Bedrijfseconomie voor het besturen van organisaties
Een samenvatting van BEC2 (HAN) van bedrijfseconomie voor het besturen van organisaties. Onnodige theorie staat er niet in, want deze wordt amper gevraagd op de toets. De belangrijke theorie staat er wél in. Verder worden alle berekenen die je moet maken, uitgelegd aan de hand van voorbeelden.
Kosten die afhankelijk zijn van de productieomvang zijn Variabele Kosten. Zoals loonkosten,
onderhoudskosten, energiekosten en kosten van grondstoffen.
Maar er zijn ook constante kosten zoals kosten van de grond, fabriekshal en machines. Bij uitbreiding
stijgen de constante kosten (eenmalig). Voorbeelden zijn:
- Afschrijving = CK
- Onderhoud en reparatie = CK (Vast deel, jaarlijkse controle) en VK(iets kapot)
- Rentekosten = CK
- Loonkosten = CK (vast contract, administratie) en VK (flexcontract, overuren)
Je hebt, proportioneel variabele kosten, deze veranderen recht evenredig met een verandering in de
bedrijfsdrukte. Een voorbeeld is grondstofkosten . Deze blijven per eenheid product gelijk.
TVK:q = GVK GVK = MK proportioneel variabele kosten
Bij progressief stijgende variabele kosten veranderen de kosten meer dan evenredig op een
verandering in de bedrijfsdrukte. De kosten per eenheid nemen toe. Vaak ontstaat dit als een
onderneming aan zijn capaciteit zit. Een voorbeeld is hogere slijtage.
Bij degressief stijgende variabele kosten veranderen de kosten minder dan evenredig op een
verandering in de bedrijfsdrukte. De kosten per eenheid nemen af. Dit gebeurt vaak als een
onderneming met lage bedrijfsdrukte de productie verhoogd. Arbeiders worden gespecialiseerder,
dus goedkoper en er treden kwantumkortingen op de inkoop op.
Figuur 5.1, 5.2, 5.3, 5.4,5.5 en 5.6
Er zijn ook gemengde kosten zoals elektriciteit. Een bedrijf rekent een vast tarief per maand en
daarbij een tarief per verbruik.
Als je als bedrijf weet op welke wijze de kosten reageren op een wijziging in de bedrijfsdrukte dan
kan je nagaan wat de gevolgen van bepaalde beslissing zijn voor de kosten en het financiële
resultaat.
Het totaal van de variabele en vaste kosten is de integrale kostprijs.
Dienstverlenende organisatie
Bij een dienstverlenend bedrijf moet in het uurtarief alle kosten van de organisatie in zitten verwerkt,
vermeerderd met winstopslag.
Bij diensten wordt vaak een urenregistratie bijgehouden voor de factuur aan de cliënt. Als er
werkzaamheden jaarlijks terugkeren kan je hier op inspelen door middel van automatisering, de
efficiëntie wordt verhoogd waardoor het uurtarief lager kan worden.
Om de kostprijs te berekenen moet je aan de volgende dingen denken:
- Kan de medewerker alle werkzaamheden uitvoeren of is specialisatie wenselijk?
- Kunnen alle uren gedeclareerd worden aan de cliënten? Denk hierbij aan gewerkte uren en daarbij
onderscheid in directe uren en indirecte uren zoals werkoverleg en personeelszaken. En er zijn niet
gewerkte uren zoals ziekte- en feestdagen die wel in het uurtarief komen.
- Kunnen alle werkzaamheden op uurbasis worden gefactureerd of worden er ook vaste
prijsafspraken gemaakt? Bij terugkerende afspraak kan gemakkelijker een vaste prijs worden
bepaald, maar je moet hierbij wel opletten op de werkzaamheden die zijn verricht die niet in de
prijsafspraak zitten maar wel moeten komen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jes07. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.