Straling : elke manier van overdracht van energie vanuit een bron naar de omgeving zonder dat
hiervoor een medium nodig is.
Vb. Normaalgesproken als je in een college zaal zou zitten, dan hebben wij het gesprek. Ik vertel de
zaken en jullie kunnen eventueel vragen stellen, jullie kunnen mij corrigeren. Voor het overdracht van
die energie, onze vragen gebruiken we geluid. Dat geluid verplaatst zich door de lucht. Dus lucht is
het medium voor het verplaatsen van die energie.
Als je straling hebt in de ruimte heb je geen medium voor het verplaatsen van die energie. Toch zien
wij licht van de zon, toch krijgen wij de deeltjes die vrijkomen bij de hele kernfusieproces bij de zon
ook hier. Dat komt allemaal door het vacuüm.
Wat we zien is dat geluid in de ruimte niet kan voortplanten, maar straling wel.
Stralingsbronnen
Toestellen
- Röntgenapparatuur
- Deeltjesversnellers o.a. :
o Lineaire versneller
o Cyclotron
De stralingsbronnen waarmee wij mee werken binnen de MBRT zijn natuurlijk toestellen. Het
voordeel is dat je ze aan en uit kan zetten en dan is de straling ook klaar. Uitzondering daarop is bij de
deeltjesversnellers, dat bepaalde onderdelen kunnen activeren. Dus de deeltjes die versneld worden,
de elektronen, die kunnen net buiten die versneller komen. En daardoor kunnen ze bijvoorbeeld een
magneet raken of een afremblok.
Bij de radiotherapie heb je het focus. Dat focus daar botsen de elektronen op en die energie van de
elektronen is zo hoog dat in sommige gevallen de kern kan veranderen, waardoor dat onderdeel kan
activeren. Zo’n onderdeel kan langzamerhand dus een beetje radioactief worden. Dus daar komen we
een beetje in een grijs gebied terecht met de opmerking dat toestellen uit te schakelen zijn. Want
sommige onderdelen worden op de duur radioactief en dat is niet uit te schakelen.
Daar zit dan ook een groot verschil tussen met de röntgen en de nucleaire. Dat je bij de nucleaire
eigenlijk altijd straling hebt op het moment dat je daar een patiënt hebt kan je dat niet uit zetten.
,En dat is een enorm groot verschil in de risico’s. We werken daar met open bronnen of ingekapselde
bronnen. En die ingekapselde bronnen zijn relatief veilig, omdat de radioactiviteit daar in een hulsje
aluminium zit bijvoorbeeld. Ook dat kan breken. Die open bronnen zijn juist relatief een groot risico,
want op het moment dat er bijvoorbeeld een patiënt is, en die patiënt is incontinent. Dan komt er
urine op de grond, en als die urine radioactief is, is dat besmettelijk als je het niet goed opruimt.
Ioniserende straling
Het probleem met ioniserende straling is dat je het niet ziet, niet ruikt, niet proeft, niet hoort en ook
niet voelt, maar het is er wel. En juist dat zorgt ervoor dat we er niet heel erg bewust mee zijn dat we
ermee werken. En dat is iets wat je in de praktijk goed in je achterhoofd moet houden.
Gebruik bij medische toepassingen
- Door het gebruik van die straling kan je in een patiënt kijken.
o Radiodiagnostiek
X- foto (röntgenfoto)
CT
o Nucleaire geneeskunde
- Doden van cellen
o Radiotherapie
o Nucleaire Geneeskunde
Ioniserende straling : genoeg energie om elektronen uit de schil los te maken – veroorzaken
ionisaties.
Soorten straling
Als je het als een soort kruis
verdeeld dan heb je aan de linker
kant alle straling die niet ioniserend
is. Die hebben onvoldoende energie
om uit de schil van een atoom een
elektron te schieten en dus die
ionisatie te veroorzaken.
Doordat die ionisatie niet kan
plaatsvinden is die straling ook niet
gevaarlijk. Op dezelfde manier zoals
ioniserende straling. Straling die
wel ioniseert die heeft het risico
met zich dat het DNA kan beschadigen en daarmee een tumor kan genereren. En dat is eigenlijk iets
wat de primaire oorzaken van de risico’s is.
Dan heb je naast de links en rechts verdeling ook nog een boven en onder verdeling. In dit schema
een horizontale verdeling. En dat is het verschil tussen elektromagnetische straling en
deeltjesstraling.
De elektromagnetische straling dat zijn de fotonen, daar zit geen massa aan en dat is röntgenstraling,
dat is gammastraling en dat gebruiken we bij de medische beeldvorming over het algemeen. Omdat
, die deeltjes niet heel erg veel afremmen in een patiënt. Het merendeel van die straling zal door een
patiënt gaan.
Vervolgens kijk je naar de deeltjes, die deeltjes blijven heel snel achter in een patiënt. Die komen
misschien een paar millimeter, een paar micrometer is het geval van alfastraling. Dus die
deeltjesstraling die komt niet uit de patiënt. Het gebruik van deeltjesstraling voor medische
beeldvorming is daarom dus ook niet heel erg gewenst. Omdat er dus vrij veel energie in de patiënt
achterblijft en dus een hoge kans is op het genereren van een tumor en dat is nou net wat we willen
voorkomen.
Elektromagnetische straling
Als je kijkt naar elektromagnetische straling
dan zie je dat het een heel breed iets is. We
hebben een heel klein stukje van het
complete spectrum dat is zonlicht. Zichtbaar
licht dat wij waarnemen met daar
aansluitend infrarood en ultraviolet. Die
meten wij ook al niet meer, maar die zijn er
wel.
Hier zie je ook binnen het elektromagnetisch spectrum het verschil terugkomen weer tussen
ioniserend en niet-ioniserend. En dat verschil tussen ioniserend en niet-ioniserend zit op het randje
van ultraviolet. Dat houdt dus in dat een heel groot gedeelte van het elektromagnetisch spectrum
helemaal links niet-ioniserend is. En dat heeft onvoldoende energie om een elektron uit de schil te
stoten. Doordat het dus onvoldoende energie heeft om zo’n elektron uit de schil te stoten zal er dus
ook niet op dezelfde manier schade aan het menselijk lichaam ontstaan zoals het bij röntgenstraling
en gammastraling het geval is.
Als je hogere energieën hebt, dus niet links maar rechts van het spectrum. Wordt nog een klein stukje
van het ultraviolet meegenomen. En dan heb je röntgenstraling en gammastraling en dat zijn type
stralingen die zo’n ontzettend hoge energie hebben dat er ionisaties plaats kunnen vinden. En door
die ionisaties is niet het risico er, maar beginnen ook die eigenschappen zin te hebben voor de
medische beeldvorming.
Een ander voorbeeld is
kwa order van grootte.
Het zichtbare spectrum is
heel fijn, heel dus. Alles
wat we meten met onze
ogen (zien) vindt zich
plaats in het enorm kleine
stukje (visible)
Als je dan opzij gaat naar
links in dit geval na
microgolven dan zie je dat
die golflengtes die gaan
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ceydaswart. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.95. You're not tied to anything after your purchase.