100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Interieurtechnieken 2.2. $12.63   Add to cart

Summary

Samenvatting Interieurtechnieken 2.2.

1 review
 148 views  11 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting Interieurtechnieken (met voorbeelden en oefeningen/ quiz); Schooljaar: ; Docent: Dirk op de Beeck. Hoofdstukken: Elektriciteit, Verlichting, Ventilatie, Verwarming, Sanitair (riolering, leidingen, toestellen en kranen)

Preview 4 out of 79  pages

  • May 16, 2023
  • 79
  • 2022/2023
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: antoncierkens • 6 months ago

avatar-seller
1 ELEKTRICITEIT

2.2. Basisbegrippen

Onder invloed van een pontentiaalverschil gaan er elektronen stromen door een geleider. De
stroomsterkte ( ~ snelheid) waarmee de elektronen zich verplaatsen is afhankelijk van:

- Het potentiaalverschil
- De weerstand van de geleider

Deze drie grootheden zijn de basiselementen in de elektriciteit



Stroomsterkte:


Symbool: I Eenheid: Ampère (A) of milliAmpère (mA) 1A = 1000mA



Een elektrische leiding onder een bepaalde spanning laat meer stroom (ampères) door naarmate de
diameter groter is. Hoe groter de diameter, hoe meer stroom (ampère).



Spanning = (potentiaalverschil):


Symbool: U Eenheid: Volt (V) of kiloVolt (kV) 1kV = 1000V




De spanning op een elektriciteitsmeter is 230V of 230/400 V (woning = laagspanning). Een groter
vermogen kan door een zelfde leiding geleverd worden naarmate de spanning hoger is.

Hoe hoger de druk, hoe meer/hoger de spanning.




WISSELSPANNING (V)

ZEER LAGE SPANNING U ≤ 50

LAAGSPANNING 1ste categorie 50 < U ≤ 500
2de categorie 500 < U ≤ 1000

HOOGSPANNING 1ste categorie 1000 < U ≤ 50000
2de categorie U ≤ 50000


Een potentiaalverschil kan men opwekken op verschillende manieren. Een mogelijkheid is de galvanische
methode. Principe van galvanische methode: Als twee verschillende materialen (meestal metalen)
ondergedompeld worden in een zuur zal elk metaal afzonderlijk een verschillend potentiaal bezitten. Als
we nu deze twee metalen verbinden met een goed geleidend materiaal zullen er elektroenen stromen van
het hoogste naar het laagste potentiaal. Het negatieve geladen metaal zullen we kathode noemen en het
positief geladen metaal anode. De spanning heeft een vaste polariteit: zink blijft steeds geladen, koper
blijft steeds + geladen. Men noemt dit gelijkspanning.
1

,Weerstand:


Symbool: R Eenheid: Ohm (Ω)



Deze weerstand wordt bepaald door het materiaal van de geleider en de afmetingen (dikte en lengte).
Hoe lager de weerstand, hoe gemakkelijker de stroom door de kabel geleid.

- Koper geleid goed
- Hout geleid niet goed



2.3. De wet van ohm:

De weerstand die een stroom ondervindt in een geleider is recht evenredig met de spanning en
omgekeerd evenredig me de stroomsterkte. Formules:

Symbolen / eenheden:

- R: Weerstand in Ohm (Ω)
- U: Potentiaalverschil (spanning) in Volt (V) of kiloVolt (kV)
- I: Stroomsterkte in Ampère (A) of milliAmpère (mA)



2.4. De wet van pouillet:

De weerstand die een stromende vloeistof zal ondervinden in een leiding is in functie van:

- De lengte van de leiding
- De sectie (=diameter) van de leiding
- De aard van het materiaal (gladheid, bochten,…)

De weerstand die een elektrische stroom ondervindt in een geleider is recht evenredig met de lengte en
de soortelijke weerstand van de geleider en omgekeerd evenredig met de oppervlakte van de doorsnede
van de geleider.

Materiaal P bij 15°C

Symbolen: Zilver 0.016
R: Weerstand in Ohm Koper 0.0175
Goud 0.02
L: Lengte in meter (m) Aluminium 0.028
Wolfram 0.058
S: Oppervlakte van de loodrechte doorsnede van geleider in mm2 Zink 0.062
Messing 0.07
Q: Rho is de soortgelijke weerstand eigen aan het
Ijzer 0.099
materiaal in Ohm x mm2/m Tin 0.1
Platina 0.103
Nikkel 0.135
VOORBEELD: een elektriciteitskabel in koper met een diameter van Brons 0.168
1,5mm2 en lengte 30 meter heeft dan een weerstand van: Lood 0.216
Nikkeline 0.42
0,0175 x 30 x ,5 = 0,70 Ω Kwik 0.95
(lengte x2 want kabel gaat heen en terug) Chroomnikkel 0.99
Kool 65



2

,2.5. Het vermogen

Het vermogen is het product van de spanning en de stroomsterkte.


Symbool: P Eenheid: Watt (W) of kiloWatt (kW) of voltAmpère VA 1kW = 1000W



Hoe meer wat, hoe sterker het vermogen.



Symbolen:

- P: Vermogen in Watt (W)
- U: Potentiaalverschil (spanning) in Volt (V)
- I: Stroomsterkte in Ampère (A)


OEFENING: een verwarmingstoestel van 3300W, met een netspanning van 230V geeft ons de volgende
stroomsterkte: I = P/U = 3300W / 230V = 14.35A. Watt is het vermogen van een toestel dat een
elektriciteitsstroom van 1 Ampère doorlaat onder een spanning van 1 Volt. Het vermogen staat aangegeven op het
herkenningsplaatje van elk toestel (Tv = 150W; strijkijzer 1000W; wasmachine2-3.5kW)

OEFENING: door een stroomdraad mag maximaal 16 A stromen bij 230V. Wat is het maximaal vermogen dat hierop
mag aangesloten worden? P = U x I = 230V x 16A = 3680 W




2.6. Arbeid of energie

De arbeid/energie is het product van het vermogen en de tijd. Het gaat om geleverde elektrische energie.



Symbool: W

Eenheid: Joule 1 kWh = 1 000 Wh (J)

Wattseconde 1 Ws = 1 J (Ws)

Wattuur 1 Wh = 60x60 Ws (Wh)

KiloWattuur 1 Wh = 3 600J (kWh)



Symbolen :

- W : arbeid (in Watteseconde ; Ws)
- P: vermogen (in Watt; W) Formule : W = P x t
- T: tijd (in seconde; s)



De elektriciteitsmeter geeft het elektriciteitsverbruik aan in kWh. Deze eenheid wordt ook op energie
factuur vermeld. Het verbruik van een toestel komt overeen met een bepaalde hoeveelheid verrichte
arbeid. De hoeveelheid kilo Watturen is het product van het aantal kilo Watt (het vermogen) met het
aantal verbruiksuren. kWh = kW x verbruiksuren

VOORBEELD: Een toestel met een vermogen van 1 kW (1 000W) verbruikt op 1 uur tijd precies 1 kWh.
Een lamp van 100W zal ook 1kWh verbruiken, maar dan pas na een gebruik van 10 uren.

3

, Oefening: Wat is de kostprijs om een ledlamp van 3W één jaar lang te laten branden als we gemiddeld 0,22euro
moeten betalen voor een KWh?

1. Verbruik watt berekenen per uur en dagen
2. Watt omzetten in KWh
3. Vermeningvuldigen met kostprijs

Verbruik: 24 (uren per dag) x 365 (dagen per jaar) x 3W (per uur) = 26 280 Watt uur per jaar.

26 280 Watt / 1000 = 26,28 KWh per jaar

26,28 x 0,22euro/KWh = 5,78 euro/jaar




2.7. Gelijkstroom – wisselstroom (DC of AC)

Bij gelijkstroom stromen de elektronen onder een constante
spanning, met een constante snelheid (stroomsterkte), in
dezelfde richting, door een geleider. (lagere spanning DC)



Bij wisselstroom is er steeds een wisselende spanning en zal de
elektronenstroom afwisselend van richting veranderen en wisselen van
nul naar maximum positief over nul naar maximum negatief en terug
naar nul. (AC spanning)

Dit is het principe van de sinusoïdale kurve.
Wisselstroom wordt omgezet in gelijkstroom.



Bij een f = 50Hz zijn er 50 perioden/s. Elke periode duurt dus 1/50s. Merk op dat:
50 x 1/50 = 1 of fxT=1 waaruit f = 1/T en T = 1/f



Formules: f = 1/T (=frequentie) T = 1/f fxT=1



Een volledige wisseling noemt men een periode. 1 Hertz = 1 trilling per seconde.
Dus f = 50 Hz. 1kHz = 1000 Hz



Waarom werkt men met wisselspanning?

- Beter rendement, met minder energie praktisch hetzelfde resultaat
- De meeste elektrische motoren werken met het principe van wisselende spanning
- De productie van elektriciteit in de centrales is eenvoudiger (alternatoren, vanuit een draaiende
beweging, wekken een wisselspanning op)

Enkel het opslaan van elektriciteit in batterijen gebeurt steeds met gelijkstroom, in alle andere gevallen is
het steeds wisselstroom. Via een gelijkrichter, kan me altijd overgaan van wisselstroom naar gelijkstroom.
Als een wisselstroom onderbroken wordt tijdens de halve periode dat de stroom in de tegenovergestelde
richting zou vloeien, verkrijgt men een gelijkstroom.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller CCelien. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $12.63. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$12.63  11x  sold
  • (1)
  Add to cart