Recht
Deel 1: rechtsfenomenen regelproducenten
Hoofdstuk 2: Regelproducenten
Afdeling 1: Wat zijn rechtsbronnen
48. Rechtsbronnen
Kijken naar regelproducent
Elementen die samen het recht uitmaken en waarop rechtssubjecten zich kunnen baseren
om hun rechten te laten gelden
49. Regelproducenten
Wetgeving, rechtsspraak en rechtsleer
Billijkheid
o Arbiter kan opdracht krijgen iets op te lossen adhv billijkheid
o rechtvaardig, eerlijk;
o of wet
Gewoonte
Algemene rechtsbeginselen
Vreemd recht
o Vreemd recht ook vorm van recht en wetgeving
Territoriale toepassing
Maakt niet uit als je je in België bevind, vreemd recht moet toegepast
worden
Soort overeenkomst
Private regelgeving
o ook een vorm van wet
50. Bindende en gezaghebbende rechtsbronnen
Bindende rechtsbronnen
Gezaghebbende rechtsbronnen
o Adviezen, elementen/bronnen van recht
o Als ondersteuning van redenering bij het maken van de voormelde keuze
Afdeling II: Wetgever
Belangrijk ex!!!
§1. Begrip
51. Algemeen
Bij wet onderscheidt maken tussen
o Wet in formele zin
Uitgaan van wetgevende macht
Federale staat niet enkel parlement, kamer en senaat maar ook
koning
Trias politica’s
Federale wetgeving: wetten
Deelstatelijke wetgeving
Decreten
o Vlaanderen, Wallonië, gemeenschappen, …
, Ordonnanties
o Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Niet naar inhoud van akte maar naar orgaan dat akte heeft gemaakt
KB NOOIT wet in formele zin maar kan belangrijker zijn dan bepaalde wetten
of decreten
o Wet in materiële zin
Kijken naar bindende aard
KB is bindend!
Door uitvoerende macht, daarom geen wet in formele zin
Algemeen bindende regel
Inhoud doorslaggevend
§2. Soorten wetten
Verschillende lagen wetgeving – verschillende niveaus
Onderscheid gemaakt in de soorten geschreven rechtsnormen naargelang het orgaan dat
de akte produceerde
o Te maken met natiestaat
o Elk vd staten heeft soevereiniteit
= zelfschikking van de staten; een staat is soeverein wanneer het binnen zijn
grondgebied het hoogste gezag voert
Onderscheid tussen
o Internationale normen
o Supranationale normen
53. Internati onale normen
Klassiek verdragsrecht (!!)
o Gaat om rechtsordening tussen staten waarbij de rechtssubjecten de staten zijn en
niet hun onderdanen
o Verdragen zijn:
Bilateraal - tweezijdig
of multilateraal - meerzijdig
o Onderscheid maken tussen:
Verdragen met directe werking
Normatieve verdragen
Indien het verdrag bepalingen bevat waaruit de burger van de
verdragsluitende staten rechtstreeks rechten kan putten
Self-executing
Vb. EVRM
Verdragen zonder directe werking
Wanneer verdragen zo zijn geformuleerd dat ze enkel rechten en/of
plichten bevat voor de verdragsluitende partijen die zich ertoe
verbinden ze uit te voeren in het nationaal recht zonder dat ze
rechten en plichten bevatten voor burgers
Vb. Overeenkomst inzake het behoud van het architectonische
erfgoed van Europa
Europees recht – supranationaal recht
o Onderscheid tussen
Primair recht
, Primair regels afgesproken met aantal partijen met oog oprichting
Europese Unie
VWEU en VWEU
Rechtstreeks afdwingbaar door burgers van de Europese unie
Secundair recht
Geheel van de bindende besluiten
Geheel van regels die het resultaat zijn van een optreden van
instellingen
o Commissie, Raad en Parlement
Organisaties kunnen zelf wetgevende akte opstellen die vervolgens
inwerken rechtstreeks op de interne rechtsnormen
Verordeningen
o Algemene strekking, i/d lidstaten rechtstreeks van
toepassing en rechtstreeks bindend in elk onderdeel
o Bepalen te bereiken doel en modaliteiten om doel te
realiseren
Richtlijnen
o Niet bindend in al hun onderdelen en niet rechtstreeks van
toepassing
o Richt zich op de lidstaten
o Onderscheid maken
Verticale werking
Een richtlijn die door de staat niet tijdig
werd omgezet
Door verticale werking kan men naar de
rechtbank gaan
Richtlijnconforme interpretatie
Europese richtlijnen zijn gericht tot de
lidstaten en moeten door hen worden
omgezet in nationaal recht
In beginsel geen rechtstreekse werking
Geen horizontale werking, nooit burger tegen
burger
Besluiten
o Uitvoeringsmaatregelen die genomen worden
o Verbindend in al zijn onderdelen
Benelux wetgeving
o BE-recht vervangen
o Eenzelfde wettekst door drie nationale parlementen te laten goedkeuren, zodat in
die drie landen dezelfde wettelijke tekst geldt – door Benelux Gerechtshof
Ex!
, 54. Interne rechtsnormen
Wet, decreet en ordonnantie
o Wetten
Federale wetgevende macht – koning, kamer en senaat – trias politicas (in
BE niet zuiver)
Bindende rechtsregel opgelegd door wetgevende macht
Bekrachtiging door koning
Regering kan wetgevend initiatief nemen
Afkondiging en publicatie in het Belgisch Staatsblad
o Decreten en ordonnanties
Deelstatelijke wetgevende macht
Decreten: Vlaanderen, Wallonië, Duitstalige gemeenschap
Ordonnanties: Brussel
o Andere wetten
Verschillende niveaus
o Deelstatelijkniveau
Decreet en ordonnanties puur te maken met locatie
o Bepaalde andere wetten
Besluitwetten
Overmachtssituatie vermijden
Normen die gemaakt zijn tijdens WOI en WOII
Programmawetten
Neiging om tegen einde vh jaar gestemd worden
Maatregelen die zich ingevolge begroting opdringen en meestal
betrekking op sociaal en financieel beleid vd regering
Opdrachtwetten
Zijn zeer specifieke manier tussen wetgever en de uitvoerende
macht
o Uitvoerende macht toegewezen bevoegdheid
o Wetgevende macht kan verzoek doen aan uitvoerende
macht om wet uit te voeren
o Vraag parlement aan Koning om wet aan te passen/te maken
Daar is controle op
Gewone opdrachtswet
o Wanneer wetgever reglementaire bevoegdheid toekent aan
uitvoerende macht (die niet voorkomt in GW 108), omdat
zonder die wet alleen wetgever bevoegd zou zijn krachtens
zijn residuaire bevoegdheid (= expliciet toegewezen
bevoegdheid)
Kaderwet
o Uitvoeringsmogelijkheden geven aan uitvoerende macht
o Door KB’s en Ministeriële besluiten
o Wet die algemene principes, verantwoordelijkheden en
procedures regelt
Bijzonderemachtenwet
o Genummerde KB’s
Bijzonder meerderheidswetten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dianakerknawi. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.