Dit is een samenvatting van de hoofdstukken 41,43,44,45. Alle stof die je moet kennen voor deeltoets 2 van Biologie van Dieren voor de studie Biologie.
Hormonale regulatie (H41):
Hormoon: uitgescheiden molecuul dat door het lichaam circuleert en specifieke cellen stimuleert.
Chemische signaaltransductie:
Endocriene signaling: hormonen, die zijn uitgescheiden in de extracellulaire vloeistof komen
bij de targetcellen via het bloedvatenstelsel. Een functie hiervan is het behouden van
homeostase.
Paracriene signaling: uitgescheiden moleculen triggeren aanliggende cellen tot een respons.
o Prostaglandins: lokale regulatoren door het lichaam heen. Deze geven aan als er pijn.
Autocriene signaling: uitgescheiden moleculen triggeren een respons in de cel, die ze had
uitgescheiden.
Synaptische signaling: neurotransmitters diffuseren over de synaptische spleet en triggeren
een respons bij het targetweefsel.
Neuroendocriene signaling: neurohormonen diffuseren in de bloedbaan en triggeren een
respons van targetcellen.
Signaling door feromonen: chemische moleculen die vrijkomen in het externe milieu. Dit
wordt door soortgenoten opgevangen en leidt tot een respons.
Chemische hormoonsoorten:
Polypeptiden: een voorbeeld hiervan is insuline. De meeste polypeptiden zijn wateroplosbaar
(hydrofiel).
Steroïden: een voorbeeld hiervan is cortisol. De meeste steroïden zijn vetoplosbaar
(hydrofoob).
Amines: epinephrine (wateroplosbaar) en thyroxine (vetoplosbaar) zijn hier voorbeelden van.
De meeste zijn water oplosbaar, maar er zijn ook vetoplosbare dus.
Respons pathway van wateroplosbare hormonen (adrenaline / epiniphrine):
1. In de lever bindt het aan een G-eiwit gekoppelde receptor in het
plasmamembraan van de targetcellen.
2. Het G-eiwit bindt en wordt actief en deze maakt dan Adenylyl
cyclase actief.
3. Adenylyl cyclase zet ATP om in cAMP (second messenger).
4. cAMP maakt eiwitkinase A actief, wat leidt tot:
a. De activatie van een enzym dat glycogeen tot glucose
afbreekt.
b. De verhindering van glycogeen synthese.
Respons pathyway van vetoplosbare hormonen:
1. Het hormoon gaat door het membraan de targetcel in.
2. Hier bindt het aan een cytosolic receptor en vormt een complex dat
in de nucleus gaat.
3. Hier zal het receptorgedeelte van het complex een interactie
aangaan met specifieke DNA-bindende eiwitten. Waardoor het
transcriptie van speciale genen aanpast.
Een hormoon kan verschillende responsen opbrengen op verschillende
plekken.
Endocriene weefsels en organen:
,Een simpel endocriene pathway: begint met een stimulus waarna endocriene cellen worden
geactiveerd en een hormoon uitscheiden. Dit hormoon gaat via de bloedbaan het hele lichaam rond
waar het dan bij de targetcellen aankomt. Deze worden hierdoor geactiveerd en ontstaat een
respons. Dit respons zorgt voor een negatieve terugkoppeling op de stimulus waardoor deze
afneemt.
Een simpel neuro-endocriene pathway: deze begint met een stimulus die wordt opgevangen door
een sensorisch neuron. Deze stimuleert een neurosecretie cel, waardoor deze een neurohormoon
gaat uitscheiden. Dit gaat via de bloedbaan het lichaam door en komt zo bij de targetcellen terecht.
Deze geven een respons en dit zal dat een positieve terugkoppeling op de stimulus hebben waardoor
deze toeneemt.
Alleen negatieve terugkoppeling zorgt ervoor dat de pre-existing state wordt hersteld.
Coördinatie van de endocriene en zenuwsysteem in invertebraten:
neurosecretory cells in de hersenen produceren PTTH, als dit de prothoracic glands bereikt, zal dit
het hormoon ecdysteroïde vrijlaten. Dit triggert vervelling. Verder speelt het hormoon JH een rol: bij
een hoge concentratie zal er weinig metamofose zijn en bij lage concentraties zal deze groot zijn.
Coördinatie van de endocriene en zenuwsysteem in vertebraten:
, de hypothalamus is erg belangrijk hier. Deze ontvangt
informatie van de zenuwen en als respons initieert het neuro-
endocriene signaling. Deze signalen gaan naar de pituitary
glands (hypofyse), bestaande uit:
o Posterior pituitary: krijgt neurohormonen (ADH en
oxytocine) via axonen van de hypothalamus. Deze
blijven in de axonen tot er een signaal wordt gegeven
dat ze uitgescheiden mogen worden naar het bloed:
ADH (vasopressine): reguleert nierfuncties.
Circulatie van ADH zorgt voor waterretentie in
de nieren waardoor de osmolariteit van het
bloed behouden wordt.
Oxytocine: controle over melksecretie
(vrouwen), reguleert
baarmoedersamentrekking tijdens de geboorte.
o Anterior pituitary: synthetiseert en secreteert
hormonen als reactie op RH / IH van de hypothalamus.
De hypothalamus secreteert de hormonen via de
neursecretory cells in het bloed dat door de anterior
pituitary stroomt. Hieromheen zijn endocriene cellen
aanwezig die als reactie hierop zelf hormonen
uitstoten.
Prolactine: stimuleren van melkproductie. Deze
heeft een releasing en
inhiberend hormoon.
Schildklier (thyroid) regulatie:
In zoogdieren helpt het schildklier hormoon de bloeddruk, hartslag, muscle tone,
spijsvertering en reproductieve functies te reguleren.
1. De levels van het schildklierhormoon dalen over de normale gemiddeldes, waardoor
sensorische neuronen signalen sturen naar de neurosecretory cells in de hypothalamus.
2. Deze secreteren TRH in het bloed, dat zich verplaatst door de anterior pituitary.
3. Het TRH zorgt ervoor dat de anterior pituitary TSH (thyrotropine) gaat uitscheiden in
het bloedvatenstelsel.
4. TSH stimuleert endocriene cellen in de schildklier om schildklierhormoon te maken en
dit af te geven aan het bloed.
5. Schildklierhormoon levels stijgen tot ze weer in de normale range vallen. Dan zal het de
vrijlating van TRH in de hypothalamus en de vrijlating van TSH in de anterior pituitary
blokkeren (negatieve terugkoppeling).
Het schildklier hormoon (T3 en T4) bestaat uit iodine, als je dit te weinig hebt zal de
anterior pituitary (hypofyse) TSH blijven aanmaken sinds er geen negatieve
terugkoppeling komt. Hierdoor heeft iemand hoge TSH-levels en zal de schildklier
opzwellen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yanniekvos. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.77. You're not tied to anything after your purchase.