Hoofdstuk 1
Anticyclische variabele: Variabele die een patroon vertoont tegengesteld aan de
conjunctuurlijn.
Conjunctuurbeweging: Golfbeweging van de reële economische groei.
Conjunctuurindicator: Procyclische macro-economische variabele waarvan de waarde eerder
bekend is dan die van het bbp.
Conjunctuurklok: Instrument om de stand van de conjunctuur weer te geven.
Conjunctuurlijn: Lijn die conjunctuurbeweging weergeeft.
Consumentenvertrouwen: Vertrouwen van consumenten in de economie.
Econometrie: Onderdeel van de economische wetenschap dat economische verschijnselen
meet en voorspelt met behulp van wiskundige modellen en statistiek.
Economische depressie: Situatie waarbij de economie drie kwartalen of meer achter elkaar
krimpt.
Economische recessie: Situatie waarbij de economie twee kwartalen achter elkaar krimpt.
Hoogconjunctuur: Situatie waarbij de economie sterker groeit dan de trendmatige groei.
Inkomensoverdrachten: Uitkeringen waar geen tegenprestatie tegenover staat.
Koopkracht: Verzameling van goederen en diensten die met een bepaald inkomen gekocht
kan worden.
Laagconjunctuur: Situatie waarbij de economie minder sterk groeit dan de trendmatige
groei.
Langetermijngroeipad: Pad van de trendmatige groei.
Onvrijwillige werkloosheid: Werkloosheid waar niet voor gekozen is.
Procyclische variabele: Variabele die een patroon vertoont gelijkopgaand met de
conjunctuurlijn.
Producentenvertrouwen: Vertrouwen van producenten in de economie.
Reële economische groei: Jaarlijkse procentuele verandering van het reële bbp.
Trendmatige groei: Gemiddelde economische groei over een langere periode.
, 2
Vrijwillige werkloosheid: Werkloosheid waarvoor gekozen is.
Waardevaste uitkering: Uitkering die meegroeit met de inflatie.
Welvaartsvaste uitkering: Uitkering die meegroeit met de loonontwikkeling.
Hoofdstuk 2
Geaggregeerd aanbod: Totale aanbod van alle aanbieders in een economie.
Geaggregeerde vraag: Totale vraag van alle vragers in een economie.
Geldillusie: Verschijnsel waarbij mensen denken in nominale waarden en niet in reële
waarden.
Loonstarheid: Verschijnsel dat lonen niet direct aangepast worden aan veranderingen in
vraag en aanbod van arbeid.
Macro-economisch evenwicht: Economisch evenwicht van een economie als geheel.
Natuurlijke productieomvang: Productieomvang waarbij alle productiefactoren in een
economie zo goed mogelijk worden benut.
Prijsrigiditeit: Verschijnsel dat prijzen niet direct aangepast worden aan veranderingen in
vraag en arbeid.
Prijsstarheid: Prijsrigiditeit.
Hoofdstuk 3
Anticyclisch beleid: Beleid dat de conjunctuurbeweging dempt.
Automatische stabilisator: Mechanisme in de economie dat de conjunctuurbeweging dempt.
Internationale concurrentiepositie: Mate waarin binnenlandse aanbieders kunnen
concurreren met buitenlandse aanbieders.
Inverdieneffect: Verschijnsel waarbij een invsteirng leidt tot extra verdiensten.
Procyclisch beleid: Beleid dat de conjunctuurbeweging versterkt.
Uitverdieneffect: Verschijnsel waarbij een bezuiniging leidt tot extra verliezen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Xmaudjanssen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.93. You're not tied to anything after your purchase.