,1.1 Organisatie
Een organisatie is een groep van mensen die samenwerkt om met behulp van middelen
activiteiten uit te voeren om afgesproken doelstellingen te bereiken. Een organisatie
voldoet aan twee kenmerken:
1. er is sprake van een samenwerking tussen mensen.
2. er is een gemeenschappelijk doel.
Het samenwerkingsverband, de organisatie, kan tijdelijk of permanent zijn. Als er sprake
is van een permanente samenwerking, dan heeft de organisatie nog een derde kenmerk:
3. het is de bedoeling de organisatie te laten voorbestaan.
Projectorganisaties
Een organisatie, een samenwerking, die tijdelijk van aard is noem je een
projectorganisatie. Het heeft een duidelijk begin- en eindpunt en een duidelijk
omschreven doel.
Permanente organisatie
Dit zijn samenwerkingsverbanden tussen mensen die doelgericht zijn en waarvan het de
bedoeling is dat ze blijven voortbestaan. Een organisatie die tot het doel hebben om
goederen of diensten op de markt te brengen bedrijf. Een bedrijf met winstoogmerk
onderneming.
Partijen en omgeving
De organisatie heeft invloed op haar omgeving, maar de partijen (stakeholders) uit de
omgeving oefenen op hun beurt ook invloed uit op de organisatie. De omgeving en
daarmee de partijen kun je onderverdelen in drie schillen:
1. Interne omgeving. De interne omgeving bestaat uit partijen die deel uitmaken van
de organisatie en die een direct belang bij de organisatie hebben (RvC,
aandeelhouders).
2. De taakomgeving. De taakomgeving bestaat uit die partijen die geen deel
uitmaken van de organisatie, maar waarmee het bedrijf direct te maken heeft
(leveranciers, vakbonden, omwonenden, concurrenten, milieuorganisaties).
3. De algemene omgeving. De algemene omgeving omvat de partijen en factoren die
van invloed zijn op de organisatie, maar die niet een directe relatie hebben met
het bedrijf. Deze factoren worden ook wel de DESTEMP-factoren genoemd.
Samenwerking tussen organisaties
Voor samenwerking kunnen verschillende motieven bestaan, bijvoorbeeld het:
o verminderen van de concurrentie.
o spreiden van risico’s.
o bundelen van specifieke kennis.
o verlagen van de kosten.
Een voorbeeld van het verlagen van de kosten is Supply Chain Management (SCM). Dit
betekent dat er steeds verdergaande samenwerking is tussen de opeenvolgende
schakels in de keten van oerproducent tot consument.
,1.2 Structuur
Structuur in organisaties
De organisatiestructuur geeft aan op welke wijze de taken binnen een organisatie zijn
verdeeld over verschillende afdelingen en op welke wijze de afstemming tussen deze
afdelingen plaatsvindt. Deze organisatiestructuur of formele organisatie geeft aan hoe
een organisatie zou moeten functioneren. Het is vastgelegd in functiebeschrijvingen en
procedures.
Processen in een organisatie
Een proces is een aaneenschakeling van activiteiten, in een bepaalde volgorde en met
een beoogd resultaat. VB: zoals inkoop, verkoop, productie en het werven van personeel.
Het primaire proces omvat de kernactiviteiten van de organisatie, dat zijn de activiteiten
waaraan de organisatie zijn bestaansrecht verleent.
Ondersteunende processen zijn de processen die het primaire proces mogelijk maken.
Ondersteunende afdelingen zijn meestal stafafdelingen, zoals systeembeheer, inkoop en
planning.
Besturingsprocessen worden uitgevoerd door het management van de organisatie en
zorgen er onder meer voor dat de andere processen op elkaar worden afgestemd. Ze
behoren niet tot het primaire proces.
Hiërarchie en arbeidsverdeling
De verticale arbeidsverdeling ontstaat door een scheiding tussen leiding (besturing) en
uitvoering van werkzaamheden over verschillende personen. Door verticale
arbeidsverdeling ontstaat er een hiërarchie (rangorde). Hoe groter de organisatie, hoe
meer hiërarchische lagen in de organisatie.
Het topmanagement is verantwoordelijk voor de algehele leiding van de organisatie.
Het lager management bestaat uit afdelingschefs die uitvoerende medewerkers
aansturen.
De Raad van Commissarissen (RvC) controleert – namens de aandeelhouders – het
topmanagement.
Bij horizontale arbeidsverdeling is er sprake van arbeidsverdeling op gelijk niveau
afdelingsmanagers.
Functie, taak en rol
In het kader van verticale en horizontale arbeidsverdeling kun je drie belangrijke
begrippen onderscheiden:
1. Functie: het geheel van min of meer bij elkaar behorende taken die door een
medewerker moeten worden uitgevoerd. Deze taken, de werkzaamheden van een
medewerker, leg je vast in een functiebeschrijving.
2. Taak: is een onderdeel van een functie. Een taak beschrijft de activiteiten die
iemand in het kader van zijn functie mag en moet uitvoeren. Een procedure is een
beschrijving van de manier waarop een activiteit of proces moet worden
uitgevoerd. In een werkinstructie wordt vastgelegd hoe iets precies moet worden
uitgevoerd.
3. Rol: is datgene wat iemand wel doet en niet doet in zijn positie en functie. Een rol
gaat om verwachtingen die iemand heeft over het gedrag van een ander en de
manier waarop deze zijn functie wil invullen.
, Organisatiestructuur
Er kunnen verschillende organisatiestructuren worden onderscheiden:
o Lijnorganisatie. Kenmerkend voor de lijnorganisatie is dat er een strikte
hiërarchische verhouding bestaat tussen leidinggevende en ondergeschikte. Ieder
lid van de organisatie heeft slechts één leidinggevende, dit noem je eenheid van
gezag. Daarnaast is er eenheid van bevel, iedereen is via een keten van
leidinggevenden verbonden met de top van de hiërarchie.
o Lijn-staforganisatie. Dit is een organisatie waarbij de leidinggevenden worden
bijgestaan door lijnfunctionarissen. Deze medewerkers hebben specialistische
kennis en deskundigheid.
o Matrixorganisatie. Een matrixorganisatie wordt vooral toegepast bij tijdelijke
samenwerkingsverbanden en projecten binnen een grote organisatie.
1.3 Cultuur
Informele organisatie
De werkelijkheid is vaak anders dan de formele organisatie en wordt de informele
organisatie genoemd. In elke organisatie spelen zich immers onbedoelde en vaak
onbeheersbare processen af tussen mensen. Zie afbeelding als voorbeeld.
Verschillende organisatieculturen
De organisatiecultuur is de bindende kracht in een organisatie. Het gaat hierbij om
gemeenschappelijke normen, waarden, verwachtingen en doeleinden van de
medewerkers. Elke organisatie heeft haar eigen cultuur, die bestaat uit een verzameling
geschreven en ongeschreven regels. Een organisatie kan een formele cultuur (netjes
gekleed en sterke gezagsverhouding) of een meer informele cultuur (formeel gedragen
als de situatie erom vraagt) hebben.
Een ander belangrijk aspect van een organisatiecultuur is de veranderingsgezindheid van
de organisatie.
De cultuur van een bedrijf kun je volgens Handy indelen in vier hoofdtypen:
- Machtscultuur. In een machtscultuur draait de organisatie om één leider, vaak
de oprichter of eigenaar van het bedrijf vaak kleine en beginnende bedrijven. Er
zijn weinig regels, het individu is belangrijk en de medewerkers zijn zelfbewust.
- Rolcultuur. In een rolcultuur streven de medewerkers naar zekerheid. Deze
zekerheid vinden ze in regels, afspraken en hiërarchie. Rol en status belangrijker
dan prestaties. bureaucratische organisaties.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ormstudie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.