Dit document bevat een samenvatting van tijdvak 9 wereldoorlogen. Dit document kun je gebruiken ter voorbereiding van je pabo toelatingstoets of misschien een andere toets.
Tijdvak 9
Wereldoorlogen
1900 - 1950
De eerste wereldoorlog
Interbellum
Nationaalsocialisme
De tweede wereldoorlog
De Duitse bezetting
Anne Frank
,De eerste wereldoorlog
Eerste wereldoorlog - vooraf
De eerste Wereldoorlog, die duurde van 1914 tot 1918. In Frankrijk en België vond een enorme
slachting plaats in de loopgraven, maar ook op andere plaatsen werd hevig gevochten met steeds
verschrikkelijker wapens.
Oorzaken eerste wereldoorlog
Voor het uitbreken van de eerste wereldoorlog waren meerdere oorzaken:
Rivaliteit Frankrijk - Duitsland → in 1870 verloor Frankrijk een oorlog met de
Duitse staten onder leiding van Pruisen. Frankrijk werd militair verneder en werd
gedwongen tot het betalen van forse herstelbetalingen. Ook verloor het de
economische belangrijke provincies Elzas en Lotharingen aan Duitsland. Het
verlangen naar wraak en genoegdoening in Frankrijk was daarom groot.
Bondgenootschappen → Duitsland had een bondgenootschap met Oostenrijk-
Hongarije en Italië. Frankrijk voelde zich bedreigd en zocht toenadering tot het
tsaristische Rusland. In 1907 sloot ook Groot-Brittannië zich aan bij Frankrijk en
Rusland om tegenwicht te bieden aan het machtige Duitsland. Er stonden twee
groepen tegenover elkaar: de Centralen (Duitsland en bondgenoten) en de
Entente (Rusland, Frankrijk en Groot-Brittannië). Bondgenoten beloofden elkaar
militaire steun als één van hen werd aangevallen. Door deze wederzijdse
beloften werd de kans op een oorlog groter.
Imperialisme/kolonialisme → de strijd om de koloniën versterkte de rivaliteit
tussen de landen in Europa. De Duitse keizer Wilhelm II wilde meedoen in de
strijd om de koloniën. In korte tijd liet hij een sterke militaire vloot bouwen. Zijn
koloniale ambitie was bedreigend voor het koloniale rijk van Groot-Brittannië.
Wapenwedloop/militarisme → Duitsland was vanaf 1871 een keizerrijk onder
leiding van Wilhelm I. het land werd door een snelle industrialisatie een
belangrijke economische en militaire macht. De opkomst van Duitsland
verstoorde het machtsevenwicht in Europa. Het gevolg was een
wapenwedloop waarbij landen probeerden om meer en betere wapens te
hebben dan de concurrerende landen. Als gevolg van de industriële
ontwikkeling had het wapentuig alsmaar meer vernietigingskracht. We kunnen
de eerste wereldoorlog dan ook zien als de eerste industriële oorlog.
Nationalisme → de toenemende rivaliteit tussen de grootmachten in en buiten
Europa uitte zich in een sterk opkomend nationalisme. De nationale eer van
Groot-Brittanië, Frankrijk en Duitsland was in het geding. De landen voerden een
wapenwedloop om de rivalen op militair gebied voor te zijn. De ingevoerde
dienstplicht had tot gevolg dat de legers uit miljoenen soldaten bestonden.
Toen de oorlog uitbrak gingen veel soldaten optimistisch de oorlog in om de eer
van het vaderland te verdedigen.
, Imperialisme/kolonialisme
Cecil Rhodes was een bekende Britse ondernemer en politicus die zich aan het eind van de 19e
eeuw inspande om de macht van Groot-Brittannië in Afrika te vergroten. In 1880 werd hij eerste
Minister van de Kaapkolonie. Met imperialisme wordt bedoeld: het streven naar vorming van een
groot rijk. Dus: het veroveren van andere landen om je eigen macht te vergroten. In de
negentiende eeuw was het Britse Rijk het grootste ter wereld. Afrika was het laatste werelddeel
waar Europese landen voet aan de grond probeerden te krijgen. Op de afbeelding zie je een
bekende Britse imperialist, Cecil Rhodes, die heel Afrika Engels wilde maken. Andere landen
wilden ook graag meedoen aan deze wedstrijd om Afrika te verdelen. Het doel: macht,
grondstoffen en markten voor de snel groeiende industrieën in Europa. Het gevolg: nog meer
conflicten tussen Europese landen, vooral met laatkomer Duitsland dat nog nauwelijks koloniën
had; het was pas in 1865 één land geworden. Bang om achterop te raken, voerde Duitsland een
agressieve politiek om meer invloed in Afrika te krijgen.
Loopgravenoorlog
In juni 1914 werd de Oostenrijkse kroonprins Franz Ferdinand door een Servische jongeman
doodgeschoten. De moordaanslag was de aanleiding voor het uitbreken van oorlog tussen
Oostenrijk-Hongarije en Servië. Door het ingewikkelde stelsel van bondgenootschappen
escaleerde het conflict al snel tot een wereldoorlog. De geallieerden (Groot-Brittannië, Frankrijk,
Rusland, e.a.) vochten tegen de Centralen (Duitsland, Italië, Turkije, Japan, e.a.). Later raakten
nog meer landen bij de oorlog betrokken, waaronder de Verenigde Staten in 1917. De Eerste
Wereldoorlog is een oorlog waarin niet uitsluitend legers met elkaar vochten; de gehele
maatschappij was betrokken bij de oorlog. De oorlog wordt daarom wel een totale
oorlog genoemd.
In 1914 waren er twee militaire allianties: de Entente en de Centralen.
Toen de oorlog uitbrak, werden de Entente en andere landen die tegen
de Centralen vochten, samen de Geallieerden genoemd.
Om een gelijktijdige tweefrontenoorlog te voorkomen, waarbij Duitsland
tegelijkertijd tegen Rusland en Frankrijk zou moeten vechten, bedachten
de Duitsers het Von Schlieffenplan. Ze wilden via het neutrale België
doorstormen naar Frankrijk en vervolgens Parijs omsingelen. Zodra
Frankrijk was verslagen kon Duitsland zich richten op een eventuele
oorlog met Rusland.
Doordat de Russen veel sneller optrokken dan
voorzien, konden de Duitsers minder legers
inzetten in het westen. Het plan voor een snelle
omsingeling van Parijs mislukte. Uiteindelijk werd
de Duitse opmars door het Franse en Engelse leger
tot staan gebracht aan de rivier de Marne.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mj1998. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.95. You're not tied to anything after your purchase.