100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Sociologie H6, H9, H10, H11 $3.24   Add to cart

Summary

Samenvatting Sociologie H6, H9, H10, H11

5 reviews
 115 views  11 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting sociologie leerjaar 1, hoofdstuk 1, 6, 9, 10 & 11

Preview 1 out of 16  pages

  • No
  • H6, h9, h10, h11
  • December 20, 2016
  • 16
  • 2016/2017
  • Summary

5  reviews

review-writer-avatar

By: naomikessing • 4 year ago

review-writer-avatar

By: cllamerichss • 6 year ago

review-writer-avatar

By: sejlaglamocak • 6 year ago

review-writer-avatar

By: marentheburgers • 7 year ago

Translated by Google

I'm in depth

review-writer-avatar

By: devenykoch • 7 year ago

Translated by Google

It is a clear and concise summary of the correct core! Thank you!

avatar-seller
Hoofdstuk 6 Stratificatie


Sociale ongelijkheid = alle sociale verschillen, alle situaties waarin mensen een verschillende sociale
positie innemen. Sociale ongelijkheid kan worden omschreven met behulp van de ruimtelijke hoog-
laag metafoor. Iemand die een ‘hogere’ positie heeft, heeft meer macht, meer beslissingsvrijheid,
meer status, meer voorrechten van materiële aard. Degene die over relatief veel sociale privileges
beschikt, heeft ook de macht om deze te verwerven en te behouden.
 sociale ongelijkheid: verschillen in macht en daarmee verbonden sociale privileges.

Machtsverschillen en daarmee ook verschillen in sociale privileges, zijn geworteld in
afhankelijkheidsverhoudingen tussen mensen. Afhankelijkheid impliceert macht. Macht is dwingende
invloed: het vermogen om het gedrag van anderen met behulp van sancties (beloningen en straffen)
te beïnvloeden.
Wanneer twee mensen in dezelfde mate van elkaar afhankelijk zijn, oefenen zij macht over elkaar uit
zonder dat er sprake is van een machtsverschil. De afhankelijkheid kan echter ook meer of minder
eenzijdig zijn.

Vier typen machtsbronnen:
 Economisch: beschikking over schaarse goederen waar anderen op aangewezen zijn.
Privilege: materiële beloningen.
 Politiek: beschikking over middelen tot reguliere uitoefening van geweld. Privilege:
bevoegdheden en rechten.
 Affectief: het vermogen anderen emotioneel aan zich te binden. Privilege: status.
 Cognitief: beschikking over speciale kennis die ook voor anderen waardevol is. Privilege:
toegang tot kennis en informatie.
Organisatie als machtsbron: doelgerichte coördinatie van activiteiten met behulp van regelgeving.
Mensen die volgens het ene criterium een hoge dan wel lage positie innemen, hebben meestal
volgens een ander criteria eenzelfde soort positie. Waar dit niet het geval is, is er sprake van
statusincongruentie. Deze wordt door de betrokkenen vaak als problematisch ervaren en leidt dan
tot pogingen de situatie te veranderen.

Verklaringen van sociale ongelijkheid:
 afhankelijkheidsverhoudingen: bindingen tussen mensen, de machtsverschillen en daaruit
voortvloeiende verschillen in sociale privileges met zich meebrengen.
 Dynamiek van economische bindingen, met name de arbeidsdeling, groei van
productiesurplus, veranderingen in bezitsverhoudingen en concurrentie.
 Statusverschillen: mensen worden verschillend gewaardeerd naar de mate waarin zij in de
maatschappelijk gestelde normen en waarden voldoen.

Ongelijkheid naar leeftijd: in alle samenlevingen zijn kinderen eenzijdig afhankelijk van volwassenen.
Ongelijkheid naar sekse: ongelijkheidsverhoudingen tussen mannen en vrouwen.

Sociale stratificatie: de verdeling van de maatschappij in omvangrijke, uit gezinnen, families of
huishoudens bestaande groeperingen waartussen ongelijkheidsverhoudingen bestaan en waarvan het
lidmaatschap althans ten dele sociaal erfelijk is. Het is door middel van deze eenheden dat sociale
privileges worden overgedragen.
Voorwaarde voor het ontstaan van stratificatie:
 arbeidsdeling (verder dan naar sekse en leeftijd)
 surplusproductie
 surplus toe-eigening

Onderscheid tussen klassen en standen
Historisch gezien, verwijst het begrip klasse naar de sociale strata die met de opkomst van het
kapitalisme en vervolgens de industrialisering in West-Europe op de voorgrond traden (ondernemers,
arbeiders).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ilsekanters. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75057 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.24  11x  sold
  • (5)
  Add to cart