100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding faillissement week 1, Universiteit Utrecht RGBUPRV007 $5.72
Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding faillissement week 1, Universiteit Utrecht RGBUPRV007

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze samenvatting is van de eerste week van het vak Insolventierecht van Universiteit Utrecht. Deze samenvatting bestaat uit alle verplichte literatuur, alle verplichte voorgeschreven jurisprudentie en alles wat in het hoorcollege en in de werkgroep is besproken. Deze samenvatting is van het...

[Show more]

Preview 3 out of 16  pages

  • No
  • H1 par. 1.1 t/m 1.5, h2, h3, h5 (niet nrs. 144-154 en 160-163), h7 par. 7.1 en 7.6 t/m 7.9, h8, h12
  • May 23, 2023
  • 16
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Privaatrecht in perspectief: Insolventierecht
Universiteit Utrecht 2022-2023


Week 1 – Inleiding faillissement, surséance van
betaling, WSNP en WHOA
Insolventierecht

 Insolventierecht = faillissementsrecht, surséance van betaling, schuldsanering natuurlijke
personen en bijzondere insolventieprocedures
o WHOA hoort niet bij het insolventierecht

Faillissement

 Faillissementsrecht = gaat over wat er moet gebeuren wanneer een (rechts)persoon niet langer
kan voldoen aan zijn of haar opeisbare verplichtingen (ook levering van goederen)
o Twee doelen:
 Voorkomen van ontstaan van nieuwe schulden die onbetaald zullen blijven
 Het zoveel mogelijk voldoen van schulden die al zijn ontstaan op een geordende manier
 Wanneer faillietverklaring mogelijk = als je in toestand verkeert om opgehouden te zijn betalen
(art. 1 jo art. 6 lid 3 Fw, HR Säkaphen/Carrecon Piguillet):
1. Pluraliteit: er is sprake van meer dan 1 schuldeiser met elk een andere vordering
 Je mag van 1 vordering niet twee vorderingen maken door deel over te dragen
2. Er is sprake van ten minste één opeisbare vordering
3. Toestand: er moet een schuldeiser of iemand daadwerkelijk iets hebben ondernomen om
zijn vordering op te eisen (bijv. verzuim, sommaties)
 Verzoek faillietverklaring door schuldeiser met niét opeisbare vordering = art. 3:303 BW
o Zonder voldoende belang, kun je geen rechtsvordering instellen
o Moet dus voldoende belang zijn voor schuldeiser = moet ergens uit blijken dat je je
vordering niet terugkrijgt of kans kleiner is als je geen faillissement instelt
 Normale bewijsrecht geldt niet (art. 6 lid 3 Fw)  moet slechts summierlijk blijken
o Blijken van het bestaan van feiten of omstandigheden die aantonen dat de schuldenaar in
de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen
o Je moet wel een steunvordering achter de hand houden als schuldeiser voor bij de zitting 
tweede schuldeiser die een vordering heeft
 Moet je niet daarvoor al zeggen, want dan kan schuldenaar misschien die andere
schuldeiser in de tussentijd al afbetalen
 Rechter moet kijken naar de omstandigheden op het moment van de uitspraak en op basis van
die omstandigheden een uitspraak doen over steunvorderingen (HR Unitco)
o Je mag niet zomaar een aanname doen dat er nog een steunvordering is = altijd onderzoek
nodig en feiten waarop dat is gebaseerd
 Een derde mag een steunvordering voldoen ten tijde van procedure van faillissement (Unitco)
o Een regeling treffen met schuldeisers om steunvordering te kwijten als hof het faillissement
vernietigd, betekent dat er ten tijde van uitspraak nog steunvordering is en daarmee sprake
is van pluraliteit (HR Rabobank/Winters)
 Je mag niet misbruik van bevoegdheid om faillissement aanvragen (HR Y)
o Bijvoorbeeld omdat je dan eerder in de schuldsanering terecht komt

, Privaatrecht in perspectief: Insolventierecht
Universiteit Utrecht 2022-2023
 Rechtsmiddelen
o Schuldenaar die is gehoord (art. 8 lid 1 Fw): binnen 8 dagen in hoger beroep van
faillietverklaring
o Schuldenaar niet gehoord (art. 8 lid 2 Fw): binnen 14 dagen na dag van uitspraak het recht
van verzet bij de rechtbank
 Na verzet staat dan weer hoger beroep open (art. 8 lid 3 jo art. 12 Fw)
o Ook schuldeisers hebben recht van verzet en hoger beroep mogelijk tegen de
faillietverklaring (art. 9, 10 en 11 Fw)
 Bij afwijzing en vernietiging: hoger beroep 8 dagen (art. 9 lid 1 en 2 Fw)
 Derdenverzet (art. 10 Fw)  hoger beroep mogelijk bij afwijzing (art. 11 Fw)
 Cassatie (art. 12 Fw)
o Steeds weer toetsing ex tunc (zoals op het op dat moment is) (HR Unitco)

Hoofdspelers in faillissement

 Rechter-Commissaris (R-C) = houdt toezicht op curator (art. 64 Fw)
o Geeft machtiging die curator nodig heeft voor bepaalde handelingen (art. 68 lid 2 Fw)
 Als curator handeling verricht zonder machtiging, is deze handeling geldig, maar curator
is aansprakelijk jegens de gefailleerde en schuldeisers (art. 72 lid 1 Fw)
o Je kan bevel van R-C uitlokken zodat curator bepaalde handeling moet verrichten (art. 69)
 Kan door schuldeisers, commissie van schuldeisers en gefailleerde
o Tegen meeste beschikkingen van R-C kun je naar rechtbank in hoger beroep binnen 5 dagen
(art. 67 Fw)
 Commissie van schuldeisers = optioneel (art. 74 Fw)
o Wordt benoemd door de rechtbank
o In praktijk weinig animo hiervoor  vaak geen uitkering aan schuldeisers
o Taak is vooral adviseren: mag de failliet om alle inlichtingen vragen (Art. 105 Fw)

De curator

 Curator (art. 68 lid 1 Fw) = beslist over beheers- en beschikkingskwesties
o Wordt benoemd en ontslagen door rechtbank (art. 73 Fw)
o Rechtbank stelt salaris van curator vast (art. 71 jo 85 Fw)
o Moet faillissementsverslagen opmaken elke drie maanden (art. 73a Fw)
 Curator moet in eerste instantie optreden in het belang van gezamenlijke schuldeisers niet in
belangen van maatschappelijke aard
 Taak curator (art. 68 Fw)
o Beheert en beschikt over de boedel (art. 68 Fw)  de failliet verliest dit (art. 23 Fw)
 Maar het vermogen is nog van de failliet
o Beslist over de afwikkeling van het faillissement  voortzetten of failliet?
 Bij doorzetten hebben vennootschappen feitelijk geen rol meer, maar de
ondernemingsraad nog wel
o Vraagt nakoming van personen die nog een schuld jegens de failliet hebben
o Fraude signalerende taak (art. 68 lid 2 Fw): onderzoeken of er fraude is en zo nodig stappen
ondernemen, bijv. melden bij instanties
o Kan alle inlichtingen en medewerking vragen van de failliet (art. 105 en 106 Fw)

, Privaatrecht in perspectief: Insolventierecht
Universiteit Utrecht 2022-2023
Aansprakelijkheid curator

 Aansprakelijk pro se = persoonlijke aansprakelijkheid curator (is privé)
o Wanneer persoonlijke aansprakelijkheid (HR Prakke/Gips):
1. Niet inachtneming van Maclou-norm:
a. de curator heeft niet gehandeld zoals in redelijkheid mag worden verlangd van een
over voldoende inzicht en ervaring beschikkende curator die zijn taak met
nauwgezetheid en inzet verricht
b. Maclou-norm geldt als er beleidsvrijheid is voor de curator
c. Maar geen beleidsvrijheid betekent nog niet zomaa persoonlijke aansprakelijkheid
2. Een persoonlijk verwijt kan worden gemaakt:
a. curator heeft gehandeld terwijl hij het onjuiste van zijn handelen inzag dan wel
redelijkerwijze behoorde in te zien
 Q.q. aansprakelijk = in hoedanigheid van curator aansprakelijk
o Wanprestatie of onrechtmatige daad door curator (art. 6:162 Bw)
o Een partij heeft dan een vordering op de boedel voor de daaruit voortvloeiende schade

Procedure faillissement

 Procedure faillietverklaring begint met indienen verzoekschrift (art 1 lid 1 Fw)
o Indiening door:
 Schuldenaar of schuldeisers
 OM om redenen van openbaar belang (art. 1 lid 2 Fw)
o Ondertekening van verzoek door advocaat (art. 5 lid 1 Fw)
 Schuldenaar/curator kan vorderingen instellen van het geld dat schuldenaar nog moet
ontvangen (art. 25 Fw)
 Manieren waarop faillissement eindigt en schuldeisers hun geld krijgen
1. Opheffing (art. 16 Fw)
2. Vereenvoudigde afwikkeling (art. 137a e.v. Fw)
3. Verificatie en slotuitdelingslijst = normale procedure (titel I, afd. 5 en 7 Fw)
4. Faillissementsakkoord (art. 161 Fw)
 Bekendmaking faillissement (art. 14 lid 3 Fw) = uittreksel uit vonnis van faillietverklaring
o Gevolg publicatie (art. 35 lid 3 Fw) = niemand kan meer beroep doen op goede trouw
omtrent het ontbreken van beschikkingsbevoegdheid van de failliet
o Ook publicatie in het faillissementsregister (art. 19 Fw)
 Welk vermogen behoort tot de boedel:
o Het gehele vermogen van de failliet ten tijde van de faillietverklaring + alles wat hij tijdens
het faillissement nog krijgt (art. 20 Fw)
o Alleen positieve vermogensbestanddelen = alles waarvan de failliet eigenaar is en alle
vermogensrechten waarvan hij rechthebbende is

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marijederouwe. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.72. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50990 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$5.72
  • (0)
Add to cart
Added