Inhoudstafel
H1: De klassieke rechtvaardigingstoets
1. Normatieve problemen: enkele schijnbare oplossingen
1.1. Geloof
1.2. Emoties
1.3. Feitelijke toestand
2. Normatieve problemen: de rationele benadering
2.1. Jeremy Bentham
2.2. Immanuel Kant
3. De klassieke rechtvaardigingstoets
H2: De menselijke waardigheid
1. De inleiding
2. De vier betekenisvelden
3. Dehumanisering
3.1. Gemeenschappelijke kern
3.2. Onderscheid tussen animale en machinale dehumanisering
3.3. Is animale dehumanisering erger dan machinale dehumanisering?
3.4. Belang van grens tussen mens en dier
3.5. Allerlei nevenvormen
3.6. Waarom handhaven van grens tussen mens en dier
4. Dierlijke waardigheid
H3: Vrijheid en autonomie
1. De schaduwzijden van vrijheid
2. 3 soorten vrijheden
3. Vrijheid van privéleven
3.1. Van vrijheid naar privacy: privacyrechten
3.2. het schadebeginsel en paternalisme
3.2.1. Het schadebeginsel
3.2.2. Paternalisme
3.2.3. Overregulering en partijdige schade
4. Vrijheid van opvoeden
4.1. Ter inleiding: Pauline de Broglie
4.2. Drie beginselen
4.2.1. Het beginsel van ouderlijke macht
4.2.2. Anticiperende autonomie (open future)
4.2.3. Zelfbestuur
1. Gelijkheid: een allemans vriend
2. De formele gelijkheid
2.1. Aristoteles
2.2. De aristocratie
3. Rechtengelijkheid
3.1. Thomas Hobbes
3.2. John Locke
3.3. Jean-Jacques Rousseau
3.4. De natuurlijke gelijkheid aller mensen
3.5. Racisme en beschavingsleer: de dubbele moraal van de Verlichting
en het 19de -eeuwse liberalisme
4. Kansengelijkheid na WOII
4.1. Het beginsel van non-discriminatie
4.2. Twee modellen
5. Compenserende kansengelijkheid
5.1. Het meritocratische ideaal
5.2. Een substantiële vorm van gelijkheid
6. Bronnengelijkheid
7. Welvaartsgelijkheid
7.1. Van utopische droom tot dictatuur van het proletariaat
7.2. Vormen van welvaartsgelijkheid
H5: Het recht om te straffen
1. Straffen als rechtsfilosofisch probleem
2. De utilitaristische rechtvaardiging
3. De retributivistische rechtvaardiging
4. De moreel-educatieve rechtvaardiging
5. conclusie
2
, Moraalfilosofie
H1: de klassieke rechtvaardigingstoets
Moraalfilosofie= goede daad
Politieke filosofie= goede samenleving (rijke
maatschappij zonder limieten, goede samenleving?)
Metafysica= filosofie over alles wat er bestaat ( bijv. hebben we vrije wil? )
Oplossen van normatieve problemen
Ethiek/ moraalfilosofie: goede daad
Rechtsfilosofie: goede wetten
Politieke filosofie: goede samenleving
→ Rationele argumentatie → met verstand een beredeneerde oplossing
3
, 1. Normatieve problemen: enkele schijnbare oplossingen
Normatieve disciplines (bv. moraalfilosofie, ethiek) zoeken oplossingen voor
normatieve problemen.
Normatieve problemen gaan over de vraag of een bepaalde handeling, regel,
toestand, maatregel toegelaten, verplicht of verboden moet worden. Wat moet een
burger doen in een samenleving? → mogen/moeten…?
We kunnen een onderscheid maken tussen gerelateerde en ongerelateerde
normatieve problemen
→ Gerelateerde= de sociale rollen en natuurlijke determinanten zijn bepalend
voor de oplossing van het probleem.
→ Ongerelateerde= de sociale rol en de natuurlijke determinanten zijn
irrelevant. Het probleem heeft betrekking op alle mensen.
→ Normatieve problemen oplossen doe je op een rationele wijze
→ Je vermijdt beroep op geloof, emotie of een feitelijke toestand (= onberedeneerde oplossingen)
1.1. Geloof
Religieuze argumenten/ geloof- de wil van God. We mogen niet stelen omdat God
niet wilt dat we stelen → willekeurig karakter
We mogen niet stelen omdat stelen op zichzelf immoreel is → niet willekeurig
→ Gods wil is overbodig want zijn afkeur voor stelen is gebaseerd op goede
redenen en niet Gods wil. We kunnen ons gedrag laten leiden door redenen
die onafhankelijk zijn van God.
→ Bijv. verhaal van Euthyphro, slaaf niet doden door de wil van God
1.2. Emoties
Dankzij emoties komen we in actie tegen onrecht en voor meer rechtvaardigheid.
MAAR emoties hebben hun beperkingen
Motivering vereist een rationele aanpak, met rationele argumentatie
→ Rechters hebben motiveringsplicht
→ De 3 onafhankelijke machten moeten hun beslissingen verantwoorden
1.3. Feitelijke toestand
Normatieve oplossingen mogen zich niet bezondigen aan wat de naturalistische
drogreden (naturalistic fallacy) heet.
→ Je trekt uit feiten normatieve lessen, je verward begrijpen en verklaren met
rechtvaardigen.
→ Bv. het nut van gevangenissen: de kans op recidivisme is gestegen na vrijlating
→ Bv. van nature slechtziend zijn wilt niet zeggen dat je uw hele leven slechtzien
moet zijn.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller krdbsr. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.