Samenvatting voor persoonlijkheidspsychologie! Alle te kennen hoofdstukken staan hierin: Zowel slides, handboek als notities. Alles staat er dus in! Ook de eventuele examenvragen en belangrijke dingen die ze in de les verklapte staan aangeduid met "(EX!) . Het zijn 120 pagina's. Gebaseerd op het b...
Samenvatting persoonlijkheidspsychologie
Hoofdstuk 1: Inleiding tot persoonlijkheidstheorieën
Wat is persoonlijkheid?
Van het woord “persona” Masker gedragen door acteurs bij Grieken
Droegen dit om een rol en dus een valse verschijning te projecteren
Geen echte definitie van persoonlijkheid
Persoonlijkheid is wel een patroon van relatief permanente trekken en unieke
kenmerken dat consistentie en individualiteit aan gedrag van persoon geeft
Traits (trekken):
consistentie over tijd
Individuele verschillen in gedrag
Stabiliteit over situaties; relatief permanent; op zelfde manier gedragen in
verschillende situaties
Kunnen uniek zijn, voor hele groep of zelfs hele soort zijn maar patroon
is anders voor elk individu
Kenmerken
Unieke kwaliteiten (vb. temperament, intelligentie,..)
Niet alleen facaden maar ook de echte persoon die erachter zit
Waarom gedragen mensen zich op bepaalde manier? Wat zorgt voor verschillen
en gelijkenissen tussen mensen?
Wat is een theorie?
Definitie: Een set van gerelateerde veronderstellingen die wetenschappers
toelaten om op basis van logisch deductief redeneren testbare hypotheses te
formuleren
Niet hetzelfde als volkswijsheid: moet wetenschappelijk getest zijn!
Kan soms met speculaties beginnen maar mag niet met speculatie verward
worden Speculaties moeten onderzocht worden; Moet verbonden worden aan
empirische data en wetenschap!
Hypothese = specifiek vermoeden dat ken getest worden adhv
wetenschappelijke methode Volgt na theorie
Taxonomie = classificatie volgens natuurlijke relaties (vb the big five theorie
begon zo, eerst ingedeeld in 5 groepen)
Ook verschillend van filosofie; filosofie = wat zou moeten zijn etc
1
, Waarom bestaan er verschillende theorieën?
Verschillende persoonlijke achtergronden Ervaringen kindertijd en
interpersoonlijke relaties
Verschillende filosofische oriëntaties
Data gekozen om te observeren is verschillend Hoe data geïnterpreteerd
wordt is persoonlijk
Unieke manieren om naar de wereld te kijken
De persoonlijkheid van theoretici en hun theorieën over persoonlijkheid
Psychology of science De empirische studie van het wetenschappelijk
denken en gedrag van een wetenschapper
De persoonlijkheden en de psychologie van verschillende theoretici beïnvloedt
de aard van de theorieën die ze ontwikkelen; maar persoonlijkheid schept niet
ALLEEN hun theorie!
Wat maakt een theorie zinvol: criteria evalueren v.e. theorie
Dynamische interactie met onderzoeksdata
Genereert onderzoek
is falsifieerbaar (bevestigd of weerlegd worden)
Organiseert gekende data uitleg resultaten onderzoek
Leidt handelen (praktisch)
is intern consistent componenten moeten verenigbaar zijn (moet niet
consistent zijn met andere theorieën!)
is spaarzaam (niet complexer dan nodig)
Dimensies voor een ‘concept’ over de mensheid
Persoonlijkheidstheorieen verschillen over de natuur vd mens Elke theorie
hangt af van de persoon zijn veronderstellingen over de mensheid
6 dimensies:
Determinisme vs vrije keuze: al dan niet controle over leven
2
, Pessimisme vs optimisme; zijn mensen gedoemd om miserabel te zijn of
kunnen ze groeien tot gelukkige mensen?; Determinisme hangt meestal samen met
pessimisme en vrije keuze met optimisme
Causaliteit vs teleologie: Naar verleden of toekomst kijken; vb. Causaliteit =
gedrag is functie van eerdere ervaringen (verleden) en teleologie = verklaring
gedrag in termen van doelen Gedragen mensen zich door wat gebeurd is in het
verleden of door wat kan/zal gebeuren in de toekomst?
Bewuste vs onbewuste determinanten van gedrag
Biologische vs sociale invloeden op persoonlijkheid; nature-nurture debat
Individualiteit vs similariteit: kijken naar trekken dat mensen gelijk hebben of
kijken naar verschillen in trekken tussen individuen?
De dimensies waartoe een theoretici behoort hangt af van kindertijd, ervaringen,
tijdsgeest,geslacht, educatie,..
Onderzoek naar persoonlijkheidstheorieën
Moet onderzoek genereren Theorie geeft betekenis aan data + data komen
voort uit onderzoek ontworpen om hypotheses te testen die afgeleid zijn van de
theorie
Systematische observaties Predicties zijn consistent en accuraat
2 empirische criteria voor meetinstrumenten:
1) Betrouwbaarheid: consistentie van het meten
2) Validiteit: Construct validiteit: convergerend, divergerend, discriminant;
predictieve validiteit
Meet instrument wat het zou moeten meten?
3
,Hoofdstuk 2: Freud (1856-1939)
Psychodynamische theorieën
Psychoanalyse, meest beroemde persoonlijkheidstheorie:
De methode die Freud toepaste bij de behandeling van psychische
stoornissen
Vaak emotionele redenen achter stoornissen
Psychoanalytische theorie:
De persoonlijkheidstheorie van Freud
Theorie in praktijk vertaald
In victoriaans tijdperk: vooral mannen hebben het voor het zeggen
Onbewuste motieven centraal
Wat maakte deze theorie interessant?
Bouwstenen: Seks en agressie
Verspreid door een toegewijde groep
Briljante taal
Freud observeerde enkel klein aantal mensen
Biografie
Geboren in Freiberg, 1856
Bracht grootste deel leven door in Wenen
Was oudste zoon van 8 kinderen; heel goede relatie met moeder
Vijandigheid tov jongere broer
Studeerde geneeskunde, specialisatie psychiatrie Interesse voor wetenschap
Bestudeerde hysterie samen met Charcot & Breuer Gevalsstudie Anna O
Studies over hysterie in 1895
Hysterie: idee dat het gevolg was van traumatische ervaringen in kindertijd
Op jonge leeftijd seksueel misbruikt Stoornis: niet goed functioneren van
bepaalde delen lichaam
Catharsis: Het proces van hysterische symptomen verdrijven
Verliet de verleidingstheorie verving deze door oedipus-complex
Had een midlife crisis
Schreef in 1900 “Interpretation of dreams” Vooral zijn eigen dromen!
Ontwikkelde na 1900 internationale aanhang
Uit Oostenrijk verdreven door de Nazi’s, 1938
Overleden in Londen, 1939
4
, Ipv kalmeermiddel voor angst Onderzoeken wat achter angst zit
Alles verwijst naar verleden
Hij gebruikt figuurlijke beeldjes: mensen projecteren vaak iets van zichzelf bij
iets anders
Freud’s model van de geest
Vorm van Ijsberg Ego (bewuste), superego (voorbewuste) en Id (onbewuste)
Mensen zijn gemotiveerd vooral door driften waarvan ze niet bewust zijn
Niveaus van het mentale leven:
Het onbewuste:
Was het belangrijkste voor hem
Het onbewuste is de verklaring voor de betekenis van
dromen,freudiaanse versprekingen, en bepaalde dingen vergeten
(repressie)
Buiten bewustzijn
Omvat driften en instincten
Is alleen indirect/onrechtstreeks gekend
2 bronnen onbewuste processen: Repressie (verdediging tegen
angsten) en fylogenetische gave (een deel van ons onbewuste komt
voort uit ervaringen van voorouders Overgeërfde onbewuste
Komt overeen met Jung’s collectieve onbewuste maar bij Freud is
deze enkel laatste keuze )
Het voorbewuste:
Niet in bewustzijn aanwezig, maar kan het worden
staan altijd klaar om bewust te worden, soms moeilijk
vb. Bewuste perceptie Hierna aandacht weg
Het bewuste:
Mentale leven dat direct beschikbaar is, speelt een beperkte rol
Van 2 richtingen: van het perceptuele bewuste systeem Naar
de externe wereld gericht; en van de mentale structuur
vb. Mensen die enorm trauma meemaken + onderdrukken ook echt vergeten
(voorbewuste)
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Laura8572. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.55. You're not tied to anything after your purchase.