Onderwijs in een gekleurde samenleving (Orhan Agirdag)
Hoofdstuk 1: waar gaat het over?
1.1: twee gekleurde klasfoto’s
Klas 2A vs 2B
- Etnisch bijna homogeen vs 6 Turken (geen andere nationaliteiten)
- Veelal uit middenklasse vs armoede en precaire jobs
- Wordt gezien als een gezonde mix (2It en 2Tur) vs geen mix
- Ouders (autochtoon en allochtoon) willen hun kinderen in deze klas vs duidelijk de B klas
1.2: etniciteit
Etniciteit= maatschappelijk veronderstelde gemeenschappelijke afkomst van een groep mensen
- etnische groep is dus een groep mensen van wie gedacht wordt dat ze een
gemeenschappelijke afkomst hebben
- meerderheidsgroepen hebben dus ook een etniciteit, feit dat dit vaak niet zo gezin wordt is
‘dispensatie van etniciteit’)
Etnisch ≠ exotisch (frieten z̄ even exotisch als kebab)
1.3: afkomst op basis van …
Klas 2B leerlingen werden in de jaren 90 niet gezien als moslims, maar als turken VB had geen
probleem met islamisering, maar met ‘vreemdelingenprobleem’
Uiterlijke kenmerken + religie + land van herkomst belangrijke factoren voor afbakenen etnische
groepen
Etniciteit is multidimensionaal, 4 dimensies
1) Etniciteit slaat in W-Europa meestal op nationale/regionale origine
a. Inboorlingen (autochtonen) blijven in Vlaanderen de grootste groep
aandeel w̄ wel kleiner
2e groep z̄ Nederlanders
b. Patronen van verdeling gastarbeiders nog altijd zichtbaar
concentratie in steden en rond de mijnen
waren vooral laagopgeleide migranten)
c. Vanaf 21e eeuw veel hogere heterogeniteit
bv ook hoogopgeleiden immigranten uit oorlogsgebieden
= ‘superdiversiteit’
veel jonge migranten duidelijk zichtbaar in de scholen
d. Indicatoren origine:
vroeger nationaliteit nu minder door grootschalige naturalisatie
geboorteland van (groot)ouders (1 e, 2e en 3e generatie migranten) beste
indicator voor etnisch-nationale achtergrond
2) Moedertaal (etnolinguïstische groepen)
a. Talen die we van thuis uit meekrijgen bepalen hoe we ons identificeren
b. 2020 ±30% kinderen in Vlaanderen niet NL-talig opgevoed
, i. Worden anderstalig genoemd, maar zijn in de praktijk meestal meertalig
gelijktijdig of opeenvolgend tweetalig
3) Religie (etnisch-religieuze groepen)
a. Be ± 62% christen, ±30 atheïsten/agnosten en ± 8% moslim (verwacht w̄ dat
christenen meer een minderheid zullen worden)
b. Sinds 9/11 veel discussies over etnisch-religieuze diversiteit over islam aandeel
moslims w̄ overschat (schatting = 27%)
4) Ras
a. 2 invullingen:
i. Biologisch-genetisch afgebakende groep (1)
ii. Sociale constructie (2)
b. (1) Tot na WO2 werd ras gezien als biologisch-genetisch afgebakende groep
gesteund door wetenschappers zoals sociaal darwinisten
maar strikt biologische mensenrassen zijn in werkelijkheid niet te
onderscheiden
c. (2) Nu eerder sociale constructie
ras is dan een groep die gekenmerkt wordt door gelijkenissen in zichtbare
uiterlijke kenmerken (huidskleur, vorm ogen, stijl haren, etc)
1.4: wat met (multi)cultuur?
Cultuur ≠ etniciteit
Definitie cultuur: gedeeld interpretatiekader bij een groep van mensen waaruit gelijkaardige
houdingen en handelingen ontstaan
- 3 belangrijke elementen in de definitie
Groep mensen
Interpretatiekader delen
Gelijkaardige houdingen en handelingen
Verband etniciteit en cultuur:
- Etnische achtergrond kan een bron zijn van gedeelde betekenissen doordat dimensies van
etniciteit gedeeld interpretatiekader met zich meebrengen (bv eten voor gelovigen is anders
dan voor atheïsten)
- Cultuur is breder dan etniciteit
Gedeelde betekenissen hebben ook andere bronnen dan etniciteit (bv sociale klasse,
leeftijd, gender, etc)
Multiculturele samenleving kan ook ontstaan in een samenleving die niet multi-
etnisch is (andere culturen arbeiders en bedienden bv)
- Gedeeld interpretatiekader leidt tot gelijkaardige houdingen en handelingen, niet identiek
(interpretatie mogelijk)
Er is dus een ‘gedeeld repertoire’ waaruit de leden inspiratie halen, leden leggen hun
eigen accenten (bv wel of geen alcohol drinken bij moslims)
- Niet alle dimensies van etniciteit zijn cultureel
Etnisch-raciale verschillen staan bv vaak los van culturele verschillen bv zwarte
moslims vs zwarte christenen
1.5: wat is identiteit dan?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aylinvanroy. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.