1. Wat is een verzorgingsstaat?
2. Uit welke vijf elementen bestaat de Nederlandse vzs?
3. Sociale zekerheid kan onderverdeeld worden in een aantal componenten.
Beschrijf deze. Hoe worden ze gesubsidieerd, wie regelt de uitvoering en voor
wie gelden de componenten? Geef voorbeelden van regelingen die onder de
componenten vallen.
4. Wat zijn de kenmerken van postindustrialisatie?
5. Hoe verschilt postindustrialisatie van industrialisatie?
6. Hoe beïnvloeden arbeidsrelaties iemands leven volgens Sennett?
7. Wat zijn de belangrijkste kenmerken van een postindustriële samenleving
volgens Bell? Geef hierbij een voorbeeld.
8. Welke kritiek geeft Webster op Bell?
9. Logic of indutrialism these en de conflict-sociologische visie verklaren het
verband tussen modernisering en vzs. Hoe verschillen de twee theorieën van
elkaar? Gebruik hierbij een voorbeeld.
10. Espering-Andersen heeft drie typologien voor vzs (Van der Veen), welke en wat
houden ze in?
11. Hoogenboom schrijft in zijn artikel Netherlands and the crises over de invloed
van de crisis op de Nederlandse vzs. Volgens hem zijn verschillende invloeden
geweest. Beschrijf er twee en noem hierbij voorbeelden.
12. Hemerijk, Engelen en Trommel betogen in hun artikel dat de overgang van een
beschermingsstaat naar een investeringsstaat noodzakelijk is. Leg het verschil uit
tussen deze staten en geef een verklaring voor de benodigde overgang volgens de
auteurs.
13. Zorgt moderniteit voor afbouw vzs? Leg dit uit aan de hand van Lash & Urry en
geef een voorbeeld.
14. Wat is post-Fordisme?
15. Is post-Fordisme terug te zien in de Nederlandse samenleving?
16. Wat waren de oorzaken voor de afbraak van de industriele vzs?
17. Heeft postindustrialisering ervoor gezorgd dat er een nieuwe wijze van het
productieproces ontstond in Nederland en dat de vzs werd aangepast op het
post-Fordisme, of is er sprake van puur de invloed van een ideologie?
18. Is er sprake van een postindustriële vzs in Nederland?
19. Hoogenboom beschrijft in zijn artikel (two tiers for all) de verandering in het
vroegere en huidige systeem van werkloosheidsverzekeringen. Dit is nu
gebaseerd op two tiers. Waarom was het oude systeem niet meer houdbaar en
wat is er allemaal veranderd?
20. Het two tiers systeem was redelijk makkelijk door te voeren. Hiervoor geeft
Hoogenboom twee verklaringen. Beschrijf deze.
21. Het nieuwe systeem van werkloosheidsverzekeringen heeft een nieuwe
afzwakking teweeg gebracht van corporatisme en een versterking van
nationalisme. Verklaar dit.
22. Bonoli heeft het in zijn artikel over New Social Risks die het gevolg zijn van de
transitie van een industriële naar postindustriële samenleving. Leg deze uit.
23. Welke groepen zijn hier het meest kwetsbaar voor en hoezo?
24. Modernisering kan op twee manieren invloed hebben op individualisering. Licht
deze toe.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kerstjes. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.