Boekhoudkundige winst komt niet noodzakelijk overeen met economische winst
Boekhoudkundige winst = opbrengsten – expliciete kosten
expliciete kosten: kosten die echt van uw rekening gaan
Economische winst = boekhoudkundige winst – impliciete kosten
Impliciete kosten = opportuniteitskosten = waarde van het beste alternatief waaraan
we verzaken
Aan beslissingen zijn kosten verbonden
Beschouw alle kosten en baten die variëren met de gevolgen van een beslissing en alleen
de kosten en baten die variëren met de gevolgen van een beslissing. Dit zijn de relevante
kosten en relevante baten van een beslissing
Vb.: prof koopt automaat en huurt de aula beslissing om autonomaat te zetten
heeft niets te maken met de aula, vaste kost van huren van aula mag niet meespelen
in de beslissing of je de automaat daar zet want de aula wordt zowizo gehuurd
Vaste kosten variëren niet met de output. (prijs aula is niet afhankelijk van hoeveelheid
blikjes er verkocht worden)
Variabele kosten veranderen als de output verandert
KT! Op LT zijn alle kosten variabel
2 mogelijke fouten in ons beslissingsproces
De fixed-cost fallacy of sunk-cost fallacy/ gezonken kost
je houdt rekening met irrelevante kosten
= kost die je gemaakt hebt in het verleden en waarbij uw huidige beslissing daar
geen invloed meer op kan hebben
vb.: voetbalwedstrijd, je wilt naar huis want slechte wedstrijd maar wel 100 euro
betaald je kan niets meer doen om die 100 euro terug te krijgen
Overhead- of afschrijvingskosten beslissingen op korte termijn te laten beïnvloeden
De hidden-cost fallacy
relevante kosten negeren
je houdt geen rekening met uw opportuniteitskost
vb.: playstation 5 was schaars toen hij uitkwam, dus deze kon niet zo goed gekocht
worden je ziet de playstation en je wilt ze direct kopen maar je gebruikt ze
eigenlijk niet zo veel niet verkopen en thuis laten staan zonder te gebruiken je
zou er nog veel geld mee kunnen krijgen
Negeren van de opportuniteitskost van kapitaal bij het nemen van investerings- of
sluitingsbeslissingen
Als je begint met naar de kosten te kijken, raak je altijd in de war; als je begint met de
beslissing die je overweegt, raak je nooit in de war (heeft deze beslissing invloed op deze
kost?)
, Vb.: je gaat op roadtrip met uw auto waar je nog een lening voor hebt, je betaald de
bank voor de waarde van uw lening, niet voor aantal km je kijkt niet naar de
beslissing maar je start met de kosten beslissing om op roadtrip te gaan heeft
geen invloed op de kost
Oefening 1.1
Je hebt een gratis toegangskaart gewonnen voor een concert van Kygo (ervan uitgaande dat
het ticket geen doorverkoopwaarde heeft).
Ed Sheeran heeft dezelfde avond een concert. Kaartjes voor het Ed Sheeran-concert kosten
€80, maar je bent bereid tot €100 te betalen om deze artiest te zien. Je zou ook voor €25
naar de cinema kunnen, terwijl je daar €40 voor over hebt.
Neem aan dat er geen extra kosten zijn om een concert bij te wonen of naar de cinema te
gaan.
Wat zijn op basis van de hier gepresenteerde informatie de alternatieve kosten om Kygo te
zien?
Antwoord: 20 euro
Uitleg:
Ed sheeran: 20 euro blijdschap waarde van het concert van ed sheeran
Ciname: 15 euro blijdschap (consumentensurplus)
Wat is beste alternatief voor Kygo Ed Sheeran
Waarom tellen we beide niet op? We kunnen maar 1 plek tegelijk zijn
Oefening 1.2
Toen het concert drie maanden geleden werd aangekondigd, kon je twee kaartjes kopen
voor €100 per stuk. Onlangs zag je dat TicketSwap vergelijkbare plaatsen aanbood voor €225
per stuk. Wat kost het jou om het concert bij te wonen?
Antwoord: het kost ons 450 euro (225 x2)
Uitleg:
100 euro is een sunk-cost (gezonken kost) gezonken kosten hebben geen invloed op uw
beslissing
Aankoopprijs van het ticket is niet gelinkt aan de marktprijs van het ticket.
Opportuniteitskosten: we verzaken aan 450 euro als we naar het concert gaan
2 fouten:
,250 euro? Sunk cost fallacy
200 euro? Sunk cost fallacy (omdat je rekening houdt met de 100 euro per stuk) en
hidden cost fallacy (omdat je geen rekening houd met de opportuniteit om de kaartjes te
verkopen)
Oefening 1.3
Nu de huizenmarkt weer wat afkoelt, worden sommige huizen verkocht voor veel minder
dan hun verkoopprijs twee tot drie jaar geleden. Er zijn aanwijzingen dat eigenaren van
vrijwel identieke huizen meer vragen als ze meer voor het huis hebben betaald. Welke
denkfout maken ze?
Antwoord: Sunk-cost falacy
Uitleg:
De aankoppprijs van wat jij vroeger hebt betaald is gezonken en daarom irrelevant voro de
prijsbeslissing.
Oefening 1.4
Je stopt met bedrijfskunde
Voordelen master volgen: cognitieve ontwikkeling, meer loon,…
Nadelen master volgen: je zou ergens anders geld kunnen verdienen, studiegeld betalen,…
Pas later uitschrijven inschrijvingsgeld is gezonken
Oefening 1.5
Na je master bedrijfskunde besluit je nog een prestigieuze MBA te volgen die €10.000 per
semester kost. Het eerste semester is intussen achter de rug. Je hebt het studiegeld voor het
, tweede semester ook al betaald. Dit is niet terugvorderbaar. Verder tekende je een
huurcontract voor een appartement dicht bij de campus dat de komende zes maanden 1.500
euro per maand kost (niet op voorhand betaald). Het appartement vroegtijdig opzeggen zou
je 2 maanden huur kosten én je moet in dat geval een huis huren dat je €2.000 per maand
kost. Je vindt het programma niet zo interessant als je dacht, en je overweegt te stoppen. Je
schat dat het voltooien van het programma zal leiden tot een verhoging van je salaris met
€10.000 per jaar voor de komende vijf jaar. Je schat ook dat je waardevolle vaardigheden en
connecties zult opdoen die je zullen helpen je carrière op de lange termijn vooruit te helpen.
Aan de connecties kleef je een waarde van €20 000. Indien je het programma niet zou volgen
kan je vandaag gaan werken, met een jaarsalaris van €40 000. Als je afhaakt ga je meer tijd
en vrijheid hebben om alternatieven na te streven en een nieuw
carrièrepad te vinden dat beter bij je interesses en doelen past. Je schat ook dat je de stress
voorkomt die gepaard gaan met het voortzetten van het programma. Dit alles is je €5 000
waard. Welke beslissing ga je nemen?
Antwoord: MBA blijven volgen
Uitleg:
Je wilt pas stoppen na een halfjaar MBA dus je kan pas na een halfjaar gaan stoppen
40000 (jaarsalaris) / 2 = 20000
Impliciete kost = opportuniteitskost: waarde van het beste alternatief waaraan we
verzaken (MBA stopzetten)
Totaal: opbrengsten – alle kosten
Theorie
Aan beslissingen zijn kosten verbonden
Beschouw alle kosten en baten die variëren met de gevolgen van een beslissing en alleen
de kosten en baten die variëren met de gevolgen van een beslissing. Dit zijn de relevante
kosten en relevante baten van een beslissing
Verwar gemiddelde en marginale kosten niet!
De gemiddelde kosten zijn irrelevant voor een omvangbeslissing (Want vaste kosten =
LT)
Marginale kosten (MK) zijn de extra kosten die ontstaan door het produceren en
verkopen van één extra eenheid
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jannesomers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.58. You're not tied to anything after your purchase.