100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
VOLLEDIGE samenvatting farmacologie Partim I $9.96
Add to cart

Summary

VOLLEDIGE samenvatting farmacologie Partim I

1 review
 138 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Dit is een volledige samenvatting van de module farmacologie PARTIM I, gegeven in de bachelor BMW aan de UA, academiejaar . Alle hoofdstukken aangehaald in de les komen er in voor + notities uit de les + informatie uit de cursus.

Preview 6 out of 76  pages

  • May 21, 2023
  • 76
  • 2022/2023
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: marie-madeleinentumba • 8 months ago

avatar-seller
Samenvatting farmacologie
Hfst. 1: Farmacodynamiek
Aangrijpingspunten van geneesmiddelen:

- Niet specifiek
o Simpele fysisch-chemische werking
o Grote hoeveelheden nodig voor effect
o Voorbeelden: antacida, bulklaxativa, osmotische diuretica, …
- Specifiek
o Receptoren
o Ion-kanalen
o Opnamesystemen
o Enzymen
o (gen therapie)

Voorbeeld: inhibitie van zuursecretie bij maagzuur, maagzweren




 Specifiek in de pariëtale cellen zorgen dat er minder zuur, protonen worden geproduceerd,
door middel van protonpomp inhibitoren
 Andere manier door puur Antacida toe te dienen; dat zijn zouten die protonen neutraliseren,
bicarbonaatzouten
 Sukralfat is een polymeerachtige verbinding die een beschermingslaag op de maagwand legt
 Histamine H2 blokker gaat de histamine H2 receptor blokkeren, zodat histamine niet kan
binden

Chemische selectiviteit: de 3D ruimtelijke conformatie van een GM bepaalt de binding (affiniteit)
met zijn doelwit.

➔ Bvb: Angiotensine II is een octa-peptide. Vervanging van 1 AZ, of afsplitsing van 1 AZ leidt
tot activiteit verlies (= minder affiniteit).

Biologische specificiteit: wordt bepaald door verschillen in expressie van receptoren.

➔ Bvb: Angiotensine II medieert contractie van gladde spiercellen in bloedvaten, maar niet
in andere organen, dus thv van het GI-systeem zou het bijvoorbeeld niet voorkomen

,1.1 Aangrijpingspunten van geneesmiddelen




GM werken soms puur op fysische interacties.

➔ Vaak is er dan ook een hogere dosering nodig, richting de gram!

Andere GM werken specifiek op biologische interacties.

➔ Specifieke GM zitten in een doseringsrange van milligram!
➔ Receptoren
➔ Niet-receptoren: enzymen, transporters, ionenkanalen




 Receptoren binden met een effect = agonist
 Receptoren binden zonder effect = antagonist
 Ionenkanalen kan je blokkeren = blockers, of wijzigen = modulatoren
 Enzym inhibitors
 Prodrugs: waarbij GM eerst in het lichaam geactiveerd wordt door een enzym, voor het een
actieve stof wordt.

,1.1.1 Receptoren
Receptoren zijn sensoren voor bepaalde moleculen, doe chemische communicatie tussen cellen
mogelijk maken. Ze hebben een grote chemische en biologische selectiviteit. O.b.v. hun
werkingsmechanisme kunnen ze in 4 klassen opgedeeld worden:

- Type 1: regelt rechtstreeks ionenkanalen = ionotrope receptoren
o Receptor wordt geactiveerd na binding met ligand, gevolgd door een ionenstroom,
wat kan leiden tot activerende (depolarisatie) of deactiverende (hyperpolarisatie)
ionenstroom
o Reactietijd: msec
o Bvb: Nicotine ACh receptoren
o In CZS, skeletspieren, want snelle werking is daar belangrijk
- Type 2: regelt op indirecte wijze via koppeling met G-eiwit = metabotrope receptoren (GPCR)
o Ca-release tgv IP3, cAMP, cGMP fosforylatie kunnen de activiteit beïnvloeden
o Reactietijd: seconden
o Bvb: Muscarine ACh receptoren
- Type 3: fosforyleert rechtstreeks eiwitten met tyrosine kinase activiteit
o Reactietijd: minuten, uren
o Bvb: insuline receptor, cytokine receptoren
o Vooral bij inflammatie, groeipathways, bvb kankerpathways, want tragere werking
- Type 4: Nucleaire receptoren
o Het is een IC-receptor, na binding zal het receptor-agonist complex naar de celkern
diffunderen en daar DNA-transcriptie beïnvloeden → trage werking
o Reactietijd: uren
o Bvb: receptoren voor glucocorticoïden en geslachtshormonen



 3 verschillende G-eiwitten: Gq, Gs, Gi
 Een vasculaire gladde spiercel heeft verschillende adrenerge
receptoren: 1 → gekoppeld aan Gq, en 2 → gekoppeld
aan Gs.
 Gq-eiwit is betrokken bij de vorming van IP3; PIP2 wordt
gesplitst in IP3 en DAG. IP3 zorgt ervoor dat Ca wordt
vrijgesteld vanuit het SR. Er zal een Ca-instroom zijn, dat
gaat er voor zorgen dat MLCK gefosforyleerd wordt, en die
fosforylering geeft contractie!!
 De beta receptor is gekoppeld aan Gs → door de koppeling
zal cAMP verhoogd worden → zet een rem op MLCK →
cAMP gaat er voor zorgen dat er relaxatie optreedt
 1: bloeddruk verhogend
 2: gebruikt bij astma, gaat de gladde spiercelen in de
bronchi relaxeren (bronchodilatatie)

, Beta receptoren komen ook voor op de cardiomyocyt
 Genereert zijn eigen AP, dus eerst een beperkte Ca-
instroom. Pas in een tweede instantie zal er IC massaal Ca
worden vrijgesteld
 Een verhoging van cAMP, zal via activering van PKA, Ca-
kanalen fosforyleren met toename van de Ca-influx, wat
resulteert in een toegenomen contractie (positief inotroop)




 Type 3 receptor → tyrosine kinasen
 Geactiveerde kinases gaan zorgen voor fosforylering van
andere EW → veroorzaken een hele cascade, dat nodig is
om het signaal te versterken
 Op het einde van de rit gaan ze een groeitranscriptiefactor
fosforyleren → die gaat een dimeer vormen → migreert
naar de celkern → bindt DNA → gentranscriptie!
 “-nibs”: verwijst naar alle GM die inwerken op de tyrosine
kinase pathways



 Nucleaire receptoren → komen in de nucleus voor
 Moleculen die een cholesterol skelet hebben met heel wat
aromatische ringen zijn heel lipofiel, dus gaan makkelijk
door het CM, komen in cytoplasma, binden aan
glucocorticoïd receptor, transloceren naar kern en binden
GRE/transcriptiefactoren
 Receptoren in de celkern!!
 Kunnen transcriptie inhiberen EN activeren

,1.2 Receptor interacties
De interactie van een GM met een receptor kunnen we op 2 manieren bestuderen:

- Meten van de binding van een GM op een receptor (affiniteit)
- Rechtstreeks het biologisch effect van een GM-receptor interactie te kwantificeren
(eenvoudiger & relevanter)

Agonist:

- Affiniteit / binding
- Activiteit / effect

Antagonist:

- Enkel affiniteit
- Geen effect => “blokker”

1.2.1 Agonist: binding
Voor kwantitatieve analyse van agonist-receptorinteractie gaan we uit van een reversibele
evenwichtsreactie tussen de vrije receptoren (R) en de agonist A (met concentratie XA).




➔ AR = agonist - receptor complex
➔ k+1 associatiesnelheidsconstante
➔ k-1 dissociatiesnelheidsconstante
 Dit evenwicht volgt de “Wet van de Massawerking” waardoor we de Hill en Langmuir
vergelijking kunnen afleiden voor de fractie (pA) van de receptoren die bezet is:

PA = XA / (XA + KA)
➔ PA (bezettingsgraad) = NA / Ntot
➔ KA (dissociatieconstante) = k-1/k+1
➔ De Hill of Langmuir vergelijking beschrijft een hyperbool, die een symmetrische S-vorm
krijgt als de concentratie logaritmisch wordt uitgezet
➔ De evenwichtsconstante KA is karakteristiek voor de affiniteit (binding) van een agonist
aan een receptor, en is numeriek gelijk aan de concentratie, die 50% van de receptoren
bezet. KA = de concentratie agonist waarbij de helft van de receptoren bezet zijn (50%)
o Hoe hoger de affiniteit van de agonist voor de receptoren, hoe lager KA zal zijn!
o Hoe lager KA, hoe selectiever de molecule




 als XA >> KA dan: PA ~ XA/XA = 1 (of 100%)
 als XA = KA dan: PA = ½ (50% bezet)

, A) Concentratie-Antwoord curve
Als het effect (antwoord) in functie van de dosis of concentratie wordt uitgezet, verkrijgen we een
concentratie-effect curve (CEV).




 EC50 kan worden afgelezen: is de concentratie die 50% van het maximaal antwoord
induceert → EC50 is een maat voor de potentie van een agonist.
 Daarnaast kan het maximale effect (Emax) worden bepaald → Emax is een maat voor de
effectiviteit van een agonist, en hangt af van de intrinsieke activiteit van de agonist
 2 GM vergelijken: als de curve naar links verschuift heb je minder van het GM nodig. Je hebt
minder van A nodig om eenzelfde effect te bekomen => GM A is potenter!
 De EC50 waarde wordt vaak ook uitgedrukt als pD2 waarde: pD2 = - log(EC50). → Hoe groter
de pD2, hoe potenter de agonist.
Een agonist met pD2 van 6 zal bij 1 µM een half maximaal effect uitlokken.
(pD2: altijd positieve getallen)
 EC50 bepalen van C? => Relatieve eigen maxima bekijken, dat hier op 50% zit → EC50
bepalen van 50%, daarvan de helft nemen (ongeveer 25%)

B) EC50 (effect) versus KA (binding)




 Effect op de Y-as
 A: effect i.f.v. de concentratie
 B: effect i.f.v. de bezettingsgraad
o 1 op 1 gekoppeld, dan moet je een perfecte rechte hebben.. → dat zie je hier niet
o Paarse curve: 20% van de receptoren zijn bezet en toch al meer dan 70% effect? =>
receptorreserve!

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MedicalStudent205. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53022 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.96  2x  sold
  • (1)
Add to cart
Added