100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting klinische gerontologie $4.71   Add to cart

Summary

Samenvatting klinische gerontologie

 31 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting omvat alle lessen van klinische gerontologie (gegeven door Aziz Debain) die te kennen zijn voor het examen van juni.

Last document update: 1 year ago

Preview 4 out of 30  pages

  • May 23, 2023
  • June 7, 2023
  • 30
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Geriatrie en klinische gerontologie
Info over examen:

4 onderwerpen met meerdere halfopen vragen -> 2 vragen naar keuze invullen
Hij gaat nooit cijfers vragen en nooit medicatie!

Als je ooit een medische term ziet in een dossier dat je niet kent: gebruik Merck Manuals (online
naslagwerk)

Hoofdstuk 1: introductie tot de klinische geriatrie
Geriatrische P = populatie gemiddeld ouder dan 75j, met kwetsbaarheid en beperkte homeostase,
actieve polypathologie, atypische klinische beelden, verstoorde farmacokinetiek, gevaar van
functionele achteruitgang, gevaar voor voedingsdeficiëntie, psychosociale problemen, tendens tot
inactiviteit en bedlegerig, toegenomen risico op afhankelijkheid, etc.

(Bovenstaande definitie is niet te kennen)

Vergrijzing: een uitdaging

In Europa zijn 1/5 mensen ouder dan 65j. Dit getal stijgt nog steeds. Ze worden ook alsmaar ouder. Er
gaat dus ook veel budget naartoe, ondanks dit gaat er maar weinig geld naar het onderzoek bij deze
populatie.

Vergrijzing is een mondiaal probleem. Het is ook
gelimiteerd in de tijd: vb economische welvaart
gaat erop vooruit -> we krijgen steeds minder
kinderen.

De gezondheidskost in het laatste levensjaar
neemt ook toe (maar niet afhankelijk van de
leeftijd: vb sterven op 75j is duurder dan sterven
op 85j)



Wat gebeurt er als we ‘normaal’ ouder worden

- Afname van parenchymcellen (in al onze organen)
- Afname van ondersteunende cellen (bindweefsel, bescherming
organen)
- Afname van efficiëntie van arteriën en venen
- Afname van kleine zenuwen in de periferie

(Deze opsomming is niet te kennen, is maar om een idee te
krijgen van algemeen)

We zien een afname in massa, doorbloeding en functie van
organen! We zien een toename van rigiditeit van Aa/Vv en
vetmassa. Maar wat is nu een normale achteruitgang van
spierfunctie/nierfunctie/spiermassa/etc. -> zie disability
treshold. Je moet niet enkel naar sarcopenie kijken maar ook
cognitie en organen etc.

,Daling in niet vette massa in lichaam +
stijging vetmassa

= afname spiermassa en toename in
lichaamsvet (hoe ouder; hoe hoger percentage)

- BMI wordt onbetrouwbaar (kg/m²) ->
best gewoon gewicht in tijd opvolgen
- Pro-inflammatoire stoffen nemen toe
- Anti-inflammatoire stoffen dalen
➔ Bij fysieke oefentherapie worden de anti-inflammatoire stoffen gestimuleerd; pro-inflam
wordt geïnhibeerd! Daarom belang van fysieke therapie!
- Daling water compartiment en stijging vet compartiment
➔ Er is wateroplosbare medicatie en vetoplosbare medicatie. Vb opgelet met patch op de
huid die vol morfine zit want is vetoplossend en mensen die gewicht verliezen krijgen dus
veel meer morfine toegediend.
- Daling insuline gevoeligheid (belangrijk bij diabetes type 2 want die maken sowieso al te
weinig insuline aan)

Creatine is een eiwit dat wordt geproduceerd in
onze spieren en uitgescheiden via de nier. Hoe die
nier dat uitscheidt bepaald hoe we de nierfunctie
interpreteren.

Bij warmer weer hebben ouderen makkelijker
dehydratatie omdat de urine concentratie daalt.

Vrij water dat uitgescheiden wordt als er
wateroverlast is, neemt ook af. Natrium retentie
neemt ook af. Deze twee zorgen ervoor dat
ouderen een groter risico hebben op zouttekorten
in het bloed. Dit kan vallen veroorzaken of zelfs
epilepsie.

Vaak nemen ouderen bicarbonaat om hun nieren te beschermen. Het is belangrijk om te weten welke
medicatie ze nemen: sommigen kunnen effect hebben op de nieren. Als een nier niet voldoende werkt
en de medicatie is zo gemaakt dat het door de nier moet worden uitgescheiden, dan mag je de
medicatie niet geven.

Verstoord endocrien systeem

Er zijn verminderde anabole factoren. Minder efficiënte regulatie van hypofyse hormonen.

Menopauze: wanneer de geslachtsfunctie niet meer zo belangrijk is. Oestrogenen productie daalt en
de cardiovasculaire bescherming valt weg! Het gunstig effect op de botmassa valt ook weg -> daarom
krijgen ze vaak osteoporose (sneller dan mannen).

Bij mannen neemt de testosteron productie af: door supplementen gaat de spierkracht verbeteren,
maar deze mensen hebben veel vaker cardiovasculaire problemen (tromboses, infarcten, beroertes ->
maar hier lopen nog onderzoeken naar).

Niet alle hormonen bij ouderen dalen in productie! Soms gewoon op een iets andere manier.

,Volgende zaken niet vanbuiten leren, is meer om hormonenproductie bij ouderen (O) mee te geven:

O gaan op andere momenten doorheen de
dag C produceren. Bij jonge mensen vroeg
op dag cortisol piek. Geen echte piek bij O.
Is deels oorzaak van lage BD in de ochtend.

TSH minder aanmaak. Minder variatie.

Ligt lager bij O waardoor dag-nacht ritme
soms verstoord is.



Neemt af (zie ook Parkinson).



Sterk afgenomen. Extra toedienen
veroorzaakt oncologische problemen op
lange termijn.

Minder efficiënte slaap en minder uren
slaap.



Stel mensen gerust dat het normaal is dat
de REM slaap korter is.

Slaapmedicatie haalt weinig uit: heeft geen invloed op anabole/REM/efficiëntie van de slaap. Je hebt
gewoon het gevoel dat je doorgeslapen hebt maar de dag erna zal je merken dat je niet aandachtig
bent/valrisico stijgt/sufheid overdag/etc.

Kritische benadering van polyfarmacie

Ouderen nemen vaak medicatie en vaak ook meerdere medicaties tezamen.

Volgende termen moet je onthouden:

- BEERS criteria: lijst van medicatie die bij 75+ers best niet gegeven worden en de evidentie
erachter (ook sommige medicaties die een gunstig tolerantie profiel hebben bij ouderen)
- STOPP & START criteria: medicatie die zo snel mogelijk gestopt moeten worden + enkele
medicaties die wel gunstige effecten kunnen hebben bij ouderen

Variabiliteit in gezondheidsprofiel >65j

Veel heterogeniteit want er zijn er met een chronische aandoening (of meerdere), fysieke beperkingen,
etc. Maar de defecieten-accumulatie bepaald niet de kwetsbaarheid.

Wie vormt een risico? Wie moeten we het snelste bereiken?

Vaak zijn er verschillen tussen de definities van geriatrische P op diensten in ziekenhuizen. Vb. man van
70j met hartinfarct -> wordt op sommige diensten dan benaderd door de geriater ipv de cardioloog
omdat men hem onder de geriatrische populatie plaatst.

, Wie is kwetsbaar? De risicofactoren op een negatieve gezondheidsuitkomst – EXAMEN!

Wat zijn die negatieve gezondheidsuitkomsten?

- Cognitieve achteruitgang
- Vallen
- Fysieke beperking
- Hospitalisatie
- Institutionalisering
- Mortaliteit

Het is bij deze mensen dat we de correcte (para)medische interventies moeten aanwenden + de
overconsumptie tegengaan!

Stel op je 25j longontsteking ->
antibiotica nemen -> je hervat je
leven zoals normaal.

Als je de treshold van
kwetsbaarheid voorbij bent en je
wordt ziek vb -> je hebt geen
reserve capaciteit meer tegen
exogene stressoren -> verval in
autonomieverlies (is nog reversibel
als je er snel bij bent)

Kwetsbaarheid is deels reversibel: ongeveer in 50% kun je er iets aan doen.

Het concept:

- Afgenomen fysiologische reservecapaciteit
- Minder weerstand tov stressoren
- Risico op negatieve gezondheidsuitkomsten
- Hoog risico op functionele achteruitgang en overlijden
- Pre-beperkingsstadium (pre-disability)

Frailty is geen ziekte, het is een risco! Er is nog steeds een onderscheid tussen beperkingen,
comorbiditeiten en kwetsbaarheid, maar ze staan niet los van elkaar.

Vb Je kan niet zeggen ‘iemand heeft 4 aandoeningen dus hij is kwetsbaar.’

Domeinen van kwetsbaarheid – EXAMEN!

➔ Linda F Fried – Fried fenotype (er zijn ook nog andere manieren om fraility te meten)

Fatigue (=vermoeidheid)
Resistance (=verminderde weerstand)
Ambulation (=verminderde mobiliteit)
Illnesses (=chronische aandoeningen)
Loss of weight (=gewichtsverlies) -> typisch 5% verlies in laatste levensjaar

Hoeveel van die 5 zijn er aanwezig? Onderscheid tussen 0-robuust; 1-2-Pre-frail; 3-5-Frail.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller phebewilmots. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.71. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.71
  • (0)
  Add to cart