Samenvatting Aantekeningen hoorcolleges Deeltoets 3 Biologie van Dieren
6 views 0 purchase
Course
Biologie van dieren (BB1DIER05)
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Dit zijn mijn aantekeningen van deeltoets 3 van biologie van dieren waar osmoseregulatie, ethologie, immunologie en circulatie uitgebreid worden uitgelegd.
Circulatie
Transport voedings- en afvalstoffen, O2 en CO2:
Diffusie
Gastrovasculaire ruimte
Open circulatie (trachea bij insecten)
Gesloten circulatie
o Enkelvoudig (twee kamers / atrium) bij vissen
o Dubbel (een boezem / ventrikel en twee kamers / atrium) -- > hierdoor zit er meer
druk achter en gaat de bloedsomloop wat sneller
o Dubbel (twee boezems / ventrikels en twee kamers / atrium) -- > hierdoor is er echt
een scheiding tussen het pulmonale circuit en de systeme circuit.
Deze vindt plaats bij de zoogdieren én de vogels, beide zijn ook endotherm
dus is de dubbele bloedsomloop nodig om efficiënt met de energie om te
gaan.
Het hart:
De aorta is de grootste lichaamsslagader met bij de mens daaraan drie vertakkingen richting
de armen en de hersenen. Bij het schapenhart zit een vertakking genaamd de truncus
brachiocephalicus. Deze buigt achter het hart langs naar beneden waar het vertakt naar de
organen (aorta abdominalis). Al deze bloedvaten vertakken zich en geven de voedingsstoffen
af en nemen de afvalstoffen op.
De bloedvaten aan de onderkant van het hart komen samen in de vena cava inferior, maar bij
de dieren wordt dit de vena cava caudalis genoemd. De bloedvaten die samenvoegen boven
het hart worden de vena cava superior genoemd en bij de dieren de vena cava rostralis.
Deze twee aders komen uit in het rechter atrium, waarna het naar het rechter ventrikel
wordt verplaatst. Vanuit hier wordt het zuurstofarme bloed in de arteria pulmonalis dextra
en de arteria pulmonalis sinistra gepompt. Hier komt er zuurstof in het bloed en komt het via
de twee vena pulmonalis, die rechts en links zitten. Vanuit deze komt in de linker atrium en
daarna in de linker ventrikel. Deze pompt het dan weer in de aorta.
Ook zijn er een aantal kleppen aanwezig:
o Tricuspidalisklep: de klep tussen het rechteratrium en -ventrikel (AV-klep). Deze
bestaat uit drie kleppen en heet daarom tricus.
o Bicuspidalisklep: de klep tussen de linkeratrium en -ventrikel (AV-klep). Deze bestaat
uit twee kleppen en heet daarom de bicus.
o Pulmonalisklep (semilunaire kleppen): deze zit in de arteria pulmonalis richting de
longen.
o Aortaklep (semilunaire kleppen): deze zit in de aorta.
AV-klep: het bloed dat in de ventrikels stroomt neemt toe (naar beneden stroomt het) waardoor het
de kleppen naar de atrium terugduwt. Hieraan zitten spieren vast, die zorgen dat de kleppen niet
terugklappen de atrium in.
Semilunaire klep: het bloed wordt omhoog gepompt van de ventrikels de longslagader of aorta in.
Hier stroomt het bloed dus omhoog maar door de zwaartekracht valt het terug naar beneden in de
zakjes, waardoor de ruimte wordt afgesloten. Hiermee wordt het terugvallen van bloed voorkomen.
De hartslag:
, 1. De sinusknoop kan zelf een actiepotentiaal opwekken. Dit gebeurd ongeveer 75 keer per
minuut maar de nervus vagus kan deze verlagen (sympatische systeem) of verhogen
(parasympatische systeem).
2. Het actiepotentiaal verplaatst zich via de gapjunctions snel over de atria en stopt hierna. Dat
komt doordat de kleppen bestaan uit stevig bindweefsel in plaats van hartweefsel en zo het
signaal niet wordt doorgegeven. Deze ring heet de annulus fibrosus.
3. Het actiepotentiaal wordt doorgegeven door de AV-knoop gelegen in de rechterboezem,
waar het via het systeem van Purkinje naar de kamers gaat waardoor deze samentrekken.
De hartcyclus:
1. De atriumsystole: samentrekking van de atrium.
2. De ventrikelsystole: samentrekking van de ventrikels (1 e harttoon).
3. De diastole: hier stroomt een beetje bloed in de atrium in de ventrikels, maar geen
samentrekking. Ook sluiten hier de halvemaanvormige kleppen (2 e harttoon).
Foetale circulatie:
Zuurstof en voedingsstoffen worden uit het bloed van de moeder opgenomen in de
navelstrengader. Het vertakt via de navelstrengader (in dit geval zuurstofrijk) tot twee aders.
De ene ader gaat naar de lever, waar de voedingsstoffen worden omgezet
tot lichaamseigen stoffen. De andere vertakking
komt uit op de onderste holle ader en gaat
richting het hart.
De rechterhelft van het hart zorgt dat bloed naar
de longen gaat voor zuurstof opname, maar
sinds het zuurstof al van de moeder afkomt is
het onnodig om het bloed via de longen te laten
lopen. Om dit te voorkomen zijn er twee wegen:
o Het ovale venster (foramen ovale): een
opening tussen de atriums waardoor het
bloed gelijk in de linkerboezem komt.
o De ductus arteriosus: een klein vat vanuit
de longslagader naar de aorta zodat het
bloed niet door de longen hoeft.
Bloeddruk:
De bloedvaten zijn elastisch waardoor het bloed wordt voortgeduwd.
Systolische druk (bovendruk): de druk op het bloedvat als er bloed in zit.
Diastolische druk (onderdruk): de druk op het bloedvat als er geen bloed in zit.
Bij de aorta zijn deze drukken hoger dan in de arteria pulmonalis omdat dit vat groter is en
de wand minder elastisch is.
Structuur bloedvaten:
Elastische arteriën (slagaders): deze hebben in de wand veel elastische vezels.
Musculeuze arteriën (slagadres): deze hebben veel glad spierweefsel, wat kan samentrekken
bij het krijgen van een signaal. Hiermee kan gereguleerd worden of het bloed (bijv. tijdens
inspanning) naar de spieren gaat of (bijv. in rust) naar het verteringsstelsel.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yanniekvos. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.55. You're not tied to anything after your purchase.