College 1:
Materieel strafrecht; welk gedrag is strafbaar en wie wordt er gestraft.
Formeel strafrecht; procedureregels, bevoegdheden en rechten.
Commuun strafrecht; algemeen materieel en formeel samen.
Bijzonder strafrecht; opium wet en Wegenverkeerswet.
Materieel legaliteitsbeginsel art. 1 Sr
“Wettelijke strafbepaling” het uitgangspunt is dat het een schriftelijke bepaling moet zijn. Het
feit moet strafbaar zijn anders kan je niet gestraft worden. Strafbepalingen mogen ook in de
APV staan.
Arrest; onbehoorlijk gedrag in strijd met art. 1 Sr?
4 beginselen Legaliteitsbeginsel;
- Lex scripta beginsel; moet een geschreven strafbepaling zijn. APV heeft bijv;
wildplassen.(denk aan woordje script; geschreven)
- Verbod op terugwerkende kracht; gedrag moet strafbaar zijn anders ben je niet
strafbaar.
- Verbod van analogie; feiten die niet zwart op wit strafbaar zijn toch onder een
strafbaar feit brengen.
- Lex certra beginsel; strafbepaling moet duidelijk zijn voor de burger. (deze is in
strijd met de term “vaag” bij onbehoorlijk gedrag)
JP: Onbehoorlijk gedrag
Rechtsvraag; was de term “onbehoorlijk gedrag’ in strijd met artikel 1 Sr?
HR; nee de bepaling was voldoende geconcretiseerd.
Interpretatiemethoden
- Wetshistorische interpretatie; wat is eerder gezegd in de wetsgeschiedenis zoals in
de stukken van de memorie van toelichting of kamerstukken.
- Grammaticale interpretatie; wat betekend de bepaling in het algemeen. Betekenis
wordt gehaald uit het woordenboek.
- Systematische Interpretatie; waar staat de bepaling in de wet opgenomen bijv; in
welke titel.
- Teleologische interpretatie; wat wordt er beoogd te bereiken, kan ook in de MvT
staan. Staan het woordje ‘strekking, doel, ratio’.
College 2:
Vereisten strafbaarheid;
1. Menselijke gedraging; dieren zijn niet strafbaar
2. Wettelijke delictsomschrijving
3. Wederrechtelijkheid; in strijd met het recht
4. Schuld
,Wederrechtelijkheid en schuld; algemene voorwaarden voor strafbaarheid, zijn ongeschreven
voorwaarden voor strafbaarheid. Wanneer het ongeschreven vw zijn worden het elementen
genoemd.
Wordt een van de twee opgenomen in de delictsomschrijving dan worden ze bestanddelen
genoemd. Soms staat wederrechtelijkheid in de delictsomschrijving en is het dus een
bestanddeel. Schuld (verwijtbaarheid) staat bijv. niet opgenomen in de delictsomschrijving
dan is het een element.
Wederrechtelijk als element; gedrag is in strijd met de wet. Als een gedraging niet in strijd is
met de wet is de gedraging gerechtvaardigd zoals bij noodweer. Rechter ontslaat in dit geval
de verdachte.
Schuld (verwijtbaarheid) als element; geen straf zonder schuld. Wanneer iemand door een
geestelijke stoornis niet in staat is zich anders te gedragen kan hem geen verwijt worden
gemaakt. Hierdoor ontbreekt het element schuld/ verwijtbaarheid.
Strafbepaling bestaat uit;
1. delictsomschrijving; bestanddelen
2. kwalificatie; naam van het feit
3. strafmaat; max straf en max geldboete
Delicten;
1. misdrijven; ernstige feiten, boek 2
2. overtredingen; lichtere feiten, boek 3
3. formele delicten; handelingen zoals door rood rijden.
4. materiele delichten; geen handeling maar het veroorzaken van een gevolg. Bijv. doodslag
er staat niet hoe iemand om het leven moet worden gebracht.
5. commissiedelict; handelingen zijn strafbaar zoals steken en vermoorden
6. omissiedelict; iemand niet helpen die in nood is. Dus het nalaten van iets is strafbaar.
7. oneigenlijk delict; commissie en omissie samen.
8. gekwalificeerd delict; bestanddeel werk strafverzwarend. Bijv; mishandeling met
voorbedachten rade 301 Sr, het gronddelict is mishandeling 300 Sr.
9. geprivilegieerd delict; bestanddeel werkt straf verlichtend. Bijv; kinderdoodslag, het
gronddelicht is doodslag. Bij kinderdoodslag staat er een lichtere strafmaat dan bij doodslag.
Conclusie;
1. er moet voldaan zijn aan de geschreven en ongeschreven voorwaarden.
2. geschreven voorwaarden; bestanddelen
3. ongeschreven voorwaarden; elementen
, College 3
Strafrecht kent 2 subjectieve bestanddelen, bij misdrijven altijd!;
1. opzet; willens en wetens
2. culpa (schuld)
Dader moet opzet of schuld aan het strafbaar gestelde gevolg hebben gehad, anders geen
strafrechtelijke aansprakelijkheid.
Andere bestanddelen in de delictsomschrijving worden objectieve bestanddelen genoemd.
Opzet; herken je in de delictsomschrijving aan opzettelijk, wetende dat & oogmerk.
Ingeblikt opzet; wanneer handeling niet per ongeluk wordt verricht zoals mishandeling.
Opzettelijk handelen; willens & wetens handelen; woordje opzettelijk
Op welk moment aanwezig; tijdens het handelen, dus tijdens het plegen van het strafbare
feit, en hoofdregel is dat het moet zijn gericht op de bestanddelen die ná het woord opzet
komen in de delictsomschrijving.
Waar moet opzet op zijn gericht: hoofdregel is dat opzet moet zijn gericht op de
bestanddelen die na het opzetbestanddeel staan in de delictsomschrijving.
Gradaties opzet;
- Opzet als oogmerk/ opzet met bedoeling; dader wil doel bereiken.
- Opzet als noodzakelijkheidsbewustzijn; “aanvaarden” gevolgen. Dader heeft geen
opzet om anderen om het leven te brengen, maar was wel noodzakelijk voor het doel.
Denk aan het opblazen van een schip voor verzekeringsgeld. Niet Bel.
- Voorwaardelijk opzet; Dit wordt daarom ook wel de ondergrens van opzet genoemd.
Definitie HR: voorwaardelijk opzet op een bepaald gevolg is aanwezig indien de
verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat dat gevolg zal
intreden. Het zal moeten gaan om een kans die naar algemene ervaringsregels
aanmerkelijk is te achten. Zie vb boek. Je bent je van bewust dat er een kans is dat er
doden gaan vallen. SCHEMA
Stappenplan voorwaardelijk opzet; LET OP ZIE DOCUMENTEN/ SAMENVATTING
1) Is er sprake van een aanmerkelijke kans? Kans op een gevolg. Door bijv. met een
hoge snelheid door een kroegen straatje te rijden is de kans op ongelukken groot
Toetsen aan algemene ervaringsregels.
2) Is de verdachte zich bewust van deze aanmerkelijke kans? Verdachte is een normaal
mens en een normaal mens is zich bewust van deze kans.
3) Heeft de verdachte aanmerkelijke kans aanvaard? Ja door het te accepteren en te
doen.
Arrest; Enkhuizer doodslag.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mcroeswijk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.36. You're not tied to anything after your purchase.