Fiscaliteit ondernemen
Deel 1: vennootschapsbelasting
Basisbegrippen
Er zijn 4 verschillende vormen van inkomstenbelasting (art. 1, §1 WIB):
1) Een belasting op het totale inkomen van inwoners van België = personenbelasting
(PB)
2) Een belasting op het totale inkomen van binnenlandse vennootschappen =
vennootschapsbelasting (VenB)
3) Een belasting op inkomsten van niet-inwoners = belasting van niet-inwoners (BNI)
(kan zowel natuurlijk persoon zijn als rechtspersoon)
4) Een belasting op inkomsten van andere Belgische rechtspersonen dan
vennootschappen = rechtspersonenbelasting (RPB)
Vb: vzw’s
Wie is aan de Art. 179 – 182 WIB
vennootschapsbelasting Alle vennootschappen, verenigingen, inrichtingen of instellingen
onderworpen? die aan volgende voorwaarden cumulatief voldoen:
à Rechtspersoonlijkheid, zetel in België, verrichtingen
winstgevende aard:
o Rechtspersoonlijkheid bezitten (= afzonderlijke
juridische entiteit afgescheiden van die van haar leden)
- Rechtspersoonlijkheid bezitten volgens Belgisch
of buitenlands recht
- Uitgesloten: feitelijke verenigingen, tijdelijke
handelsverenigingen, …
o Voornaamste inrichting of de zetel van bestuur in België
hebben
- Doorslaggevend voor de bepaling van het fiscale
inwonerschap is de plaats waar het werkelijk
bestuur van de vennootschap in gelegen is.
- Er is een wettelijk vermoeden dat als de
statutaire zetel in België ligt, de werkelijke zetel
ook in België gelegen is (weerlegbaar maar dan
ook bewijzen dat je in het buitenland belast zal
worden).
o Zich bezighouden met een exploitatie of met
verrichtingen van winstgevende aard:
- Exploitatie van een onderneming = met
winstoogmerk van een nijverheids-, handels,- of
landbouwbedrijf exploiteren
1
, - Verrichtingen van winstgevende aard
(verhouding belangeloze activiteit versus
winstgevende activiteit, herhaaldelijk karakter,
nijverheids- en handelsmethodes, met een
zekere organisatie)
Belastbare grondslag Art. 183 WIB
“Onder voorbehoud van de in deze titel omschreven
afwijkingen zijn, wat hun aard betreft, de inkomsten die
onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting of daarvan
vrijgesteld zijn, dezelfde als die welke inzake personenbelasting
worden beoogd; het bedrag ervan wordt vastgesteld volgens de
regels die van toepassing zijn op winst.”
Art. 185, §1 WIB
“Vennootschappen zijn belastbaar op het totale bedrag van de
winst, uitgekeerde dividenden inbegrepen.”
Om het fiscaal resultaat te bepalen gaan we uit van het
boekhoudkundig resultaat na belasting (zowel de niet-
uitgekeerde als de uitgekeerde winst). Hierop worden
aanpassingen aangebracht, waardoor het fiscaal resultaat nooit
gelijk zal zijn aan het boekhoudkundig resultaat.
De vennootschap is belastbaar op de winsten zoals bepaald in
art. 24-26 WIB.
à Alles wat de vennootschap ontvangt boven haar kapitaal, is
een baat van haar winstgevende activiteiten en wordt
beschouwd als winst.
Belastbaarheid is er op het ogenblik dat er een zekere en
vaststaande vordering is.
Soorten aanslagen Belastbare grondslag belastbaar tegen gewoon tarief.
Gereserveerde winst = winst die niet uitgekeerd wordt en in de
onderneming blijft (met aantal correcties)
2
, Art. 215 WIB en art. 1:24, §1, §2 WVV
Belastbaar tijdperk en Belastbaar tijdperk = boekjaar
aanslagjaar Aanslagjaar:
o Boekjaar eindigt op 31/12/N (boekjaar = kalenderjaar)
à aanslagjaar N + 1
Vb: boekjaar 01/01/2022 – 31/12/2022 à aj. 2023
o Boekjaar eindigt NIET op 31/12/N à aanslagjaar N
(kalenderjaar waarin boekjaar eindigt)
Vb: boekjaar 01/07/2021 – 30/06/2022 à aj. 2022
Vb: boekjaar 01/10/2022 – 30/09/2023 à aj. 2023
Normaal 12 maanden maar kan langer en korter maar kan
maximaal lopen tot 2 jaar – 1 dag.
Indiening van de o Verplichte elektronische aangifte (via Biztax)
aangifte o Bijlagen:
- Jaarrekening (indien geen verplichte neerlegging
bij NBB)
- Verslagen en besluiten van de algemene
vergadering
à Of de winst al dan niet zal worden uitgekeerd of
in de onderneming zal blijven
- Begeleidende opgaven invullen
o Termijnen van aangifte: 7 maanden vanaf de eerste dag
van de maand van de balansdatum
(zaterdag/zondag/feestdag : verlenging naar eerste
werkdag) (art. 310 en 311 WIB)
o Afwijkingen kunnen worden toegestaan door de
administrateur-generaal van de administratie.
à Aangiftetermijnen FOD Financiën aj. 2022
Fiscale o Synoniem kleine vennootschap = KMO
gunstmaatregelen voor o Verlaagd tarief eerste schijf 100 000 EUR (mits
kleine voorwaarden) à 20 % i.p.v. 25%
vennootschappen o Bijkomende kosten mogen in één keer afgeschreven
worden
o Verhoogde tarief aftrek voor risicokapitaal (notionele
intrestaftrek)
o Gewone eenmalige investeringsaftrek
3
, o Verhoogde investeringsaftrek voor beveiliging en
digitale vaste activa
o Geen supplement wegens onvoldoende
voorafbetalingen tijdens de eerste 3 boekjaren
o Liquidatiereserve
o Verlaagde RV voor uitgekeerde dividenden op VVPR-bis
kapitaal
o Geen beperking aftrek overgedragen verliezen tijdens
eerste 4 boekjaren
o Geen minimumbezoldiging vereist voor verminderd
tarief tijdens eerste 4 boekjaren
o …
In boek p233 staan de artikelen bij.
Definitie van een kleine o Art. 1:24, §1 WVV: kleine vennootschappen zijn deze die
vennootschap op balansdatum van het laatste boekjaar niet meer dan
1 criterium overschrijden:
- Jaargemiddelde personeelsbestand 50
- Jaaromzet (excl. BTW) 9 000 000 EUR
à Indien een boekjaar minder of meer is dan 12
maanden dan wordt de omzet geprolateerd.
- Balanstotaal 4 500 000 EUR
o Art. 1:24, §2 WVV: overschrijding heeft slechts gevolgen
wanneer dit zich gedurende twee opeenvolgende
boekjaren voordoet
à Wijziging naar groot/klein gaat in vanaf het boekjaar
dat hierop volgt
Voorbeeld:
o Verbonden vennootschappen à de grenzen worden
vanuit fiscaal oogpunt altijd beoordeeld op
geconsolideerde basis (= op basis van de hele groep
samen)
Vb: hoeveel personeel in hele groep en op basis daarvan
klein of groot en geldt voor elk uit de groep
Reserves
De belastbare Reserve = gedeelte van de winst dat niet uitgekeerd wordt (=
gereserveerde winst eerste winstbestanddeel)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bdp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.44. You're not tied to anything after your purchase.