Samenvatting milieukunde
1. Inleiding
1.1 wat is milieu ?
- alles kan levend zijn of niet levende organismen behoren bij milieu
- mens maakt veel deel uit bij milieu
- natuur en ecologie zijn in de milieu zeer belangrijk
1.2 natuurlijke hulpbronnen
- natuurlijke hulpmiddelen die in korte periodes worden aangevuld staan bekend als hernieuwbare
natuurlijke hulpbronnen
- voorbeelden: de zon, water ( de kracht van water ) = de aantal H moleculen blijft altijd gelijk de vorm
veranderd alleen
- aardolie en steenkool is veel te goedkoop om de andere bronnen te gebruiken
- geothermische energie is een belangrijke bron = warmte die uit de aarde komt en de energie komt vrij
door het verschil van de aardoppervlak en de waterreservoirs
1.3 wetgeving
- welke bronnen worden als hernieuwbare energie beschouwd ? ( examenvraag )
- stoom en gas energie voor elektriciteit te maken is geen hernieuwbare energie
1.4 ecosysteemdiensten
- = diensten geleverd door een goed functioneerde planeet
- Door klimaatregeling, zuurstof produceren, voorkomen van bodemerosie door vegetatie, bestuiven van
gewassen, en dit staat onder druk door de toename van de menselijke activiteit
1.5 milieukunde
- Europa is belangrijk in de oplossing in de vervuiling, het gezegde dat het van zelf gaat oplossen geld niet
meer: er wordt gezegd ‘ de vervuiler betaalt ‘
1.6 hockey stick
- koolstof kan aan de hand van UV stralen koolstof 14
worden
- als er geen koolstof 14 niet meer is kan je zo bepalen
hoeveel broeikasgas in de lucht is
- de aantal mensen zijn gestegen en het gebruik van
fossiele brandstoffen dit zorgt ervoor dat de
toekomst van de aarde wordt bepaalt
1.7 antropoceen
- = de mens
- De mens heeft meer invloed op de toestand waarin
aarde zich bevindt dan geologische processen zoals:
afstand tot zon, vulkaanuitbarstingen en
aardbevingen
- Holoceen: toestand van aarde wijkt al ad van de gekende stabiele toestand
1.8 tipping points
- zolang wij als mens een goeie buffer keren we terug en zitten we goed
- kantelpunt: als je de kantelpunt bereikt evolueert de aarde zonder je dit kan tegenhouden naar een
nieuw ongekend evenwicht
- veerkracht gaat verloren:
de biologische, fysische en chemische reacties zorgen voor negatieve feedback en die zorgen voor
een stabiele toestand
- kantelpunt geen veerkracht meer
positieve feedback: gaat niet terug naar de huidige situatie
, kan je niet tegen houden
steeds kouder of warmer
voorbeeld feedbackloops: opwarming van de aarde kan soms worden beperkt, de veerkrachtige aarde heeft een
negatieve feedback: oceanen kunnen CO2 opslaan door het oplossen van CO2 in het water en zo een deel van
uitstoot absorberen en daardoor de aarde niet zoveel opwarmt
ander voorbeeld feedback:
het moment dat het warmer wordt krijg je dode koraal maar als het
kouder wordt hersteld zich
in 2016 wordt die niet meer hersteld omdat je positieve feedback
krijgt
belangrijk is de verzuring van de oceanen: algen gaan CO 2
omzetten in zuurstof en verzuring gevormd en hierdoor wordt
geen calciumcarbonaat niet meer aangemaakt
planetaire zones:
1. verlies van biodiversiteit en ecosystemen
2. klimaatverandering
3. verzuring van oceanen
4. verandering in landgebruik : bv N en P cyclus verstoring, verstoring van de waterkringloop
5. niet-duurzaam zoetwatergebruik: aralmeer: katoen plantages en daardoor minder water
6. verstoring van biogeoschemische cycli
7. wijziging van atmosferische aerosolen
8. vervuiling door nieuwe chemische stoffen
9. de afbraak van ozon in de stratosfeer
- veilige zone voor de aarde systemen: binnen de stippellijn is de veilige toestand = planetaire grens =
holoceen
- buiten de stippellijn is de onzekerheid zone
antropogene:
- de stratosferische ozonlaag in de atmosfeer filtert de UV stralingen uit de zon en als deze laag afneemt
dan gaan de UV stralingen de aardoppervlak meer bereiken en dit geeft als gevolg een hogere kans van
huidkanker
verstoring N – P cyclus:
- het probleem nu in de industrie: ze gaan de stikstof
omzetten naar meststoffen en daardoor in de evenwicht weg
- meer nutriënten op land dan er gebruikt wordt door de
planten en dit wordt omgezet door bacteriën -> meer in
lucht en water en hierdoor meer algen in het water gevolg:
minder zuurstof voor de waterdieren
- eutrofiëring = door algen: overdag is er veel zuurstof in
water en s ’nachts nemen de vissen het zuurstof op,
troebel en helder water hebben hun eigen evenwicht
- helder water wordt gevormd door watervlooien en algen maar vissen is wel een probleem die de vlooien
opeten
1.9 atmosferische aerosolen
- chemische stoffen in de atmosfeer in de lucht door de industrie: invloed op waterkringloop en klimaat
, 1.10 nieuwe chemische stoffen
- vervuiling door bv radio-actieve stoffen: bv gesteente of door zware metalen
- medicatie kan ook een schade veroorzaken in de zee ( hormonaal )
1.11 afbraak van ozon ( O3 ) in de stratosfeer
- in de ozon is er veel O3, ozon in de lucht kan slecht zijn als het te dicht is en we het kunnen inademen
maar, een ozon laag is goed houd de UV stralen tegen
2. wetgeving
2.1 hoe wordt Vlaamse wetgeving gemaakt
- de Vlaamse overheid zorgt er vooral voor al de dingen die te maken hebben met doorvoer van
afvalstoffen, plantenbeschermingsmiddelen, …
- bevordering: een regel dat moet gebeuren
- richtlijnen: iets dat niet rechtstreeks moet, elk land moet dit omzetten
2.2 wetgeving op Vlaams niveau
- er is geen Vlaamse wet, je hebt wel een Belgische wet
- in Vlaanderen heb je een decreet en geen wet Bv vergunningen
2.3 wetgeving milieu
- behoorlijk tot de gewesten
- er is geen afvaldecreet meer: afval bestaat niet meer
- Vlarema is het materiale decreet
2.4 vlarem
- de meeste relevante milieuwetgeving is met Vlarem
- Vlarem 1 bestaat niet meer !
- Vlarem 2: alle voorwaarden van vergunningen
- Vlarem 3: zware vervuilde bedrijven
- De immisienormen= normen die gemeten worden in de omgeving
- Ingedeelde bedrijven: een bedrijf dat minstens 1 hinderlijke activiteit uitoefent moeten een
omgevingsvergunning voor ze de exploitatie kunnen aanvatten
- Vlarem 2: milieubelasting van een bedrijf in al zijn aspecten te beheersen en te beperken, soms een
milieucoördinator nodig
2.5 milieubeleid en wetgeving Vlaanderen
- bv de deur veranderen van kleur moet je ook een bouwvergunning hebben
- dieren die lawaai maken heb je een milieuvergunning nodig
- bouw en milieuvergunning wordt niet meer gebruikt sinds 2017 nu is het omgevingsvergunning
- Vlaams decreet wordt niet echt meer gebruikt !
- Oprichten van een gebouw of constructie of andere stedenbouwkundige handelingen:
stedenbouwkundige vergunning
Omgevingsvergunning besluit Vlarem 2 Vlarem 3
De procedures voor Milieukwaliteitsnormen voor de GPBV-bedrijven
omgevingsvergunningen verschillende compartimenten
Handhaving van onder andere Algemene milieuvoorwaarden
het milieubeleid voor ingedeelde inrichtingen
Sectorale milieuvoorwaarden voor
ingedeelde inrichtingen
De indelingslijst van hinderlijke
inrichtingen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amandinehuysmans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.