschadigd
▪ Proces vergelijkbaar met exocytose
▪ Continue secretie mogelijk (meestal)
o Apocriene klieren:
▪ Verzamelen secretieproducten nabij de top (apex)
▪ Snoeren het uitgestulpte, apicale deel in zijn geheel af
→ Cel verlies deel van het cytoplasma en plasmamembraan
▪ Herstel = vlug
▪ Continue secretie mogelijk
▪ Bv. actieve melkklier
o Holocriene klieren:
▪ Secretieproducten opgestapeld binnen de cel
→ Openbarsten
▪ Ter hoogte van basaalmembraan: stamcellen
▪ Naarmate de cellen naar het midden van de klier migreren, zal secretieproduct
opstapelen en gaan de cellen dood
Endocriene klieren
- Scheiden secretieproducten (hormonen) af in intercellulair vocht
→ direct opgenomen in bloedbaan → naar alle delen van het lichaam vervoerd
- Kliercellen vaak als strengen georganiseerd (bijnieren), rondom holtes (schildklierfollikels), of in groepjes
(Leydigcellen)
- Rondom de kliercellen, kleine hoeveelheden BW waarin bloedvaatjes voorkomen
- Secreet wordt vrijgesteld door strict gereguleerde exocytose
- Eiwit-bevattende secretiegranula
- Afhankelijk van het orgaan: specialisaties
Gespecialiseerde epithelen
- Sensorische taken
- Gespecialiseerde epitheelcellen = zenuwcellen
- Gespecialiseerde epitheelcellen kunnen ook voorkomen in bedekkend epitheel of klierepitheel (bv.
myoepitheelcellen)
- Spermatozoën vormend epitheel: veel karakteristieken van epithelen
→ Epitheloïd weefsel
o Diploïde spermatogoniën rusten op de lamina basalis
→ Stamcellen verantwoordelijk voor productie van sperma
o Mitotische deling: cellen schuiven naar het lumen → spermatocyten → meiotische deling →
haploïde secundaire spermatocyten → deling: spermatiden (erg dicht bij lumen zaadbuisje)
o Tijdens de volgnede fase worden spermatiden omgevormd tot spermatozoa → vorming typische
staartjes + overtollig cytoplasma wordt verwijderd
o Sertolicellen ondersteunen het geheel
o Cellen van Leydig: productie testosteron
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pati50. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $19.47. You're not tied to anything after your purchase.