H1 Recht en ethiek
Recht en ethiek onderscheiden zich van de andere wetenschappen doordat ze nadrukkelijk
normatief zijn: ze staan op enige afstand van de feitelijke gebeurtenissen en formuleren
maatstaven om het handelen van mensen te beoordelen. Dit in tegenstelling tot de andere
grote wetenschapsgebieden, die zich primair richten op het (‘objectief’, ‘neutraal’) in kaart
brengen van de werkelijkheid.
I. Kernbegrippen
Het begrip waarden, verwant met het werkwoord ‘waarderen’ heeft een breed betekenisveld.
Iets kan gewaardeerd worden omdat het nuttig is voor iets anders (we spreken dan van een
‘instrumentele waarde’), maar het kan ook omwille van zichzelf worden nagestreefd
(‘intrinsieke waarde’).
In de ethiek gaat het om kwaliteiten waartoe mensen zich aangetrokken voelen omdat deze
bijdragen tot goed (samen)leven. Ze duiden dus op een diepe laag van onze
handelingsmotivatie. Ethische waarden hebben een eigen (aantrekkings)kracht. In onze
samenleving zijn ‘respect’, ‘vrijheid’ en ‘solidariteit’ centrale waarden.
Normen zijn letterlijk maatstaven waaraan het handelen van mensen wordt afgemeten. In de
ethiek gaat het om normen die betrekking hebben op goed en slecht gedrag, de morele
normen. In tegenstelling tot juridische normen zijn morele normen doorgaans niet schriftelijk
vastgelegd.
De term moraal duidt op een geheel van als vanzelfsprekend beleefde opvattingen over
goed en kwaad, zinvol en zinloos, waardevol en waardeloos. De ethiek analyseert de
begrippen die in de moraal centraal staan, bespreekt waarom een moraal goed of slecht is,
en kan uitleggen waarom menselijke handelingen niet stroken met bepaalde begrippen.
II. Recht en ethiek: een eerste onderscheid
Er bestaan zeer uiteenlopende meningen over de relatie tussen recht en ethiek, maar enkele
verschillen zijn wel algemeen aanvaard.
Verschil in autoriteit met sanctiebevoegdheid
Het recht wordt gedragen door een volgens vastliggende regels aangestelde autoriteit. De
autoriteit bezit macht; ze dwingt naleving van de wetten af onder dreiging van straffen. Bij
ethische waarden, idealen, deugen en intuïties ligt dit volstrekt anders.
Om inzicht te krijgen in de vormen van autoriteit die de ethiek kenmerken, moeten we ons
verplaatsen in het perspectief dat in de ethiek centraal staat: dat van de handelende mens.
Voor hem geldt dat bepaalde zaken beter zijn dan andere en erom vragen gerealiseerd te
worden. Dit soort oriëntatiepunten zijn noodzakelijk voor het handelen.
De eigen kracht van de zaken waartoe mensen zich aangetrokken voelen, komt naar voren
wanneer we zeggen dat iets ‘een appel op ons doet’ of ‘ongepast is’, en wanneer we van
typische ethische idealen, intuïties of schuldgevoelens zeggen dat ze ‘zich opdringen’. Dit
soort uitdrukkingen geven aan dat de mens zich richt op iets wat sterker is dan zijn toevallige
subjectieve voorkeur en wat zijn directe belangen te boven gaat. In die zin is ook in de ethiek
sprake van autoriteit.
Algemeenheid van rechtsregels en contextgevoeligheid van ethiek
Het recht ordent de samenleving vanuit algemeen geldige regels. Dit algemene karakter
treedt sterk naar voren bij principiële kwesties. Het recht leunt op principes die voor ieder
gelijktijdig geldig zijn. De algemeen geldige rechtsregels weerspiegelen krachtige ethische
, beginselen, die breed gedeeld worden. Waarden en normen dragen minder ballast van
algemene geldigheid mee. Zij kunnen per context verschillen.
Het recht als gestolde moraal
In onze democratische samenleving richt de wetgever zich op de heersende opvattingen
over goed en kwaad, waardevol en waardeloos. Het recht wordt daarom wel beschermen als
‘gestolde moraal’. De dikwijls vage, vluchtige en daarmee moeilijk grijpbare morele waarden,
idealen en intuïties worden gegoten in een vaste, beter hanteerbare vorm.
In bijzondere gevallen is strikte toepassing van de regel in strijd met de heersende morele
opvattingen waaruit de wet is voortgekomen. We spreken dan van het onderscheid tussen
‘de letter van de wet’ en ‘de geest van de wet’.
III. Recht en ethiek: klassieke posities
In een lange geschiedenis zijn ethiek en recht op verschillende manieren tegenover elkaar
geplaatst. We bespreken enkele posities die met regelmaat terugkeren in actuele debatten.
Het rechtspositivisme van Hart
De krachtigste en helderste scheiding van recht en ethiek vinden we in het zogenaamde
rechtspositivisme. Deze stroming beschouwt wet- en regelgeving als opzichzelfstaand
stelsel.
Voor John Austin was een wet een door een autoriteit neergelegde commando dat mensen
moesten opvolgen op straffe van sancties. Volgens Hart is zo’n driehoek commando-sanctie-
gehoorzaamheid een te eenvoudige omschrijving van het recht, want die driehoek is ook van
toepassing op een bankrover die mensen onder schot houdt. Ook bestaan er veel wetten
waar het niet primair draait om gehoorzaamheid aan een commando: de zogenaamde
constitutieve wetten faciliteren dat wensen van mensen gerealiseerd worden.
De voornaamste reden waarom Hart afstand neemt van Austins ‘bankrovermodel’ is echter
dat dit model geen recht doet aan het vraagstuk van de rechtvaardiging van wetten. Mensen
gehoorzamen niet aan een persoon, maar aan iemand die gemachtigd is tot het uitoefenen
van gezag. Mensen erkennen ‘secundaire regels’ (rules of recognition), die aangeven
waarom de wetten geldig zijn. De instemming van een samenleving met deze secundaire
regels leidt ertoe dat de mensen gehoorzamen aan de wetten die volgens die regels tot
stand komen.
De secundaire regels spreken alleen de mensen aan die leven binnen het rechtstelsel. Deze
mensen hebben een ‘intern gezichtspunt’; voor hen zijn de wetten in hoge mate
vanzelfsprekend. Hart spreekt van obedience, en zelfs van habit.
Hart beschrijft het ontstaan van wetten dus als sociale feiten: er is een gemeenschap die
secundaire regels overeenkomst op grond waarvan wetten ontstaan. De wet is, als sociaal
systeem, geaccepteerd door de samenleving.
Dit betekent niet dat Hart ethiek onbelangrijk acht. Het gaat hem er om dat ethiek en wet
twee verschillende systemen zijn, met een andere logica. De motivatie van mensen om
wetten te gehoorzamen is geheel anders dan hun ethische motivatie. De gehoorzaamheid
aan het wetstelsel draait uitsluitend om de gerichtheid op de (neutraal te omschrijven)
‘secundaire regels’ en de wetten die daaruit volgen. Waarden en normen op hun beurt
komen voort uit maatschappelijke conventies.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ed4. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.32. You're not tied to anything after your purchase.