Summary Principles of Cognitive Neuroscience for course UU Cognitive Neuroscience (200300074)
Samenvatting Principles of Cognitive Neuroscience hoofdstuk 8 t/m 15 (200300074)
All for this textbook (33)
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Liberal Arts and Sciences
Cognitive Neuroscience
All documents for this subject (4)
7
reviews
By: lottevanderburgh • 1 year ago
By: frans_waijer • 3 year ago
By: merelkaemper • 4 year ago
By: amberhaverkort • 5 year ago
By: anouckdelannoy • 5 year ago
By: julianeijzen • 5 year ago
By: kikivonpiekartz • 6 year ago
Seller
Follow
Lizakruisselbrink
Reviews received
Content preview
1. Cognitive neuroscience: definitions, themes, and approaches
Introduction
Cognitieve neurowetenschappen integreert onderzoeken naar breinstructuren en de functie, en zoekt manieren om
cognitieve ‘abilities’ (vermogens) en gedrag te meten om te begrijpen hoe het menselijke brein op alle levels werkt.
Cognition
Cognitie = het vermogen om te weten; in de praktijk verwijst het naar de set van processen (cognitieve functies) die
mensen en dieren in staat stellen om externe stimuli waar te nemen (perceive), hier belangrijke informatie uit te
halen en het in het geheugen te houden, en uiteindelijk om gedachtes en acties te genereren die helpen om doelen
te bereiken. Onderzoekers bestuderen nauwelijks alleen de cognitieve processen die gepaard gaan met bewustzijn,
omdat deze te snel en automatisch zijn.
Mind = ‘the subjective sense of self’ = het subjectieve gevoel van ‘jezelf’
Natural philosophy and early psychology
Toen er nog geen experimentele manieren waren om het mentale te gebruiken, werd er gebruik gemaakt van
introspectie en beredeneren.
Behaviorism
Begin 20ste eeuw was er ontevredenheid over het gebrek aan systematische vooruitgang in het onderzoek naar het
mentale. Introspectie en beredeneren werden gezien als niet precies genoeg voor het begrijpen van het mentale.
Hierdoor kwam behaviorisme op, de nadruk lag hierbij op gecontroleerde experimenten die objectieve externe
stimuli matchte aan meetbaar gedrag. Het nam afstand van het subjectieve werk.
John Watson & B.F. Skinner (operant conditioneren) veranderingen in de stimulus-presentatie (voedsel als
beloning) kunnen vormen hoe individu zijn gedrag aanpast naar de eisen van de omgeving.
Behaviorisme zorgde voor het wetenschappelijk begrijpen van gedrag, waaronder de ontwikkeling van stimulus-
respons leren. Echter behavioristen negeerden cognitieve functies en zagen deze als ongepast voor
wetenschappelijke studies (ze kunnen alleen begrijpen worden in termen van de experimentele manipulaties die ze
hebben veroorzaakt = operationsim).
Cognitive science
Midden 20ste eeuw – opkomst onderzoek naar cognitieve functies. Dit kwam op door onder andere de komst van de
computationele wetenschappen.
George Miller – ‘the span of ‘immediate memory’’ – 7 +/- 2
Onderzoek gefocust op basis-perceptuele taken = psychophysics
Noah Chomsky behaviorisme kan nooit de structurele en generatieve eigenschappen van mentale fenomenen
uitleggen, zoals de menselijke taal.
Cognitive science = unificeert onderzoek naar mentale processen, ongeacht het onderwerp, de experimentele
benadering, methode, of discipline. Het focust op informatieverwerking geassocieerd met cognitieve functies.
Cognitive models – voorspellen hoe sensorische input leidt tot bepaalde gedrags-output. De elementen worden
‘psychological constructs’ genoemd, ze helpen namelijk verschillende fenomenen te verklaren zonder referentie
naar de uiteindelijke doelen in het brein.
Neuroscience
Neuroscience houdt zich bezig met hoe het zenuwstelsel in mensen en dieren functioneert en is georganiseerd.
Franz Joseph Gall – functies van het brein kunnen gemeten worden aan de hand van het meten van knobbels op de
schedel phrenology. Ookal klopte het niet, prenology heeft wel bijgedragen aan het (kloppende) idee dat
verschillende delen van het brein bijdragen aan verschillende soorten informatieverwerking, ook wel bekend als de
‘localiztion of function’.
Santiago Ramón y Cajal ontdekte neurons als gescheiden cellen. Dit impliceerde dat cognitieve processen worden
uitgedragen door grote populaties neuronen.
In neuronen worden signalen afgegeven (actiepotentialen) die via de neuronale axon worden gezonden.
Neurotransmitters – de chemische substanties die neuronen gebruiken om de cellen waarmee ze ‘contact’ hebben
te stimuleren. De neurotransmitters worden afgegeven aan het uiteinde van de neuronale axon (synaps), waar ze
vervolgens binden aan de receptor-moleculen van target-neuronen en andere cellen, hiermee veranderen ze het
membraan-potentiaal van de desbetreffende cel.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lizakruisselbrink. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.70. You're not tied to anything after your purchase.