- Begrijpen van de wereld waarin we leven
o Geschiedenis draagt hierbij toe tot het vormen van een standpunt
o Onze kleine wereld: onszelf, gezinssituatie
o De grote wereld: actualiteit
- Nut/betekenis van geschiedenis
o Draagt bij tot competenties
o Cognitieve doelstellingen
o Sociale/affectieve doelstellingen
2 GESCHIEDENIS ALS COMPLEXE EN ALLESOMVATTENDE WETENSCHAP
Contextueel/integratief raadpleegt een geheel van bronnen om samen met de
belanghebbenden een inschatting van de situatie te maken
Historiserend/evoluerend kritisch signaleert wrijvingen tussen de evoluerende samenleving
en de belanghebbenden
Geschiedenis is een sociale (mens) wetenschap waarbij visies en interpretaties minstens zo
belangrijk zijn als harde feiten en cijfers menswetenschappen versus positieve/exacte
wetenschappen. Hierdoor krijgt geschiedenis vaak het stigma van ‘onwetenschappelijk’ te
zijn, maar niets is minder waar.
Geschiedenis gaat over gebeurtenissen uit het verleden, kan van duizenden jaren geleden zijn
maar ook van gisteren. Dus dit betekent dat de actualiteit van nu eigenlijk al net voorbij is en
dus ook als geschiedenis wordt beschouwd. Het is geen voorspellende wetenschap dus wordt
er niet gekeken naar wat zou kunnen komen, dus geschiedenis doet niet mee aan futurologie.
Wel kunnen huidige situaties vergeleken worden met vroegere om parallellen te vinden.
Gebeurtenissen hoeven ook niet wereldschokkend te zijn, ook dagdagelijkse handelingen zijn
onderwerp van onderzoek.
Historische methode, gebruik maken van feiten, bronnen en interpretatie/verklaringen.
Problematiek van het objectieve en subjectieve.
- Bronnen = de sporen die werden achtergelaten op het moment van de feiten
- Feiten = het enige objectieve zelf aan de geschiedenis (vb. na een ongeval zal iedere
getuige het andere verwoorden/vertellen dit is subjectief)
- Interpretatie/verklaring = wat we vandaag doen is het zoeken naar het verleden van
wat er daar gebeurd is
De tijd evolueert van het verleden naar het heden maar de visie van de geschiedenis is het
tegenovergestelde, hierbij kijk je van het heden naar het verleden is ook subjectief. We
moeten opletten met het historische anachronisme = iets wilt tegen de tijd in gaan, dat niet
klopt met de tijdsevolutie (vb. de moord op Julius Caesar)
1
,Primaire versus secundaire bronnen
- Primaire bron = een bron uit eerste hand (rechtstreeks), iemand was erbij, iemand
heeft het meegemaakt
o Probeer zoveel mogelijk primaire bronnen te gebruiken
o Moet een feit zijn, objectief zijn
o Vb. Oekraïense journalist tijdens de oorlog daar zal een subjectief verslag
uitbrengen en is dus niet primair
- Secundaire bron = iemand heeft het horen zeggen
o Is een interpretatie
o Vb. de cursussen van de docenten
Geschreven versus ongeschreven bronnen
- Geschreven bron = vanzelfsprekende dingen van de bevolking zoals liederen en
gedichten
o Zijn officiële stukken
o Die zijn juister, dichter bij de feiten
o Vb. de krant of metro van vroeger
o Vb. statistieken, belastingen…
- Niet-geschreven bron/ongeschreven bron = zijn overblijfselen in steden, landschap,
maar ook in museums en mondelingen overleveringen
o Vb. de smalle straten in Barcelona zijn nog van vroeger, de kerken van vroeger,
mensenresten onder de grond
o Vb. de Eskimo’s en de indianen hebben een mondelinge overleveringen en geen
geschreven geschiedenis
o Vb. de mondelingen geschiedenis van de interviews met de overlevenden van de
WOII/concentratiekampen (=getuigenissen)
Omdat geschiedenis over alles gaat wat al gebeurd is, wordt geschiedenis opgedeeld in
vakjes. Deze vakjes kunnen, mogen en moeten doorbroken worden. Ze zijn arbitrair en geen
reflectie van de werkelijkheid. Ze dienen enkel om het bestuderen van geschiedenis
eenvoudiger te maken.
Opdeling kan volgens:
2
, - Domeinen
- Tijd
- Ruimte
- Samenlevingstypes
2.1 DOMEINEN
De verschillende domeinen:
- Cultureel
o Beschavingstoestand van de mens, de geestelijke productie van de mens, zijn
cultuuruitingen, zijn interesses, zijn vrijetijd, maar ook over de
wetenschapsontwikkeling
- Sociaal
o De mens in de maatschappij als groepslid met zijn groepsverbindingen en -
verhoudingen en de verschillende problematieken die daaruit voortvloeien
(werkloosheid, criminaliteit, alcoholisme, armoede, prostitutie, huisvesting…)
- Economisch
o Welvaart en materiële belangen van de mens; handel, industrie, landbouw,
economische systemen…
- Politiek
o Politiek-bestuurlijk: beleid, staatskunde, politieke stromingen, oorlogen,
koningen…
o Politiek-territoriaal: grondgebied
Deze opdeling in domeinen lijkt artificieel maar de geschiedenis is veel complexere, de
domeinen zijn doorweven
2.2 INDELING IN TIJD
Tijdseenheden = seconde, minuut, uur, dag, week, maand, jaar, decennium, eeuw,
millennium
Tijdrekening cyclisch = maanden, dagen
Tijdrekening lineair = jaartellen
Onze tijdsrekening is het Christelijke tijdrekening (ook wel de gregoriaanse kalender
genoemd), wij zijn dan begonnen met het tellen van onze jaren
- Bij de moslims zijn ze 622 jaar later begonnen met tellen
- De joden hebben 3761 jaar eerder begonnen met tellen
Onderscheid tussen synchroon en diachroon
- Synchroon = op hetzelfde moment in de tijd over alle domeinen gaan kijken wat er
gebeurt, alle domeinen van de geschiedenis tijdens een bepaalde periode in het
verleden
o Vb. 13 maart betekent voor heel het land een lockdown door corona
- Diachroon = je gaat een doorsnede maken in de tijd maar je gaat naar 1 aspect gaan
kijken, een bepaald thema van de geschiedenis doorheen meerdere periodes in het
verleden
o Vb. de geschiedenis van de sport, olympische spelen
Onderscheid tussen continuïteit en discontinuïteit
3
, - Continuïteit = ontwikkelingen die standvastig blijven, je kunt de tijd niet stilzetten, het
tijdsverloop, hij verloopt continue
- Discontinuïteit = ontwikkelingen die voor een breuk zorgen in de geschiedenis
o Vb. een evolutie en plots gebeurt er ets wat niet past in de evolutie, die evolutie
wordt verbroken
Tijdniveaus
- Evenementieel niveau of korte termijn = meestal periodes van ongeveer maximum 1
jaar
o Vb. 9/11, verkiezingsjaar
- Conjunctureel niveau of middellange termijn = meestal periodes van ongeveer 10 jaar
o Vb. huidige economische crisis of terreurdreiging
- Structureel niveau of lange termijn = meestal periodes van tientallen of meer jaren
o Vb. industriële revolutie
Historisch referentiekader:
Opdeling in de tijd is artificieel. Er was geen plotse overgang, de mensen gingen niet slapen
en opstaan in een nieuwe tijdsperiode. De keuze van deze datums kwam door een
wereldschokkende gebeurtenis die een start- of eindpunt was voor een periode.
Vooral de focus op de langere termijn biedt het voordeel dat men belangrijke bewegingen
over een grotere tijdsperiode kan bestuderen.
Cesuren worden gelegd om het verleden bestudeerbaar te maken. Ze zijn arbitrair bepaald
(willekeurig en evenementieel). Toch op het snijvlak van continuïteit en discontinuïteit.
2.3 RUIMTE
De ruimte kan ingedeeld worden in
- Lokaal
o Vb. Brugge
- Regionaal
o Vb. West-Vlaanderen
- Nationaal
o Vb. België
- Continentaal
o Vb. Europa
- Mondiaal/globaal
o Vb. Wereld
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller manupylyser. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.42. You're not tied to anything after your purchase.