Hoofdstuk 4 behandeld de bouwstenen van het zenuwstelsel, de neurale impuls, het rustpotentiaal, het actiepotentiaal, de neurotransmissie, de belangrijkste neurotransmitters, de opbouw van het zenuwstelsel, de hersenen (hersenstam, kleine hersenen, thalamus en hypothalamus, limbisch systeem, basale...
2.1 NEURONEN
Zenuwstelsel: netwerk v verbindingen v neuronen (≈neuraal netwerk)
Soorten
- Sensorische neuronen: ontvangen informatie vanuit de zintuigen/het lichaam en voeren informatie
naar de hersenen (≈ afferente neuronen) (vb. voelen heet water)
9
, - Motorische neuronen: voeren informatie vanuit de hersenen naar de spieren, organen en klieren (≈
efferente neuronen) (vb. hand wegtrekken)
- Schakelcellen: cellen die zorgen voor de communicatie tss sensorische en motorische neuronen (≈
interneuronen)
Belangrijkste weetjes
- Meeste neuronen in hersenen en ruggenmerg
- Embryonale ontwikkeling -> overproductie -> selectief snoeiproces v minder goede/gebruikte
neuronen -> efficiënter neuraal netwerk/zenuwstelsel
- Omgevingsfactoren hebben invloed op ontwikkeling v neuronen (vb. alcoholconsumptie v moeder)
o Ernstige gevolgen (vb. foetale alcoholsyndroom: stoornis te wijten aan een teveel aan
alcohol dat vanuit de bloedsomloop v d moeder in de bloedsomloop v d foetus terecht komt)
Stoornissen en ziektes
- Polio: virus dat meestal weinig effect heeft, maar in uitzonderlijke gevallen een infectie in het
ruggenmerg veroorzaakt met een beschadiging v d motorische neuronen als gevolg
o Gevolgen: verlamming, misvormingen of overlijden
2.2 ANATOMIE V EEN NEURON
Onderdelen neuron
- Cellichaam: bevat structuren zoals celkern (genetisch materiaal) en mitochondria (metabolisme) (≈
soma)
- Dendrieten: korte, sterk vertakte uitlopers die een netwerk v fijne vezels vormen
o Ontvangen zenuwimpulsen en vervoeren info naar cellichaam toe
- Axon: één lange uitloper die enkel aan het uiteinde vertakt is
o Geleidt zenuwimpulsen van cellichaam weg
o Eindknopje: uiterste, verbrede stukje van de vertakking
Eindknopjes liggen dicht tegen elkaar, maar raken elkaar niet!
Synaps: kleine spleet tss twee neuronen (≈ synaptische spleet)
Myelineschede: vetachtig laagje rond axon
Gevormd door reeks achter elkaar liggende cellen v Schwann
Cellen v Schwann: cellen die verschillende keren rond het axon gedraaid zitten
Knopen v Ranvier: niet-gemyeliniseerde stukjes tss iedere Schwanncel
, 3. COMMUNICATIE BINNEN EEN NEURON: NEURALE IMPULS
Informatiegeleiding binnen neuron = elektrochemisch proces: scheikundige processen die leiden tot
elektrische signalen en zich afspelen rond het membraan v h neuron
3.1 RUSTPOTENTIAAL
Rusttoestand: wanneer een neuron geen signalen ontvangt of verstuurt
≠ geen actie
= actief onderhouden situatie waarbij de binnenkant v h membraan negatiever geladen is dan de
buitenkant
Rustpotentiaal: spanning tussen de positief geladen deeltjes buiten h axon en de negatief geladen deeltjes
binnen h axon
3.2 ACTIEPOTENTIAAL
Stimuli/signalen -> receptorcellen v dendrieten -> cellichaam -> evaluatie v binnengekomen stimuli/signalen
Excitatorische signalen: signalen die het neuron exciteren (neuron aanzetten om tot actie over te gaan)
Inhibitorische signalen: signalen die het neuron inhibiteren (neuron afremmen om de actie te stoppen)
Evaluatie v binnengekomen stimuli/signalen -> beslissing
Actiepotentiaal: wanneer er meer excitatorische signalen dan inhibitorische signalen binnenkomen en het
neuron zelf een signaal vuurt
Axonheuvel: verbindingsstuk tss h cellichaam en h axon -> eindknopjes
Brengt een verandering teweeg in h membraanpotentiaal/geladenheid
o Evenwichtstoestand: wanneer er een kleine verandering v h membraanpotentiaal plaatsvind
en de instroom v natrium gecompenseerd wordt door uitstroom v kalium
o Drempelwaarde: wanneer de verandering in h membraanpotentiaal een bepaald niveau
bereikt
Natriumpoorten open -> massale toestroom v natrium -> grote wijziging in
membraanpotentiaal -> grotere toestroom v natrium
o Depolarisatie: proces v binnenstromen v natrium waardoor het membraanpotentiaal
verandert
Toestroom natrium -> polariteit v negatief naar positief -> actiepotentiaal
o Repolarisatie: herstelling v h rustpotentiaal waarbij de natriumpoorten zich sluiten, de
kaliumpoorten zich openen en kalium uit het axon stroomt
11
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller iebebouduin. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.57. You're not tied to anything after your purchase.