1. Bevolking: mensen die door de staat politiek-juridisch gegroepeerd worden (onderdanen of
burgers v/e staat) -> staatsburgerschap of nationaliteit
Via bloedverwantschap of land waar je geboren bent
Land kiest zelf wie hun nationaliteit krijgt
Volk of natie: groep mensen die gemeenschappelijke taal, cultuur, godsdienst,
afstamming en/of geschiedenis delen -> natiestaat (bv Koerden)
2. Grondgebied: geografische gebied waar een staat zijn gezag kan uitoefenen (grondgebied +
luchtruim + stuk zee)
3. Gezag: mogelijkheid om regels op te leggen, macht uit te oefenen, dwangmiddelen in te zetten
Soeverein: staatsgezag is hoogste gezag
Gezag moet georganiseerd verlopen: dmv stabiele instellingen
4. Soms 4de element: internationale erkenning
3 staatsmachten;
WM: macht om algemeen geldende en bindende regels uit te vaardigen
UM: macht om die regels ten uitvoer te brengen
RM: macht om bindende beslissingen te nemen bij geschillen mbt toepassing van die regels
SOORTEN STATEN
Unitaire of eenheidsstaat: staat waarin het gezag uitgaat van 1 centraal niveau
In praktijk vooral afgezwakt door decentralisatie en deconcentratie
ﻬ Deconcentratie: staatstaak spreiden en laten uitvoeren op lokaal niveau, onderworpen
aan hiërarchisch toezicht
ﻬ Decentralisatie: BH toegewezen aan territoriaal of functioneel omschreven autonome
organen, onderworpen aan bestuurlijk toezicht
▪ Territoriale decentralisatie: autonomie in algemene termen beschreven, maar
territoriaal beperkt (bv gemeentebestuur)
▪ Functionele decentralisatie: autonomie inhoudelijk omschreven, territoriaal
onbeperkt (parastatalen = semioverheidsinstelling) (bv NMBS, RSZ)
1
,Federale of bondsstaat: soevereiniteit binnen eenzelfde staat verdeeld tss centraal gezag en deelstaten
v die staat
Deelstaten hebben ruime autonomie, vrij BH uitoefenen
Binnen eigen BHdomein de 3 staatsmachten uitoefenen
Doen eigen rechtsordening ontstaan
Intern: autonomie, extern: 1 geheel (elk kruisje mag mee beslissen over cirkel)
Ontstaan meestal centripetaal → ← (centrifugaal ← →)
Confederatie of statenbond: staten komen bij verdrag overeen om aantal materies gemeenschappelijk
te regelen via een beraadslagend orgaan bestaande uit diplomatieke vertegenwoordigers
Elke staat behoudt zijn soevereiniteit
(bv vroeger: VS, Montenegro)
BELGIË EN ZIJN GRONDWET
Ontstaan van de staat België
4 okt 1830: Voorlopig Bewind (voorlopige regering) roept Belgische onafhankelijkheid uit
Monsterverbond (Katholieken en Liberalen) door autoritaire beleid en taalpolitiek van Willem I ->
resultaat: Belgische omwenteling
Nationaal Congres: 1ste Belgische parlement, internationale erkenning door Conferentie van Londen
Belgische GW: 21 juli 1831 door Leopold I (eerste Koning der Belgen) -> unitaire staat met beperkte
decentralisatie via provincies en gemeentes
De Grondwet
Hoofdlijnen vd staatsstructuur: staatsvorm, welke instellingen, hoe samengesteld, welke BH + hoe
burgers zich tot OHinstellingen verhouden + fundamentele rechten en vrijheden
Programmatorische functie: algemene doelstellingen die OH moet nastreven
Ongeschreven grondwettelijke gewoontes en gebruiken
Gebruik: reeks ononderbroken en overeenstemmende handelingen
Wordt een gewoonte: wnr men in overtuiging verkeert dat dit gebruik rechtmatig en wettig is
(enkel politiek sanctioneerbaar)
Wijziging van de Grondwet
1. Herzieningsverklaring
▪ Preconstituante: 3 takken vd WM moeten elk herzieningsverklaring
goedkeuren
▪ Artikelen aanduiden die men wil herzien
2
, ▪ Gewone meerderheid
2. Ontbinding parlement + verkiezingen
▪ Herzieningsverklaring bekend gemaakt in BS
▪ Beide kamers van rechtswege ontbonden
▪ Nieuwe parlementsverkiezingen binnen de 40d
▪ Kamers opnieuw bijeengeroepen binnen de 3m
3. Eigenlijke grondwetswijziging
▪ Nieuw verkozen kamers + Koning = constituante (grondwetgevende
vergadering)
▪ Grondwettelijke of 2/3 meerderheid:
Min 2/3 leden aanwezig (quorumvereiste)
Minstens 2/3 ja-stem (stemvereiste)
UITZ: art 198 GW -> louter vormelijke aanpassingen kunnen ook op de artikelen die niet voor herziening
vatbaar werden verklaard
KENMERKEN VAN DE BELGISCHE STAATSINRICHTING
De scheiding der machten
De machten kunnen elkaar beperken en controleren + gedwongen om samen te werken
WM WM: maakt wetten + controleert UM
UM: voert wetten uit + op concrete gevallen toepassen
RM: uitspraak doen bij geschillen + controleert wettigheid vh optreden vd
UM RM UM
Een representatieve en parlementaire democratie
Democratie
ﻬ WM -> mogelijkheid om mee te beslissen welke regels er in de SL zullen gelden
ﻬ WM moet uitgaan vh volk (democratie = de macht vh volk)
Representatief
ﻬ Basisdemocratie -> WM is beperkte groep v vertegenwoordigers vh volk
(onrechtstreekse deelname vd burger)
ﻬ Stemrecht bij verkiezingen
▪ Cijnskiesrecht: cijns betalen (bel.) om te mogen stemmen
▪ Algemeen meervoudig stemrecht voor mannen: capaciteitsstemrecht
▪ Algemeen enkelvoudig stemrecht voor mannen: 1 man is 1 stem
!!! vrouwen ook voor gemeenteraadsverkiezingen en passief voor nationale
verkiezingen (verkiesbaar stellen) actief: bol kleuren
▪ Algemeen enkelvoudig stemrecht voor mannen en vrouwen (1948)
Parlementair
ﻬ Zwaartepunt ligt bij parlement (enkel parlement verkozen door volk)
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rechtenstudentjeopvives. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.