100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Volledige samenvatting Stad & diversiteit (2023): incl. gastcolleges + slides + lectuur $8.11   Add to cart

Summary

Volledige samenvatting Stad & diversiteit (2023): incl. gastcolleges + slides + lectuur

1 review
 95 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting omvat de hele cursus Stad en Diversiteit, gedoceerd aan de Universiteit Antwerpen in 2023 onder leiding van Bert De Munck en Stijn Oosterlynck. De samenvatting is zo lang aangezien dit het enige is wat je moet leren voor het examen: alle info van de slides, lectuur, afbeeldingen e...

[Show more]
Last document update: 1 year ago

Preview 6 out of 165  pages

  • May 23, 2023
  • November 29, 2023
  • 165
  • 2022/2023
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: jellesteyaert • 1 year ago

Translated by Google

very extensive and everything is certainly there, only sometimes just a little too extensive

avatar-seller
Stad en diversiteit
Les 1: Inleiding: Verstedelijking, migratie en de vele dimensies van diversiteit

Migratie als oorzaak van verstedelijking en stedelijke diversiteit

Positief verband tussen verstedelijking (= groei van steden) en migratie.

• Verstedelijking in Europa neemt stelselmatig toe vanaf circa jaar 1000.
• Relatief weinig mensen in steden voor circa 1800, maar wel zeer divers!
o 1/3de tot 1/2de van de inwoners waren elders geboren.
▪ Ze kwamen niet perse van heel ver.
o Plaats afhankelijk! Bv. in EU meer mensen dan in Afrika of Azië.
o Afhankelijk van de definitie van ‘stad’ die gehanteerd wordt.
o Sinds 2007 woont meer dan de helft van de populatie in steden.
• Urbanisering is enkel mogelijk dankzij permanente migratie van platteland naar stad (in pre-
moderne steden door het ‘urban graveyard effect’).
o Urband graveyard effect = er sterven meer mensen dan er geboren worden in de
steden, waardoor de stedelijke centra enkel kunnen overleven dankzij instroom van
migranten.
▪ Door ongezonde levensomstandigheden; infectieziekten, meer
alleenstaanden (= minder kinderen), later huwen,…
o Groter onderscheid tussen stad en platteland in die periode.
• ‘Netto immigratie’ = Het verschil tussen vestiging (immigratie) en vertrek (emigratie). Het
saldo kan zijn positief, negatief en zelfs ook precies 0.
o Is slechts een fractie van de reële mobiliteit. (belang van permanente uitstroom)



Verstedelijking tussen de 16e en 18e eeuw in Noord-Europa:

 Elk jaar een netto geboortetekort in de stad!
 Onderscheid netto-migratie en netto-aangroei!
o Netto-immigratie is systematisch hoger!
o Er gaan meer migranten naar de stad dan dat de stad aangroeit.



= Er gaan meer mensen naar de stad dan dat de stad aangroeit, en dit is te verklaren door het
geboortetekort.



Stedelijke promotie: geeft de aangroei in stedelijke bevolking weer door aangroei in steden in een
periode die in een vorige periode nog als dorp geclassificeerd werden.



Waarom verhuizen mensen naar de stad?

Push vs. pull factoren

• Push = factoren die mensen weg ‘duwen’ van het platteland.
o Oorlogen

, o Gebrek aan grond en kansen
▪ Zanderige, slechte grond in de Kempen.
▪ Boerderijen ‘verkruimelden’ doordat ze verdeeld werden over kinderen.
o Proletarisering = opkomst van de arbeiders.
▪ Kunnen enkel nog overleven door het verkopen van eigen arbeid.
 timmerman, schoenmaker, boer, … (hebben eigen productiemiddelen)
• Pull = factoren die mensen naar de stad ‘trekken’.
o Vraag naar arbeid, kennis en kapitaal in de stad
▪ Ongeschoolde arbeid, dienstpersoneel, …
▪ Handelaars, geschoolde ambachtslui, …
o Specifieke instellingen en diensten in de stad
▪ Universiteiten, academies, …
▪ Armenhuizen, godshuizen, …



 Verklaart waarom mensen migreren!
 Verklaart op zijn beurt sociale dynamieken in de stad.


Kenmerken van migratie in de pre-industriële periode

• Verband tussen aantal mensen van een bepaalde streek in een stad en de afstand die ze
hebben afgelegd.
o Te wijten aan gebrek aan moderne transportinfrastructuur.
o Vb. in Antwerpen vooral mensen van de Kempen = lokaal ‘demografisch bassin’.
o Treinen en stroomschepen ontstonden in de helft van de 19de eeuw pas.
o Verplaatsingen werden vaak nog te voet gemaakt in die periode. 1 à 2 reisdagen
ongeveer.
o Belang van netwerken en informatie.
o Enkel een beperkte elite kon het zich dus veroorloven van verre afstanden af te leggen.
▪ Mensen die van ver kwamen waren doorgaans geen arme mensen!
▪ Deze kapitaalkrachtige/geschoolde mensen zijn natuurlijk zeer welkom in de
steden!
• Omgekeerd verband tussen afgelegde afstand en sociale status: als je van ver komt is de kans
groter dat je kapitaal en kennis hebt.
o Migratie van platteland naar stad: vaak ongeschoolde arbeiders of dienstmeiden =
horizontale migratie
o Lange afstandsmigratie van handelaars en hooggeschoolden (ook vaklui): vaak tussen
steden = verticale migratie
▪ Deze mensen zijn heel erg welkom in de steden! (en vandaag de dag heerst
die perceptie vaak nog steeds)

• Veel migratie is niet permanent maar circulair/seizoensgebonden.
o De indruk dat de immigratie naar een stad te groot is, is dus vaak fout!
o Vaak is de emigratie bijna even groot als de immigratie.
o Immigratie en emigratie zijn vaak een veelvoud van de netto-migratie!
o Landlopers en ‘vagebonden’

Seizoenmigratie vindt vooral plaats in de seizoenen dat er te weinig te verdienen is op het platteland.

,Ander voorbeeld: een dienstmeid die van haar 18 – 24 jaar een rijk stadsgezin gaat helpen.

• In deze tijd deden grenzen er nauwelijks toe. De enige grens die van belang was, was de
stadsgrens.



Er stond nog een omwalling met
stadspoorten rond Antwerpen.

In deze tijd waren er stedelijke vormen
van burgerschap (nu nationaal).

Burgers van de stad konden dan
genieten van bepaalde privileges binnen
hun stad. Anderen mochten wel in de
stad zijn, maar genoten niet van deze
privileges.

,Vandaag de dag zijn de meeste mensen geproletariseerd: ze verkopen hun kennis en kunnen op de
arbeidsmarkt.

Nu is het vanzelfsprekend, maar in die tijden waren er op het platteland weinig opties voor
proletariërs ➔ Push-factor om naar de stad te trekken!

Omgekeerd kan ook: vb.: de Haven van Antwerpen trekt (= pull) arbeid naar de stad.



Industrialisering en urbanisering in de 19de eeuw

• Trek naar de steden (ondanks verdwijnen ‘urban graveyard effect’)
• Nieuwe steden (voor het eerst sinds de Middeleeuwen)
o Vb. Verviers, Charleroi, Manchester, Ruhrgebied, … worden belangrijk o.w.v. nieuwe
industrieën.
• Meer nood aan permanente migratie door industrialisering.
• ‘Democratisering’ lange afstandsmigratie
o Meer mensen gaan langere afstanden afleggen doordat migratie meer permanent
wordt.
o Snellere (betaalbaardere) transportmogelijkheden.



Combinatie van urbanisering (opkomst fabrieken, industrie, …) in combinatie met veel armoede op
het platteland in die tijd (mislukte oogsten, …) → trek naar de steden.

Verdwijning urban graveyard effect: minder infectieziekten, betere hygiëne en sanitaire
voorzieningen, …



Urbanisering in EU, lange 19de eeuw




(gehanteerde definitie stad: 10 000 inwoners)

→ Zeer regionaal bepaald!

→ Overal waar industrialisering plaatsvindt, gaat de urbanisering ook sterk toenemen.



Oorzaken van de 19de-eeuwse versnelling en transformatie

• Demografische groei en stijgende productiviteit landbouw.
• Economische problemen en verarming platteland. (= push)

, • Nood aan permanente arbeid in de stad (vaak ook ongeschoold: spierkracht!).
• Technologische ontwikkelingen. (in industrie en transport)



Migratie in EU, 20ste eeuw

• De nieuwe wereld als ‘uitlaatklep’ vanaf midden 19de eeuw (verarmde boeren, Joden, …)
o Nieuwe wereld = Canada, VS → veel emigratie uit Europa.
• Stagnatie in interbellum door:
o Afname fertiliteit (afname aantal geboorten per vrouw) en verdwijnen dynamiek op
het platteland (dat nu ook veel minder bevolkt is)
o Meer werkzekerheid, waardoor minder heen-en-weer migratie tussen stad en
platteland.
o Betere balans tussen stad en platteland.
• Nieuwe fase urbanisering en industrialisering na WOII.
o Door ‘interne’ migratie (vb. binnen Italië van de ene naar de andere stad)
o Komst van gastarbeiders (combinatie van push- en pull-factoren en politieke
interventie)
▪ Jaren ’50 – ’60.
▪ Metaalindustrie en mijnen.

, Maakte emigratie naar de
nieuwe wereld mogelijk.




De nood aan gastarbeiders

• Afname Europese bevolking door wereldoorlogen.
• Spectaculaire economische groei na WOII (tot 1973).
• Dalende geboortecijfers en kortere arbeidstijden in EU.
o Er kwam sociale zekerheid.
 Veel nood aan werkkrachten dus.
 Overheidsingrijpen faciliteren en stimuleren dit hele proces.

PUSH-factoren:

✓ Hoge fertiliteit
✓ Werkloosheid
✓ Lage inkomens



 Zeer veel gastarbeiders. In sommige mijnstreken was de meerderheid van de arbeiders niet-
Europees.
 Allemaal mannen. Ze hadden er weinig bezwaar tegen om deze niet zo aangename jobs uit te
oefenen, omdat ze zeer veel wouden doen voor een relatief degelijk inkomen.

Nota: de nood aan gastarbeiders is belangrijk om te verstaan om de variatie van vandaag de dag te
verstaan.

Verband push- en pull factoren en het profiel mensen dat hier aankomt!

Verband tussen structurele factoren en het profiel immigranten dat hier aankomt.



Desurbanisering vanaf jaren 1970

• Economische crisissen, en de-industrialisering voornamelijk vanaf 1973 (oliecrisis).
o Migratiestop (uitzonderingen voor familie etc.)
▪ Minder migratie om economische motieven.
• Stadsvlucht uit postindustriële stad (na 1973).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller TEWbedrijfskundeUA. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.11. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

60904 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.11  4x  sold
  • (1)
  Add to cart