In dit document staat alles wat je moet weten over de theorie van het vitaal keuzedeel van het eerste semester. Alles staat duidelijk en overzichtelijk omschreven.
Theorie Keuzedeel vitaal
Les 1
Vitaliteit
Energie, motivatie en veerkracht.
- Energie wordt gekenmerkt door zich energiek te voelen.
- Motivatie door doelen te stellen in het leven en moeite te doen om deze te behalen.
- Veerkracht het vermogen om met de dagelijkse problemen en uitdagingen van het
leven om te gaan.
Eisen aan bewegen (FITT)
Frequentie = Liefst iedere dag bewegen
Intensiteit = Matig intensief is de minimale intensiteit (snel wandelen/stofzuigen/ etsen)
Tijdsduur = Minimaal 150 minuten per week
Type activiteit = Zowel bewegen waarbij je hart geprikkeld wordt als bewegen waarbij je
spieren goed nodig zijn (spierkracht & coördinatie)
In kaart brengen theid
KLUCS:
- Kracht
- Lenigheid
- Uithoudingsvermogen
- Coördinatie
- Snelheid
Les 2
Voeding
Bron van energie -> de capaciteit om arbeid te verrichten
Voedingssto en:
- Koolhydraten - Vitaminen
- Vetten - Mineralen
- Eiwitten - Water
Koolhydraten
- Koolstof (C), Waterstof (H), Zuurstof (O)
- Enkelvoudige en meervoudige koolhydraten
- In voeding:
- Enkelvoudige- en meervoudige koolhydraten
- In lichaam:
- Glucose -> enkelvoudige koolhydraat in het bloed
- Glycogeen -> Meervoudige koolhydraat in spier of lever
Vet
- Energierijke tri-glycerides moeten afgebroken worden voordat er energie vrijgemaakt
kan worden
- FFA = vrije vetzuren -> ook keten van C - H - O
- Vet is moeilijker af te breken dan koolhydraten en bij de afbraak wordt meer zuurstof
gebruikt
ff fi fi
,Eiwit
- Hoofdzakelijk bouwsto en
- Bestaat uit aminozuren
- Indien nodig kunnen aminozuren als brandstof gebruikt worden
- Omzetting eiwit naar glucose voor brandstof
- Gluconeogenese
- Aanvulling van vetvoorraad uit FFA of glucose
- Lipogenese
Energie
- Koolhydraten, vetten en eiwitten bevatten energie
- Wordt gemeten in kilo-joules (kJ) of kilo-calorieën (kcal)
- 1 kcal is gelijk aan 4,2 kJ
- Voorraden in het lichaam
- Koolhydraten 500 - 800 gram
- Uit 1 gram vet haal je meer energie dan uit 1 gram koolhydraten
ATP
- is de energiebron voor alle lichaamsfuncties
- Adenosine-tri-fosfaat
- Wordt continu gerecycled:
ff
,ATP-resynthese
- De vrije voorraad ATP is heel beperkt
- Daarom wordt ATP continu en snel gerecycled, daarvoor is energie
nodig
- Het vrijmaken van de energie voor de opbouw van ATP kan vanuit 3
energiesystemen en verloopt door de afbraak van brandsto en met
behulp van enzymen
Enzymen
- te herkennen aan de toevoeging -ase
- Hulpstof voor afbraak (=katabolisme) van een stof
- Bij katabolisme van een stof komt energie vrij
- Enzym verlaagt de energie die nodig is om brandstof af te breken
- Voorbeeld: lucifer -> brand niet makkelijk uit zichzelf
ATP resynthese
- Na afbraak van ATP in ADP+P, moet ADP weer snel worden ‘opgeladen’ tot ATP =
Fosforylering
- Fosforylering; ADP + P -> ATP
- Dit proces kost energie
- De hiervoor benodigde energie wordt vrijgemaakt met behulp van 3
energiesystemen (met de brandsto en erachter die gebruikt worden)
- Fosfaat-systeem -> creatine-fosfaat
- Melkzuursysteem -> glycogeen
- Zuurstofsysteem -> glycogeen of vrije vetzuren
Fosfaat-systeem
- =ATP-CP systeem (o ciële naamgeving)
- Snelste energiesysteem voor ATP resynthese
- Werkt zonder zuurstof -> anaëroob
- Brandstof = creatinefosfaat
- CrP -> Cr + P + energie
- Met deze vrijgekomen energie wordt ATP opgebouwd:
ffi ff ff
, Fosfaat-systeem
- Slechts 1 reactie noodzakelijk
- Enzym: Creatine-kinase
- ATP opbrengst:
- 1 mol ATP bij afbraak van 1 mol CrP
- Inzet bij prestaties van:
- Zeer hoge intensiteit -> sprints
- Korte duur: max 10 a 15 seconden bij maximale inspanning
- In fysiologische termen:
- Zeer hoog vermogen
- Hele kleine capaciteit
- Herstel van CrP vindt ook snel plaats:
- In rust (of relatieve rust, tijdens matige inspanning): door vet af te breken!
- Cr + P + energie -> CrP
- Halfwaarde herstel: 20-30 seconden
Melkzuur-systeem
- Anaerobe glycolyse / glycolytisch systeem (o ciële naamgeving)
- Brandstof: glucose / glycogeen (afkomstig van koolhydraten)
- Glycolyse:
- De afbraak van glucose (uit het bloed) of glycogeen (uit de spier)
- 2 ATP netto opbrengst uit de afbraak van glucose
- 3 ATP netto opbrengst uit de afbraak van glycogeen
- Anaerobe afbraak van koolhydraten (glycogeen/glucose)
- Onvolledig afbraakproces
- Geen zuurstof voor nodig
ffi
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romydebruin1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.