100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Biologie Examen HAVO 2004 $2.68   Add to cart

Exam (elaborations)

Biologie Examen HAVO 2004

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Biologie-examenvragen HAVO voorzien van antwoorden

Preview 4 out of 50  pages

  • May 19, 2023
  • 50
  • 2004/2005
  • Exam (elaborations)
  • Questions & answers
avatar-seller
04
Examen HAVO
20
biologie
Hoger
Algemeen
Voortgezet
Onderwijs Tijdvak 1
Woensdag 2 juni
13.30 – 16.30 uur




Als bij een open vraag een verklaring, uitleg
of berekening gevraagd wordt, worden aan
het antwoord meestal geen punten toegekend
als deze verklaring, uitleg of berekening
ontbreekt.

Geef niet meer antwoorden (redenen,
Voor dit examen zijn maximaal 87 punten te voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd.
behalen; het examen bestaat uit 49 vragen. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden
Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel gevraagd en je geeft meer dan twee redenen,
punten met een goed antwoord behaald kunnen dan worden alleen de eerste twee in de
worden. beoordeling meegeteld.




400015-1-18o Begin

, Tenzij anders vermeld, is er sprake van normale situaties en gezonde organismen.

Erfelijkheidstest
Om uit te zoeken of iemand drager is van een bepaald gendefect, kan aan de hand van een bloedmonster
DNA uit de chromosomen onderzocht worden.
2p 1 „ Welk bestanddeel van het bloed kan gebruikt worden voor het opsporen van een eventueel gendefect
aan de hand van DNA uit de chromosomen?
A bloedplaatjes
B bloedplasma
C rode bloedcellen
D witte bloedcellen

afbeelding 1
Legenda:
vrouw
vrouw met borstkanker
man


?

bewerkt naar: A. de Ron en J. Geraedts, Mens en genen, Natuur & Techniek, 8, 1998

Afbeelding 1 is de stamboom van de familie van Carla. Carla is aangegeven met het vraagteken. In deze
familie komt borstkanker voor. Carla vraagt zich af of zij een verhoogde kans heeft op het krijgen van
borstkanker. Daarom wordt DNA uit het bloed van alle personen in de stamboom onderzocht. Er zijn
meer genen die erfelijke borstkanker kunnen veroorzaken. In de betreffende familie wordt DNA-
onderzoek gedaan waarbij op twee genen wordt gelet: gen A en gen B. Verandering in één van beide of
in beide genen kan borstkanker tot gevolg hebben.
1p 2 † Geef de biologische term voor het optreden van een verandering in een gen.

Voor het onderzoek naar borstkanker worden DNA-moleculen uit het bloed van elke persoon in stukjes
geknipt. Dit knippen gebeurt met enzymen. De brokstukken die zo ontstaan, kunnen van elkaar
gescheiden en zichtbaar gemaakt worden. De scheiding vindt plaats in een gel: dit is een soort
gelatinelaagje. In deze gel bewegen in een elektrisch veld grote brokstukken minder snel dan kleine
brokstukken. Een verandering in gen A of in gen B levert grotere DNA-brokstukken op.
Het resultaat van het DNA-onderzoek in de familie is weergegeven in afbeelding 2.

afbeelding 2 Legenda:
vrouw
vrouw met borstkanker
man


?




afstand afgelegd
gen A in gellaag




gen B
gellaag

bewerkt naar: A. de Ron en J. Geraedts, Mens en genen, Natuur & Techniek, 8, 1998




400015-1-18o 2 Lees verder

,2p 3 „ Kan uit afbeelding 2 afgeleid worden of de erfelijke vorm van borstkanker in deze familie veroorzaakt
wordt door een verandering in gen A en/of door een verandering in gen B?
A nee
B ja, alleen door een verandering in gen A
C ja, alleen door een verandering in gen B
D ja, zowel door een verandering in gen A als in gen B

Uit het familieonderzoek blijkt dat Carla geen verhoogde kans op borstkanker heeft, maar haar zus wel.
De arts die het testresultaat voor zich heeft, ziet zich voor een gewetensprobleem geplaatst. Moet hij de
zus van Carla, die niet om een test heeft gevraagd, inlichten?
1p 4 † Geef een (bio)medisch argument waarom de arts zou kunnen besluiten om die zus wel in te lichten over
het testresultaat.

Het einde van de dinosauriërs
Ongeveer 65 miljoen jaar geleden sloeg een meteoriet met een diameter van ongeveer 10 kilometer en
een snelheid van 30-40 km/sec in bij Chixculub op het Mexicaanse schiereiland Yucatan. Er ontstonden
geweldige branden, gevolgd door maandenlange duisternis op de gehele aarde: een enorme stofwolk
hield het zonlicht tegen. De aarde koelde af. Door de geweldige hoeveelheid CO2 , veroorzaakt door de
branden, werd het weer warmer op aarde. Tijdens de inslag reageerden N 2 en O2 in de lucht met elkaar,
waardoor er grote hoeveelheden stikstofoxiden ontstonden.
Door deze laatste twee effecten kwamen de organismen die de eerste klap overleefd hadden, alsnog in
moeilijkheden.
1p 5 † Wat is de naam van het verschijnsel waarbij de aarde warmer wordt ten gevolge van een grote
hoeveelheid CO 2 in de atmosfeer?

Stikstofoxiden kunnen met water in de atmosfeer reageren tot HNO3 (salpeterzuur).
2p 6 † - Wat is de naam van het verschijnsel dat optreedt door de aanwezigheid van HNO3 (salpeterzuur) in de
atmosfeer?
- Leg uit dat dit verschijnsel kan leiden tot verminderde levenskansen voor organismen.

Na de meteorietinslag verdween naar schatting 50% van alle genera (geslachten) van dieren. De vaak
grote dinosauriërs verdwenen volledig. Dit gold zowel voor plantenetende als voor vleesetende soorten.
2p 7 † Leg uit hoe alleen al maandenlange duisternis, ook zonder afkoeling, oorzaak kan zijn van het
uitsterven van de vleesetende soorten.

Van de zoogdieren bleef in deze periode een beperkte groep van primitieve, kleine dieren in leven.
Na de ramp nam het aantal zoogdiersoorten sterk toe. Er ontstonden ook grotere soorten dan voorheen.
2p 8 † - Welke mechanismen hebben na de inslag, volgens de evolutietheorie, geleid tot het ontstaan van
nieuwe soorten zoogdieren?
- Leg uit waardoor deze nieuwe soorten zich na de inslag konden handhaven.

Het idee van een meteorietinslag als oorzaak van massaal uitsterven berust vooral op onderzoek van de
Amerikaan Walter Alvarez en de Nederlander Jan Smit. Zij ontdekten onafhankelijk van elkaar dat
ongeveer 65 miljoen jaar geleden (op de overgang van het Krijt naar het Tertiair) een bijzonder
sediment is afgezet. Dit dunne, zogenaamde KT-laagje is zeer arm aan fossielen, maar zeer rijk aan het
element iridium. Dit element komt nergens in gesteenten op aarde in zulke hoge concentraties voor,
maar wel in meteorieten.
2p 9 „ Op welke manier konden Alvarez en Smit de hypothese dat een meteorietinslag de oorzaak van het
massale uitsterven was, aannemelijk maken?
A doordat ze de invloed van iridium op organismen in het laboratorium onderzochten
B doordat ze de plaats van de meteorietinslag vonden bij Chixculub op het Mexicaanse schiereiland
Yucatan in Mexico
C doordat ze in de lagen onder het KT-laagje fossielen vonden die sterk verschilden van de fossielen in de
lagen boven het KT-laagje
D doordat ze met behulp van een computer simulaties van hun ideeën uitvoerden




400015-1-18o 3 Lees verder

, Vegetatiezones in de Andes
In het Andesgebergte in Colombia vind je verschillende vegetatiezones. Van laag naar hoog: tropisch
bos, bergbos, struikpáramo (een zone met voornamelijk struikgewas) en ten slotte páramo (een soort
alpenweide zonder bomen en struiken). Daarboven is geen vegetatie meer, maar bevindt zich eeuwige
sneeuw (zie afbeelding 3).

afbeelding 3 vegetatiezones in de Andes
hoogvlakte van Bogotá

hoogte west oost hoogte west oost
(m) (m)
5000 5000
boomgrens
4000 4000 P
Q
3000 3000
boomgrens
R
2000 2000

1000 1000
S
0 0
in de ijstijd tegenwoordig
Legenda:
eeuwige sneeuw struikpáramo tropisch bos
páramo bergbos

bewerkt naar: H. Mommersteeg; Pollens! Wat heeft stuifmeel met het broeikaseffect te maken?, UvA,
januari, 1995

Abiotische milieufactoren zijn water, licht, bodem, temperatuur, wind en lucht.
2p 10 „ Welke abiotische factor is vooral verantwoordelijk voor het opschuiven van de verschillende
vegetatiezones in de Andes?
A bodem
B licht
C lucht
D temperatuur
E water
F wind

Onder biodiversiteit wordt hier verstaan het aantal verschillende soorten in een ecosysteem. In
afbeelding 3 zijn vier zones aangegeven met de letters P, Q, R en S.
2p 11 „ In welke zone is de biodiversiteit het kleinst?
A in zone P
B in zone Q
C in zone R
D in zone S

Bogotá ligt op een hoogvlakte op 2550 meter boven zeeniveau. Vroeger was deze hoogvlakte de bodem
van een meer tussen twee bergruggen; 30.000 jaar geleden viel dit meer droog.
Op de hoogvlakte zijn stuifmeelkorrels te vinden van planten die vroeger rond het meer stonden en van
planten die op de berghellingen stonden. Iedere plantensoort heeft zijn eigen type stuifmeelkorrels
(pollenkorrels). Door pollenanalyse wordt bepaald wat het aandeel is van de verschillende typen
stuifmeelkorrels in de lagen die op de bodem van het meer zijn afgezet.
2p 12 „ Onder welke omstandigheden blijven stuifmeelkorrels het best bewaard?
A in koud, zuurstofarm water
B in koud, zuurstofrijk water
C in warm, zuurstofarm water
D in warm, zuurstofrijk water




400015-1-18o 4 Lees verder

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tandhiwahyono. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $2.68. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

81849 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$2.68
  • (0)
  Add to cart