Capita selecta uit de persoonlijkheidspsychologie
1.Psychopathologie op latere leeftijd en de rol van persoonlijkheidsstoornissen
Hiërarchische diagnostiek
• Bewustzijn & aandacht: sluit uit delier of andere somatische oorzaak
• Cognitief functioneren: sluit uit neurocognitieve stoornissen
• Realiteitszin: sluit uit denk- of waarnemingsstoornis
• Intelligentie: sluit uit intelligentiedeficiet
• Stemming & affect: sluit uit stemmings-of angststoornis
• Persoonlijkheid: sluit uit persoonlijkheidsstoornis
Kenmerken van ouderen met psychopathologie
• Hoge prevalentie van cognitieve stoornissen
• Lichamelijke co-morbiditeit
• Functionele veranderingen
• Derde en vierde levensfaseproblemen
• Grote interindividuele variabiliteit
Diagnostische en therapeutische complicaties
• Pluriformiteit
• Polyfarmacie
• Multimorbiditeit
• Beperkte zelfredzaamheid, belastbaarheid en mobiliteit (frailty)
• Wilson bekwaamheid en communicatieve beperkingen
• Diagnostische classificatiesystemen, zoals DSM of ICD veelal beperkt
• Matig tot geringe coöperatie en motivatie
• Hogedrop-out
• Veel voorkomende aandoeningen bij ouderen
o Cardio-/cerebrovasculaire aandoeningen
o Dementie
o Chronische bronchitis/longemfyseem
o Diabetesmellitus (typeII)
o Kanker
o Depressie
o Aandoeningen aan bewegingsapparaat
o Zintuigelijke stoornissen
• Levensfaseproblematiek
o 3e levensfase:
Veranderingen in het (gezins)systeem als de kinderen uit huis gaan (‘empty
nest syndroom’)
Verandering in maatschappelijke rollen door pensionering
Meer vrije tijd
o 4e levensfase:
Verandering van eigen gezondheid
Verlies van autonomie
Verlies van van directe naasten
Het naderende einde...
• DSM-5 als uitgangspunt
o Voordelen
Uniforme definiëring van ziektebeelden
Heldere communicatie tussen clinici
Betrouwbare onderlinge vergelijking van onderzoeksresultaten
Duidelijkheid in keuze behandelstrategie
o Nadelen
1
, Niet toegespitst op het individu
Er wordt geen uitspraak gedaan over oorzaken, etiologie, beloop, prognose
Medisch model: slechts een beschrijving van de ziekte en niet van de zieke als
persoon
Categoriaal systeem: ‘alles of niets systeem’
Neurocognitieve stoornissen, incl. Delier
• Een stoornis in het bewustzijn en de aandacht als direct pathofysiologisch gevolg van een
somatische aandoening, intoxicatie door of onttrekking van een middel (zoals een drug of
medicatie), of bootsstelling aan een giftige stof.
• De stoornis ontwikkeld zich in korte tijd (meestal binnen een aantal uren of dagen) en heeft
de neiging in de loop van de dag in ernst te fluctueren.
• Een bijkomende stoornis in de cognitieve functies (bijvoorbeeld in geheugen, oriëntatie, taal,
visuospatiële functies of waarneming).
• De symptomen in criteria A en C kunnen niet beter worden verklaard door een andere al
bestaande, vastgestelde of zich ontwikkelende neurocognitieve stoornis en doen zich niet
voor in de context van een ernstig gedaald bewustzijn, zoals een coma.
• Risicofactoren delier
o Leeftijd > 70 jaar
o Cerebrale beschadiging
o Gebruik/misbruik middelen
o Dementie
o Eerder delier gehad
o Voorgeschiedenis met psychose of depressie
o Zelfverwaarlozing
o Ernstige visus/gehoorstoornissen
o Recente operatie met algehele narcose
o Sedatie, dehydratie, ontregelde DM
• Typen delier:
o Hyperalerte delier
o Hypoalerte delier
o Mengbeeld
• DSM-IV definitie voor dementie
o Geheugenstoornissen: problemen met nieuwe informatie aan te leren of eerder
aangeleerde informatie te herinneren
o Een of meer van de volgende cognitieve stoornissen:
afasie (taalstoornis)
apraxie (motorische problemen bij intacte motorische functie)
agnosie (stoornissen in het herkennen van voorwerpen)
stoornis van de uitvoerende functies (plannen, organiseren, abstract denken..)
o Cognitieve stoornissen veroorzaken een duidelijke beperking in het sociaal of
beroepsmatig functioneren
o Stoornissen doen zich niet uitsluitend voor tijdens een delirante toestand
• Enkele cijfers over dementie
o Dementie is de meest voorkomende psychische stoornis op oudere leeftijd
o 5% van de 65-plussers, 35% van de 85-jarigen en meer dan 50% van de 90-jarigen is
dement
o In 2016 waren 153.100 mensen met een vorm van dementie geregistreerd
o De oorzaken van dementie overlappen elkaar vaak waardoor het totaal meer dan
100% is:
Ziekte van Alzheimer (70%),
Vasculaire dementie (15-20%)
2
, Atypische dementie, zoals fronto-temporale, Parkinson- of lewylichaampjes
dementie (15%)
Zeldzame vormen van dementie, zoals ziekte van Creutzfeldt-Jakob of
dementie bij Huntington (<5%)
• DSM-5: Neurocognitieve stoornissen (NCS)
o De term “dementie” wordt in DSM-5 verlaten vanwege:
Dementie wordt vaak niet geassocieerd met jongere patiënten
Dementie heeft een negatieve connotatie
Dementie mag nog wel gebruikt worden bij etiologische subtypen (zoals)
Alzheimer dementie) of in plaats van “uitgebreide NCS”
o Er wordt in DSM-5 gesproken van:
Beperkte neurocognitieve stoornis (B-NCS)
Uitgebreide neurocognitieve stoornis (U-NCS)
• B-NCS versus U-NCS
o Uitgebreid
Sign achteruitgand tov vroeger functioneren op 1 of meerdere cogn domeinen
Belemmering vr onafh funct
Niet in context van delier
Niet tgv andere psychische stoornis
o Beperkt
Lichte achteruitgang tov vroeger funct op 1 of meerdere cogn domeinen
Geen belemmering vr onafh funct: wel grotere inspanning
Niet in context van delier
Niet tgv andere psychische stoornis
• Diagnostische informatiebronnen
o Anamnese + gedragsobservatie
o Psychiatrische voorgeschiedenis
o Somatiek + medicatie
o Heteroanamnese
o Neuropsychologisch onderzoek
o Beeldvormend onderzoek
o Liquoronderzoek
• Corticale versus subcorticale dementie
o Corticale
Ziekte van Alzheimer
Fronto-temporaal
Lewy Body
Gestoorde inprenting in geheugen
Dysfasie, dyspraxie
Stemming normaal of depressief
o Subcorticale
Parkinsondementie
MS dementie
Beide: vasculaire dementie
Gestoord ophalen uit geheugen
Traag denken
Verlies flexibiliteit
Loopstoornissen
apathie
• Vasculaire etiologie
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller salsabilsh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.93. You're not tied to anything after your purchase.