Hierbij mijn verslag voor het vak onderzoeksvaardigheden.
Voor dit vak heb ik een 8,5 behaald.
Je kan vanuit dit document een idee opdoen van het soort verslag voor het vak onderzoeksvaardigheden.
Wil je een compleet beeld krijgen van wat er uiteindelijk ingeleverd dient te worden aan pla...
onderzoeksvaardigheden hogeschool van amsterdam tax advi
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool van Amsterdam (HvA)
Finance Tax & Advice
Onderzoeksvaardigheden (3000OZV_22)
All documents for this subject (3)
Seller
Follow
Hoi101
Reviews received
Content preview
FISCALE EN
FINANCIËLE
GEVOLGEN VAN DE
INVOERING VAN ART.
1 WET OP DE
BRONBELASTING 2021
Naam
Woonplaats, datum ten tijde van inleveren
Hogeschool van Amsterdam Finance, Tax and Advice
Klas
Naam docent
Embargoverklaring
Het onderzoek bevat vertrouwelijke informatie over Mocha Express. Om deze reden is er
een embargoverklaring ondertekend, zodat vooraf is afgesproken dat het onderzoek niet
beschikbaar wordt gesteld aan derden.
,Inhoudsopgave
1. De aanleiding voor en het gevolg van de invoering van de Wet bronbelasting 2021....................................2
1.1. Mocha Express casus met betrekking tot de Wet bronbelasting 2021.......................................................4
,1. De aanleiding voor en het gevolg van de invoering
van de Wet bronbelasting 2021
Nederland heeft een uitgebreid verdragennetwerk en vóór 2021 was er geen sprake van een
bronbelasting op uitgaande rente- en royaltybetalingen. Dit maakte Nederland aantrekkelijk
voor structuren die zich richten op het voorkomen van buitenlandse bronbelasting. Op 17
december 2019 is het wetsvoorstel over de Wet bronbelasting 2021 (hierna: bronbelasting
of Wet BB) door de Tweede Kamer aangenomen. Deze wet strekt zich ertoe om Nederland
niet langer als doorsluisland te laten functioneren voor renten en royalty’s ten aanzien van in
Nederland gevestigde lichamen aan een in een laagbelastende jurisdictie gevestigd gelieerd
lichaam en in misbruiksituaties (Kamerstukken II, 2018-2019, 34 700, nr. 34, p. 40). De
belasting is een eindheffing: er is geen verrekening van bronbelasting mogelijk en er wordt
geen aftrekbare last erkend.
Het wetsvoorstel is het gevolg de Pijler 2-maatregelen ingevuld door staatssecretaris van
financiën Menno Snel in februari 2018. Het kabinet was blijkbaar gevoelig voor de (deels)
internationale kritiek dat het Nederlandse belastingstelsel constructies faciliteert via de
afschaffing van de dividendbelasting (en de afwezigheid van een bronbelasting op uitgaande
rente en royalty's) zou kunnen gaan groeien. De aanpak van belastingontduiking en -
ontwijking werd wellicht mede daarom tot beleidsspeerpunt verklaard (Kamerstukken II,
2017-2018, 25 087, nr. 188, p. 8 en 9). Op 18 september 2018 werd het allereerste voorstel
voor een bronbelasting ingediend bij de Tweede Kamer, alleen maakte dit voorstel deel uit
van het wetsvoorstel ter afschaffing van de dividendbelasting. Als gevolg van de politieke en
maatschappelijke tegenstribbeling over het voorstel ter afschaffing van de dividendbelasting,
verviel daarmee ook gelijk het voorstel voor de conditionele bronbelasting. Hierdoor liep de
bronbelastinginvoering een vertraging op (vergelijk Kamerstukken II, 2018-2019, 34 700, nr.
72, p. 4). Het kabinet diende daarom op 17 september 2019 een vernieuwd wetvoorstel tot
invoering van een bronbelasting op rente en royalty's (Wet bronbelasting 2021) in
(Kamerstukken II, 2019-2020, 35 305, nr. 1 en 2), welke zonder bijzondere wijzigingen werd
goedgekeurd. (Adema, 2020).
Een bronbelasting focust zich op de zogenoemde cross-border transacties waarbij het land
waaruit de betaling afkomstig is (het bronland) de transactie ook belast wordt (Hietland,
2019). Aan de heffing van de bronbelasting wordt daarom (samenvattend) enkel
toegekomen bij betaling van rente of royalty's door een in Nederland gevestigd lichaam aan
in een laagbelastende jurisdictie gevestigde gelieerd lichaam, of in misbruiksituaties. Aan de
bronbelasting is een prohibitieve werking toe te rekenen (vergelijk Kamerstukken II, 2018-
2019, 35 305, C, p. 4). In art. 1.1 is de reikwijdte van de Wet bronbelasting 2021
weergegeven. Het gaat om een bronbelasting op rente en royalty’s die geheven wordt van
lichamen die als belastingplichtige zijn aangemerkt op grond van art. 2.1 uit de
desbetreffende wet. Dit blijkt ook uit de Memorie van toelichting (2021).
De heffing van bronbelasting wordt in de toekomst mogelijk uitgebreid. De staatssecretaris
van Financiën heeft aangegeven dat het kabinet aanvullende maatregelen wil treffen tegen
onbelaste dividendstromen naar laagbelastende jurisdicties (winstbelastingtarief <9% en
landen vermeld op de Europese lijst van niet-coöperatieve rechtsgebieden voor
belastingdoeleinden). Onlangs is daartoe een concept wetsvoorstel voor de aanvullende
2
,bronbelasting op dividendstromen naar laagbelastende jurisdicties en in misbruiksituaties
voorgelegd ter consultatie. De consultatieperiode is inmiddels verstreken (Rijksoverheid,
2020).
In maart 2021 is dan ook hiervoor een wetsvoorstel ingediend. Staatssecretaris Vijlbrief van
Financiën:
“Nederland heeft deze kabinetsperiode een grote ommezwaai gemaakt als het gaat
om de aanpak van belastingontwijking. De bronbelasting op renten en royalty’s is één
van deze belangrijkste maatregelen. Deze bronbelasting gaat ook gelden voor
dividenden. Geldstromen die via of vanuit ons land naar een ander land lopen waar
ze niet worden belast, worden dit hiermee wel. Nu is het zaak hierover internationaal
nog betere afspraken te maken, zodat belasting niet alsnog via andere landen kan
worden ontweken. Nederland kan hier de komende jaren een leidende rol pakken.”
De voorgenomen maatregelen kunnen pas vanaf 1 januari 2024 in werking treden. Blijkbaar
hebben het Ministerie en de Belastingdienst ruim drie jaar nodig om de implementatie van
de aanvullende maatregelen voor te bereiden (brief van 29 mei 2020, nr. 2020-0000100950,
NDFR 2020/1654), waar vraagtekens bij gezet kunnen worden (Adema, 2020).
Met het onderstaande voorbeeld wordt het eerdergenoemde met betrekking op de
klantcasus nog eens extra inzichtelijk gemaakt.
Hier heeft de fictieve moedermaatschappij een 100% aandeelhouderschap in de fictieve
dochtermaatschappij. De moeder verstrekt aan de dochter een lening, waarvoor de dochter
rente als tegenprestatie dient te betalen. Normaliter is deze rente als rentekosten aftrekbaar
van de winst en dus ook uitgesloten van de belastbare winst volgens art. 3.8 Wet IB jo. 8
Wet VPB. Bij deze artikelen komt het erop neer dat de fiscale winst (voor de Wet VPB)
bepaald wordt door de opbrengst te verminderen met de kosten. Rentebetalingen zijn ook
kosten, te weten rentekosten, die gemaakt zijn om de vennootschap in staat te stellen tot
het behalen van winst. Sinds het begin van 2021 worden deze rentekosten vooralsnog
buiten de heffing van de Wet VPB gelaten, maar wel ondergebracht bij de Wet BB. Niet
alleen rentekosten, maar ook royaltybetalingen worden op bovenstaande wijze belast. De
licentieverschaffing van een zekere waarde wordt dan op de balans geactiveerd als een
3
, transitorische post, en de royaltybetalingen (doorgaans ter grootte van een bepaald
percentage van de omzet) worden als tegenprestatie betaald aan de licentie verschaffende
vennootschap. Dit is te zien bij de situatie van Mocha Express.
Samenvattend is deze nieuwe wet van toepassing bij een rente- of royaltybetaling door een
in Nederland gevestigd lichaam aan een in een laagbelastende jurisdictie gevestigd gelieerd
lichaam en in misbruiksituaties. Voor toepassing van de Wet bronbelasting 2021 wordt
materieel beoordeeld wie de uiteindelijk gerechtigde is. Deze nieuwe belasting is dan ook
een eindheffing: Er wordt geen verrekening van de bronbelasting geboden of aftrekbare last
erkend.
1.1. Mocha Express casus met betrekking tot de Wet
bronbelasting 2021
Hierboven is het organogram van het concern Mocha Express weergegeven. Deze
constructie (met uiteraard andere bedragen) is al behoorlijk wat (boek)jaren van kracht. Alle
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Hoi101. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.41. You're not tied to anything after your purchase.