100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting sociale psychologie - KDG-orthopedagogie $7.47   Add to cart

Summary

Samenvatting sociale psychologie - KDG-orthopedagogie

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

samenvatting van het handboek sociale psychologie. dit vak wordt gegeven in het eerste jaar.

Preview 4 out of 33  pages

  • May 17, 2023
  • 33
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Sociale psychologie
1. Sociale waarneming
1.1. Hoe vormen we een beeld van mensen?

- Bewuste en onbewuste processen zorgen dat we een beeld van iemand vormen 
beïnvloedt de verdere interacties
- Zie vb p6


1.2. De eerste indruk.

- Waarneming  grote hoeveelheid aan prikkels die door ons brein gefilterd wordt tot
een aantal patronen waar we een betekenis aan geven
- Sociale waarneming/sociale cognitie (p6)
o Waarneming  percept
o Invulling ervan  concept

1.2.1. Waarop baseren we ons voor deze eerste indruk?

- Baseren onze eerste indurk op het visuele/zichtbare
o Uiterlijk
 Huidskleur
 Haarkleur
 Kledingstijl
 Postuur
 …
o Lichaamstaal
o Gedrag
- Theorie van Mehrabian  7-38-55 regel
↪ Regel geldt alleen wanneer intonatie en inhoud elkaar tegenspreken
o Boodschap 7% bepaald door woorden (inhoud)
o 38% door de toon (intonatie)
o 55% door de lichaamstaal
- Waarnemen is cultuur gebonden (p7)
o Aziatische mensen  kijken naar uitdrukking van ogen
o Europese mensen  richten op mond

1.2.2. Spontane beeldvorming
- Wij vormen snel een beeld op basis van weinig gegevens
- Onze evaluatie gebeurt in milliseconden, en loopt automatisch
- Automatisch =
o Zonder dat het de bedoeling is
o Zonder dat je je er noodzakelijk van bewust bent
o Zonder dat het je aandacht vergt
o Zonder dat je het tegen kunt houden

1

,1.2.2.1. Cognitieve schema’s

- Cognitieve schema’s = innerlijke structuren over de wijze waarop bepaalde
zaken/gebeurtenissen samenhangen
- Door ervaringen leren we dat bepaalde dingen samen voorkomen of op elkaar volgen
 vormen basis van een cognities schema (p8)
- Voordelen
o Sneller reageren op prikkels
o Gemakkelijker en minder vermoeiend om met vele prikkels rond ons om te
gaan
- Psycholoog Roos Vonk  3 functies van cognitieve schema’s
o Schijnwerpen: zorgen dat aandacht naar de juiste zaken gaat (p8)
o Gatenvuller: we vullen met cognitieve schema’s ontbrekende informatie in
(p9)
o Gedragswijzer: door de info te activeren weten we hoe we ons moeten
gedragen (p9)
- Gevaren en nadelen (belangrijk vb p9)
o We verliezen accuraatheid
o Leiden tot stereotypisering/veralgemening met betrekking tot groepen
mensen
- Cognitieve schema’s zijn flexibel  als we er ons bewust van zijn

1.2.2.2. Welke schema’s worden gemobiliseerd?

- Er zijn belangrijke factoren die de richting van onze schema’s zullen bepalen:
- Negatieve stimuli krijgen voorrang
o Een snelle evaluatie zorgt ervoor dat je snel kunt handelen
o Iets positiefs vraagt minder om dwingende acties dan iets negatiefs
- Cultuur
o Specifiek gedrag zal in verschillende culturen verschillende schema’s activeren
(p10)
o Verhalen die we op school horen, zorgen voor activatie van bepaalde schema’s
(p10-11)
- Particuliere ervaringen
o (p11)
- Priming
o Een recente gebeurtenis kan de toegankelijkheid van een bepaald schema
voor een bepaalde tijd verhogen (p11)
- Actuele (gemoeds)toestand
o Interne aard van priming
o Ons humeur bepaalt (p11):
 Hoe we dingen gaan interpreteren
 Waar we naar gaan kijken
 Hoe we hiaten gaan opvullen
- Persoonskernmerken
o Naargelang je persoonlijkheid zullen andere schema’s actief worden
2

, o Persoonlijkheidstheorieën tonen aan dat je, afhankelijk van één of meer
persoonlijkheidskenmerken, aandacht besteedt aan andere zaken
- Situatie
o (p12)
o Als we iets eigen vinden aan de cultuur van een persoon zullen we daar
anders op reageren dan wanneer we dit atypisch vinden voor zijn culturele
achtergrond

1.3. Attributie

- Attributie = toeschrijven, verklaren, een oorzaak geven aan een gedrag (p13)
- Afhankelijk van wat je verklaring van iemands gedrag is, ga je zelf vaak heel ander
gedrag tentoon spreiden
- Interne attributie = gedrag van een persoon toeschrijven aan deze persoon zelf
- Externe attributie = gedrag toeschrijven aan een factor buiten deze persoon
- Stabiele factoren = zaken die je als vaststaand interpreteert
- Variabele factoren = zaken waarvan je denkt dat die kunnen veranderen en variëren
- 2x2 matrix  4 attributiemogelijkheden
o Intern stabiel: vb: de student is geslaagd want hij is slim. Hij heeft een knap
lief want hij is zelf knap. Hij kan dat niet want hij heeft een fysieke beperking.
Ze gebruikt drugs want ze is zwak.
o Intern variabel: vb: de student is geslaagd want hij heeft hard gewerkt. Hij
heeft een knap lief want hij trakteert veel. Hij kan dat niet want hij heeft nog
niet genoeg revalidatieoefeningen gedaan. Ze gebruikt drugs want ze had een
zwak moment.
o Extern stabiel: de student is geslaagd want de docent laat iedereen erdoor om
geen tweede zit te moeten verbeteren. Hij heeft een knap lief want zijn
ouders zijn rijk. Hij kan dat niet want het team van het revalidatiecentrum is
incompetent. Ze gebruikt drugs want ze is in haar jeugd misbruikt.
o Extern variabel: de student is geslaagd want hij had geluk met zijn
examenvragen. Hij heeft een knap lief, maar hij is gewoon een rebound. Hij
kan dat niet want de kinesist is met verlof. Ze gebruikt drugs doordat ze met
de verkeerde mensen omgaat

Intern Extern
Stabiel Persoonlijkheidstrekken, Systemen, structuren,
talenten, gebreken,… persoonlijkheid van
anderen,…
Variabel Fysieke en mentale toestand, Geluk, toeval, gedrag en
gedrag,… toestand van anderen,…


1.3.1. Spontane attributie versus intentionele attributie

- Meestal attribueren we spontaan en ongericht (p15)
- Automatische attributie activeert vooral een eigenschap


3

, - Als we een bepaald doel willen bereiken met een persoon  aan intentionele
gevolgtrekkingen doen
o Intentionele attributie schrijven we bewust een eigenschap toe aan een
persoon

1.3.2. De corresponderende inferentietheorie van Jones en Davis

- Jones en Davis bekijken drie variabelen
o Keuze
o Situatie
o Gevolgen

1.3.2.1. Keuze

- Hoe meer we weten dat iemand iets doet vanuit eigen keuze, hoe sneller we intern
zullen attribueren (p15)

1.3.2.2. Situatie

- Hoe meer het gedrag dat iemand stelt bij de situatie past waarin die verkeert, hoe
minder we intern gaan attribueren (p15)

1.3.2.3. Gevolgen

- Hoe positiever de gevolgen van iemands gedrag zijn, hoe minder we intern zullen
toeschrijven (p16)

1.3.3. Het covariatiemodel van Kelley

- Het meest volledige en correcte verklaringssysteem
- Drie variabelen die onze attributie sturen
o Consensus  hoe lager de consensus, hoe sterker er intern geattribueerd
wordt
o Distinctiviteit  hoe lager de distinctiviteit hoe sterker er intern geattribueerd
wordt
o Hoe hoger de consistentie, hoe sterker er intern geattribueerd wordt
- Wanneer er een duidelijk zicht hebben op deze feiten  juiste attributie maken
- Bij lage consensus, lage distinctiviteit en hoge consistentie doen we aan
persoonsattributie.
- Bij hoge consensus, hoge distinctiviteit en hoge consistentie doen we aan situationele
attributie.
- Bij lage consensus, hoge distinctiviteit en hoge consistentie ligt de oorzaak aan een
combinatie van persoon en situatie.
- Bij lage consensus, hoge distinctiviteit en lage consistentie attribueren we naar de
omstandigheden, het toeval.



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jitskeservaes1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.47. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.47
  • (0)
  Add to cart