DEEL1: VB EXAMENVRAGEN PER LES
COLLEGE 1: ITEMCONSTRUCTIE
1) Beoordeel de juistheid van onderstaande uitspraken:
I. Cognitieve vaardigheden zijn meer door oefening te beinvloeden dan cognitieve capaciteiten.
II. Een essayvraag op een examen psychometrie is een praktijkproef
A. I is juist en II is fout
B. I is fout en II is juist
C. Beide uitspraken zijn juist
D. Beide uitspraken zijn fout
2) Beoordeel de juistheid van onderstaande uitspraken:
I. Gesloten vragen hebben steeds een hogere inhoudsvaliditeit dan open vragen.
II. Bij een test voor gedragswijze zijn specifieke omschrijvingen steeds beter dan algemene omschrijvingen.
A. I is juist en II is fout
B. I is fout en II is juist
C. Beide uitspraken zijn juist
D. Beide uitspraken zijn fout
3) Welk soort keuze-item is dit?
Descartes’ visie over perceptie past het best bij de visie over perceptie van …
a.Berkeley
b.Hume
c.Müller
d.Wundt
A. complexe vorm
B. correcte antwoordvorm
C. meest juiste-antwoordvorm
D. verschillende-antwoordenvorm
4) Welke twee coderingen kunnen voor respectievelijk Item 1 en Item 2 gebruikt worden om te bepalen of het volgens de
respondenten een goede docent is?
I. 1 3 5 10 15
II 10 20 30 40 50
III. 1 2 3 4 5
IV. 50 40 30 20 10
V. 10 8 6 4 2
A. I en V
B. II en IV
C. III en IV
D. IV en II
5) Welke coderingen kunnen voor Item 1 en 2 gebruikt worden om te bepalen of de respondent een extreem standpunt
inneemt?
Zie les!
A. 1 2 3 4 5
B. 5 4 3 2 1
C. 1 0 0 0 1
D. 1 2 3 2 1
, 6) In een onderzoek werd een vragenlijst gebruikt om na te gaan of verschillen in opvattingen over euthanasie
samenhangen met politieke voorkeur van volwassenen. In de tabel hieronder staan de relatieve frequenties van de
itemscores op vier items. Welk item draagt niet bij om het doel van de vragenlijst te realiseren?
A. item I
B. Item II
C. Item III
D. Item IV
7) Welke bewering is fout? Voor meerkeuzevragen geldt dat…
A. de moeilijkheidsgraad mede afhankelijk is van de kwaliteit van de afleiders
B. er geen beoordelaarsverschillen zijn bij de scoring van de antwoorden
C. er van de respondent ook een productieve taalvaardigheid wordt vereist
D. ze in vergelijking met open vragen doorgaans betere predictoren zijn in onderzoek naar de gelijktijdige validiteit van een
test
8) Voor het practicum bij het vak psychometrie moesten de studenten een rapport schrijven over de door hen uitgevoerde
analyses. Om welk soort activiteit gaat het hier?
A. Praktijkproef
B. Stelling
C. theoretische opdracht
D. vraag
9) Welk aandachtspunt bij open vraagvormen is NIET aan de orde bij gesloten vraagvormen?
A. de indruksvaliditeit (‘face validity’)
B. de duidelijkheid van de vragen
C. de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid
D. de nood aan vooronderzoek
Onderstaand item komt uit een kennistoets over de Rode Duivels. Welk soort item is het?
A. Keuze-item met complexe antwoordvorm
B. keuze-item met verschillende antwoordvorm
C. rangschikking
D. toeschrijving
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tiananuyens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.28. You're not tied to anything after your purchase.