Hoofdstuk 1: Bedrijfseconomie
1.1: Bedrijfseconomie en maatschappij
★ Bedrijfseconomie is een onderdeel van de economische wetenschap
★ Bij bedrijfseconomie gaat het over het gedrag van individuele ondernemingen
★ Sommige personen bezitten meerdere ondernemingen / sommige ondernemingen hebben
meerdere eigenaren
1.2: Personen, ondernemers en organisaties
★ Ondernemingen:
- Doel: streven naar winst
- Commerciële organisatie / profitorganisatie
★ Vereniging/stichting:
- Doel: streven niet naar winst, andere doelen (verschilt per vereniging/stichting)
- Niet-commerciële organisatie / non-profitorganisatie
★ Ondernemingen, verenigingen en stichtingen noemen we organisaties (personen/gezinnen horen
niet bij organisaties)
★ In organisaties zijn personen nodig die de leiding hebben → managers en management
Management
★ Het totale takenpakket van het management:
1. Het bepalen van doelstellingen (Figuur 1)
- Strategische doelstellingen (beperkt): Wat wil een organisatie op lange termijn bereiken (5-10
jaar) → topmanagement stelt doelstellingen op
- Onderneming: Marktleider in NL worden
- Vereniging: Meespelen in eredivisie
- Gezin: Financiële middelen voor studie bij elkaar hebben
- Tactische doelstellingen (groter): Invulling/opvulling van strategische doelstellingen → 2-5 jaar
→ middenmanagement stelt doelstellingen op
- Onderneming: Aantal vestigingen uitbreiden
- Persoon: Een nieuwe baan zoeken om hoger inkomen te krijgen
- Operationele doelstellingen (grootst): Invulling/uitwerking van tactische doelstellingen → korte
termijn (tot 2 jaar) → lager management stelt doelstellingen op
- Gezin: andere woning zoeken met meerdere kamers
- Onderneming: planning van de afzet bepalen
Eisen aan doelstellingen:
- Duidelijk: Concreet mogelijk.
- Acceptabel: Voldoen aan redelijkheid.
- haalbaar: Voldoen aan wat mogelijk is.
- Niet-strijdig: Doelstellingen moeten op elkaar afgestemd zijn.
2. Het plannen
Detaillering van de doelstellingen → wanneer moeten doelstellingen gerealiseerd worden → als
doelstelling lager in rangorde is, is het makkelijker om te plannen.
, 2
3. Het organiseren
Doelmatige (meest efficiënte manier) verhouding scheppen tussen mensen, middelen en
handelingen.
4. Het geven van leiding
Managers geven leiding → begeleiden activiteiten, werknemers en afdelingen → geven opdracht en
hulp bij uitvoering.
5. Het controleren
Eigenaren trekken personeel in dienst om taken uit te voeren → die moeten gecontroleerd worden
of ze de taken wel doelmatig uitvoeren → door controle kunnen nieuwe doelstellingen worden
bepaald → ook binnen het gezin vindt controle plaats.
1.3: Communicatie, onderzoek en informatie
Communiceren van informatie
Iedereen communiceert → communiceren is het uitwisselen van gegevens tussen zender en
ontvanger → overdracht van gegevens en informatie is een doorlopend proces =
informatiestromen (Figuur 2) → een organisatie heeft een informatiesysteem nodig om overzicht te
houden van alle informatie → we leven in een informatiemaatschappij.
Gegeven zijn alleen maar feiten →gegevens worden pas informatie als de gegevens de kennis van
de ontvanger vergroten.
Eisen aan informatie: (ook bij zoekmachines)
- Betrouwbaar: De ontvanger mag aannemen dat de informatie juist en volledig is.
- Relevant: Het moet aansluiten op de informatiebehoefte.
- Tijdig: Op het juiste moment bepaalde informatie krijgen.
Soorten informatie
Je kunt informatie gebruiken om beslissingen te maken → beslissingsinformatie
Je kunt informatie gebruiken om verantwoording af te leggen → verantwoordingsinformatie
Je kunt informatie gebruiken om feedback te geven → feedbackinformatie
Voorbeeld 1.1 / Voorbeeld 1.2
, 3
Hoofdstuk 2: Basisrekenvaardigheden
2.1: Procenten en promillages
★ 10 procent = 10% = 0,1 → 10 promillage = 10%o = 0,01
★ De brutowinst is het verschil tussen de verkoopprijs en de inkoopprijs
De nettowinst is het verschil tussen de brutowinst en de overige kosten
★ (Voorbeeld 2.3) Als je de inkoopprijs en verkoopprijs weet is de inkoopprijs altijd 100%
★ (Voorbeeld 2.4) Als je inkoopprijs en de brutowinst weet is de verkoopprijs altijd 100%
★ De afzet is het aantal verkocht producten
De omzet is de afzet x de verkoopprijs
★ Voorbeeld 2......8
2.2: Eerstegraads vergelijkingen
★ Sommige berekeningen worden gemaakt met eerstegraads vergelijkingen
Voorbeeld 2.9 / Voorbeeld 2.10 / Voorbeeld 2.11
2.3: Ongewogen en gewogen gemiddelde
★ Het ongewogen gemiddelde berekenen we door verschillende waarden op te tellen en te delen
door het aantal waarden (Voorbeeld 2.12)
Het gewogen gemiddelde berekenen we door verschillende waarde te vermenigvuldigen met het
gewicht en dit totaal de delen door de som van de waarden (Voorbeeld 2.13)
2.4: Tabellen en grafieken
Tabellen
★ Een tabel is een overzicht waarmee je de ontwikkeling van een grootheid laat zien → je hebt hierbij
kolommen (verticaal) en rijen (horizontaal) (Voorbeeld 2.14)
★ Een tabel kan een enkele ingang hebben → gegevens hebben betrekking op één kenmerk
Een tabel kan een dubbele ingang hebben → gegevens hebben betrekking op twee kenmerken
(Voorbeeld 2.15)
★ Je kunt bij een tabel de vierkantscontrole uitvoeren → de waarden van de kolommen en rijen
optellen (Voorbeeld 2.16)
Lijndiagram
★ Je ziet de ontwikkelingen door verschillende punten te zetten en die te verbinden met een lijn
★ Je hebt enkelvoudige lijndiagrammen → één lijn
Je hebt meervoudige lijndiagrammen → meerdere lijnen (Voorbeeld 2.17)
★ Op de x-as (horizontaal) staat de onafhankelijke grootheid (meestal tijdseenheid)
Op y-as (verticaal) staat de afhankelijke grootheid
★ Als je na het tekenen onder de lijn veel ruimte over hebt kun je die ‘weghalen’ met een
scheurlijn (figuur 3)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Xmaudjanssen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.65. You're not tied to anything after your purchase.