100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting farmacotherapie: deel centraal zenuwstelsel $5.89   Add to cart

Summary

Samenvatting farmacotherapie: deel centraal zenuwstelsel

 42 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting hoort samen met de samenvattende tabellen. Inhoud: centraal zenuwstelsel

Preview 4 out of 42  pages

  • May 20, 2023
  • 42
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting: Farmacotherapie
I: CZS
1 Depressie (dia 1 – dia 104)
Behandeling

 Psychotherapie: Men heeft aandacht voor de relationele context, het invoelend begrijpen
van de patiënt en het luisteren.
 Farmacotherapie:
o Doel: normaliseren van stemming, interesseverlies en schuldgevoelens
o Werking: na 1-2 weken (snelste verbetering),
o Advies: Na een week gaat u zich al wat beter beginnen voelen, na 4 weken is de
werking op volle kracht.
o Opmerking: ernst van de depressie bij aanvang heeft invloed op resultaat. Placebo
effect is groot.
 Integratie: farmacotherapie ondersteund de psychotherapie. “Praten en Pillen”.

Soorten antidepressieve (zie tabel)

 Klassieke tricyclische antidepressiva
 Niet-tricyclische antidepressiva
o Serotonineheropnameremmers (SRI)
 Selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI)
 Niet-selectieve serotonineheropnameremmers
o Overige niet-tricyclische antidepressiva
 Reboxetine
 Trazondon
 Mirtazapine en mianserine
 MAO-remmer: moclobemide
 Melatoninereceptoragonist: agomelatine
 Vortioxetine.

SUPER BELANGRIJKE TABEL

,Interacties met Sint-Janskruid

 Farmacokinetisch: door enzym inducerende eigenschappen en/of P-gp stimulatie.
o Vb: Fenprocoumon, warfarine, theofylline, aprepitant, digoxine, ciclosporine,
anticonseptiva
 Farmacodynamisch: kans op serotoninesyndroom met middelen die het centraal serotonine
gehalte verhogen.

Factoren die een rol spelen bij keuze antidepressivum

 Werkzaamheid: globaal gezien is er geen verschil
 Ernst van de depressie: in kliniek opgenomen, ernstige depressieve patiënten → TCA
 Co-morbiditeit
o Angstcomponent: serotonerg TCA, SSRI, benzodiazepine (max eerste 4 weken)
 Zwangerschap: bij paroxetine (en fluoxetine) risico op congenitale hartdefecten licht
toegenomen.
 Bijwerkingen (therapietrouw)
 Prijs
 Bij bipolaire stoornis → lithiumzouten










Vraag bij 2de uitgifte van SSRI naar EPS

,Sedatie bij antidepressiva

 Vaak treedt hiervoor tolerantie op
 Een tijdelijke dosis verlaging kan helpen.
 Langzaam insluipen van dosering
 Toedienen één dosis ’s avonds
 CAVE: rijvaardigheid en reactievermogen



Activiteit van antidepressiva:

 Werkzaamheid is aangetoond bij matige tot ernstige depressies
 Werkzaamheid is het duidelijkst bij beelden met melancholische of vitale kenmerken.
 Ook bij lichte depressies, vooral deze met vitale tekens (zoals: doorslaapstoornissen,
verminderde eetlust, gestoord libido, vage pijnen)
 Werkzaam bij depressies t.g.v. een ernstige levensgebeurtenis
 Werkzaam bij chronische vormen van depressie.

Welk antidepressivum gebruiken in functie van het klinisch depressieve beeld?

Opmerking: er is geen algemene consensus, wel belangrijke tendensen.

 Angstige geagiteerde depressies: liefst eerst een antidepressivum met een snelle
anxiolytische werking en in tweede instantie een neutraal antidepressivum + anxiolyticum
(kort, enkele weken)
o Bijvoorbeeld: Amitriptyline, Dosulepine, trazodon, mianserine, mirtazapine
 Psychotische depressies: antidepressivum + antipsychoticum
 Ernstige depressies: Antidepressivum met zowel effect op het serotonine als op het
noradrenaline systeem.
o Hoge dossisen TCA, venlafaxine, mirtazapine
 Atypische depressies: zouden beter reageren op MAO-remmers

TCA’s worden best voorbehouden voor zeer ernstige depressies, resistente vormen of in geval van
recidieven.

CAVE: Bij bipolaire stemmingsstoornissen zouden ze maniforme episodes en rapid cycling in de hand
werken.

Significante verschillen tussen SSRI’s (SSRI algemeen zie tabel)

, (es)Citalopram Fluoxetine Fluvoxamine Paroxetine
 Geen significante  Inhibitie leverenzymen  Inhibitie  inhibitie
leverenzym (CYP2D6) leverenzymen levenenzymen
inhibitie  Lange T½ (CYP1A2) (CYP2D6)
 Minder veilig in  Werking komt trager op  Minder goed  meer sedatie
overdosering gang verdragen  meer seksuele
 QT-verlenging  Minste kans op  Meer GI dysfunctie
onttrekkingsreactie nevenwerkingen  meer kans op
 Meer agitatie en  minder seksuele onttrekkingsreactie
dermatologische disfunctie  (mogelijk
nevenwerkingen anticholinerg)
Ideaal voor oudere Kan bij zwangerschap en  Geen significante
mensen met borstvoeding levenenzym inhibitie
Sertraline
polymedicatie  Relatief veilig bij
borstvoeding

Farmaceutische zorg bij behandeling van depressies

 Dosering
o Aanpassen aan iedere patiënt (bejaarden, nier -en leverfunctie: dosis ↓)
o TCA en venlafaxine: insluipen (langzamer bij ouderen max. 150 mg/dag )
o Niet in sub therapeutische doseringen gebruiken!
o Liefst dagdosis in 1 gift.
 Lange halfwaardetijd (behalve venlafaxine en trazodon)
 ’s avonds (sederend)
 Indien slapeloosheid ’s morgens (SSRI)
 Nortriptyline (sec): voorkeur overdag in meerdere doses, niet na 16u
 Bij ouderen in begin van de behandeling soms 2x/dag
 CAVE zelfmoordpogingen
o TCA, MAO-remmer, Lithium
o Vooral de eerste weken van de behandeling indien geen sterke sedatieve component
aanwezig is.
o Pas op met afleveren van grotere hoeveelheden.
o SSRI: Risico op zelfmoordgedachten en automutilatie ↑ bij kinderen (ook met TCA)
 Doeltreffendheid bij kinderen niet bewezen
 CAVE: jonge kinderen

Voorlichting eerste uitgifte antidepressiva

 Vraag naar wat de dokter verteld heeft.
 Vraag waar het middel voor wordt gegeven (onderscheid met angst) en paniekstoornissen)
 Geef aan dat somberheid in het algemeen al na 1 tot 2 weken minder wordt.
 Bijwerkingen:
o Geef aan dat vanaf het begin juist wel al bijwerkingen kunnen optreden
o Geef aan wat veel voorkomende bijwerkingen zijn
o Geef aan dat de bijwerkingen na 1 tot 2 weken vaak een stuk minder worden.
o Raad de patiënt aan contact op te nemen als de bijwerkingen hinderlijk blijven.
 Geef aan dat het middel meestal voor langere tijd wordt gebruik en dat de patiënt er niet
zomaar mee mag stoppen, geef ook aan waarom dat zo is (ontrekkingsverschijnselen)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller uafarma. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

71184 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.89
  • (0)
  Add to cart