Les 1: inleiding – voortplanting
Geboorteafwijkingen → 99% van de gevallen te vroeg gestopt in de normale ontwikkeling
Vanaf een bevruchte eicel → embryo
Gastrulatie: moment van organogenese → organen beginnen te ontwikkelen
- Gevaarlijke periode (graad van insult)
- Embryo’s kunnen afsterven, als ze wel overleven → geboorte afwijkingen
- Gevoelige periode loopt tot op het moment dat de gehemelte platen zich sluiten (eerste 3 maanden)
- Eerste 2 weken niet gevoelig
- Vanaf dat organogenese gestopt is → foetale periode
Embryologie: wat?
= Studie van het zich ontwikkelende, nieuwe organisme vanaf bevruchting tot geboorte
Loopt tot aan de geboorte !
Startkapitaal voor de morfologie (i.e. anatomie, hostologie, pathologie en teratologie)
Stapsgewijs inzicht in:
- De bouw van een organisme
- Het basispatroon van zeer ingewikkelde structuren
- De interrelaties tussen structuren
- De resultaten van een verkeerde stap in de ontwikkeling
Thalidomide:
- Softenon: geneesmiddel voor zwangere vrouwen, specifiek om morning sickness tegen te gaan
- Nadeel: het interfereert met de ontwikkeling van de ledematen specifiek de armen
- Armen en benen: oorspronkelijk een flapje → arm groeit uiteindelijk uit de flapjes
- = focomelie
- Geneesmiddel testen op drachtige ratten → geen foeti die geboorteafwijkingen hadden, wel embryonale
sterfte
- Dosis gerelateerd effect
- In de States niet op de markt gebracht, in Europa wel
- Regel van 2 species!
Groei: bv spiervezels → moeten groeien (zijn heel lange vezels)
Differentiatie: bv zenuwcel is geen spiercel en geen enterocyt → elke cel is totipotent op een gegeven moment
Celmigratie: bv neurale lijstcellen → naar een bepaalde plaats
- bv melanocyten die niet migreren → albino
1
,Celdood = geprogrammeerde celdood = apoptose
- bv vingers: oorspronkelijk vliezen tussen vingers/tenen → moet dus verdwijnen
Embryologie – periodes
Prenatale periode
- Embryonale periode: bevruchting tot primitieve gemeenschappelijke lichaamsvorm
- Foetale periode: laatste tem geboorte
o Differentiatie in foetale periode → langste periode
Postnatale periode: verdere ontwikkeling, grote diersoortverschillen
- Nestvlieders: baby’s kunnen ineens voor zichzelf zorgen
- Nestblijvers: heel hulpbehoevend → kan weinig zonder hulp van de moeder
- → vaak te maken met de drachtduur
De voortplanting
Gametogenese
- Spermatogenese
- Ovogenese
Bevruchting
Voortplantingscyclus
Maturiteit:
- Bij vertebraten heel gelijkaardig
- Spermacellen aanmaken
- Vrouw: starten cyclus
- Ovulatie kan plaatsvinden
Fertilisatie:
- Kans op bevruchting bij copulatie
- Eicel omringd door zona pellucida = translucente schil dat er rond zit
o Eicel beschermen
o Ook nog chapperones = follikelcellen van de cumulus ooforus
o Spermacel moet eerst de chapperones door, dan bij de zona pellucida
o Receptor ligand binding → acrosoom reactive in gang zetten
o Hydrolytische enzymen verteren de glycoproteïnen van de eicel
Deling:
- Bevruchte eicel = zygote → gaat zich direct delen in cellen = blastomeren
o 2, 4, 8, … vanaf een bepaald stadium niet meer synchroon verlopen
- Blastomeren: totipotent → kunnen nog alle verschillende cellen van het embryo en van de placenta vormen
o Pluripotent = alle cellen van het embryo (NIET de placenta)
o Multipotent = veel van de weefsels, maar niet meer allemaal (1 of 2 van de kiembladen)
- Morula = braambes
o Vanbinnen gevuld met cellen (meestal 64 cellig stadium)
o Op dat moment verliezen de cellen hun totipotente vermogen
o Vocht komt binnen (zakt naar beneden), cellen komen naar boven → blastula
o Enkel cel die drijft op het water zorgt voor het embryo !
- Blastula = met zona pellucida
2
, - Blastocyst = embryo komt uit de zona pellucida → anders kan het zich niet innestelen in de baarmoeder
Start gastrulatie: 3 kiembladen ontwikkelen
Organogenese
Foetale periode
Gametogene
Vissen
Amphibiën
Gelijkaardig, namelijk in gonaden
Vogels
Zoogdieren
Spermato- en spermiogenese
Mannelijk geslachtsstelsel
Testes/teelballen:
- Sperma productie
Epididymis/bijballen:
- Belangrijk voor sperma motiliteit en bevruchtingscapaciteit
- Spermaopslag
- Spermacellen gaan hier rijpen → +- 12 dagen van caput naar cauda
o Pas na 12 dagen gaan ze zelf kunnen zwemmen
Zaadplasma:
- Aangemaakt door de accessoire geslachtsklieren
- Ejaculaat bestaat vooral uit zaadplasma
o Suikers afscheiden: voeding voor spermacellen
o Ook beschermen: coating → nodig om te beschermen in het vrouwelijke milieu
Kiemcellen:
- Spermatocyt 1 (primair)
- Spermatocyt 2 (secundair)
- Spermatiden
- Spermatozoa
- Sertolicellen houden ze vast en voedt ze
o Soort octopus: verschillende tentakels
o Houdt de kiemcellen vast en voedt ze
o Bepaalde toxische stoffen kunnen aanvallen → doet aan zelf behoud: tentakels terugtrekken → heel
de wand afgestoten naar het lumen toe → kunnen leiden tot infertiliteit bij de man
Leydigcel:
- Fucntie: testosteron produceren
- Zit buiten de tubuli seminiferi → in het bindweefsel (interstitium)
Testis bestaat uit zaadbuisjes
Aan periferie: spermatogoniën → geleidelijk aan omvormen tot spermacellen
, - Uitermate belangrijk, gebeurt er iets mee → effect op volledige spermatogenese
- Doet aan zelfbehoud: alle tentakels intrekken → kan fertiliteit veroorzaken
- Onder invloed van hormoon: follikelstimulerend hormoon
Leydig cel: niet in tubuli seminiferi maar in het weefsel errond → onder invloed van LH = luteïniserend hormoon
Metamorfose tijdens spermiogenese !
Mitose en meiose
Timing is verschillend !
Meiose bij mannelijk individu start later dan bij vrouwelijk
Vrouw:
- Eerste meiotische deling van vrouw op het moment dat je een embryo bent
- Die wordt op pauze gezet
- Wordt pas verder gezet als de menstruele cyclus start (kan makkelijk 16j tussen zitten)
- Dan start 2de meiotische cyclus
- Wordt terug op pauze gezet
- Vanaf het moment dat de spermacel de eicel binnendringt gaat de 2de meiotische deling verder
Man:
- Duurt 60 dagen om van spermatogoniën tot rijpe spermacel te komen
Kans op baby met genetisch defect voort te brengen is hoger wanneer je ouder bent
Species verschillen
Spermatogenese bij alle species +- 2 maanden
- Behalve bij muis: 1 maand
Van caput tot staart (in epidimidys) → +- 10 dagen (= rijping)
Spermiogenese
Centriool: ligt op de grens tussen vrouwelijk en mannelijk genetisch materiaal
Mitochondriën: motor van de spermacel → ATP → staart bewegen (flagel)
Spermacel: species verschillen → bij sommige een haak, bij mensen een ronde kop
Ultrastructuur van het flagellum
Voortbeweging van spermacellen → nuanceren
- Spermacel deponeren: kan niet heel het traject zelf afleggen
- Belangrijkste functie ligt bij de vrouw
- Baarmoeder trekt samen → spermacel surft op de baarmoeder → wordt naar boven gestuwd
- Enkel op het einde voor de spurt gebruikt het zijn eigen energie
- Bij sommige species: spermareservoir
Ovogenese
Vrouwelijk geslachtsstelsel
Aantal duidelijke componenten terugvinden:
- Ovarium = eierstok → ovulatie gebeurt hier
- Eileider → oocyt opvangen (in het infundibulum) hier vindt de bevruchting plaats
- Thv de overgang van baarmoeder naar eileider = uterotuberale junctie
4
,Blastula en blastocyst komen in de baarmoeder terecht (bij sommige species morulastadium) → gaan zich innestelen
- Blastula: vroegere stadium
- Blastocyst: gaat zich innestelen → heeft geen zona pellucida meer
o Cel cel contact nodig!
Placentatie: grote species verschillen
- Mens: embryo zal zich als een parasiet innestelen in de wand
- Bij de meeste huisdieren: embryo legt zich tegen de wand
Vrucht naar buiten via de vagina
Verschillen met zoogdieren
Zona pellucida in zoogdieren = vitelliene membraan van de amphibiën/vogels
Amphibiën: eikapsel in eileider
Vogels voortplantingsstelsel:
- Enkel aan linker lichaamszijde
- 5 verschillende regio’s:
o Infundibulum
o Magnum
o Isthmus
o Schaalklier
o Vagina
o GEEN UTERUS
- Externe vitelliene membraan:
o Eiwit
o In- en externe schaalmembranen
o Gecalcifieerde schaal
Zoogdieren hebben een placenta, bij vogels hebben ze een dooier die bevat de voedingsstoffen
Rijping eicel in ovarium
Ingenieus systeem
Aan periferie: poel van stamcellen voor de
nieuwe follikels die zich gaan ontwikkelen =
primordiale follikels
- Eicel met 1 laag afgeplatte
follikelcellen
Vast aantal bij de geboorte!
Primaire follikel: kubische cellen errond
Secundaire follikel: meerdere lagen errond
Dan een tertiaire follikel → lumen met vocht
Dan wordt het een graaffse follikel → zona pellucida rond de eicel, cellen die de eicel zelf omgeven = cumulus
ooforus cellen
Wanneer de graaffse follikel gaat barsten dan start de ovulatie
5
, De restanten van de follikcellen gaan zich omvormen tot een geel lichaam = corpus luteum
- Zit vol met progesteron
- Van belang als de eicel bevrucht zou worden
- Geen bevruchting → signalen om te regresseren → littekenweefsel
o Restant = corpus albicans
Tijdens meiotische deling wordt de helft van het DNA materiaal afgestoten = poollichaampje
- Tijdelijk ook in de zona pellucida, kan er niet uit
- DNA gaat tijdelijk aan verdwijnen
- Na de 2de meiotische deling nog een poollichaampje, je kan er soms 3 terug vinden
2de meiotische deling start pas wanneer de spermacel binnendringt
- Zonder bevruchting geen volledige meiotische deling
Mediane lengtesnede door volwassen brein
Zelf hebben we hier geen controle over → alles wordt gestuurd vanuit de hypothalamus
Gnrh= gonadotroof releasing factor vrijstellen → invloed op de hypofyse
Hypofyse zelf gaat 2 hormonen secreteren: LH en FSH
- Zowel bij man als vrouw !
Zij hebben een directe invloed op de gonaden
- LH: zorgt ervoor dat follikelcellen progesteron gaan aanmaken
- FSH: zorgt ervoor dat follikelcellen oestrogeen aanmaken
Bij man:
- LH: invloed op de leydig cellen → testosteron
aanmaken
- FSH: belangrijk voedingshormoon voor de
sertolicellen
- Invloed op hypothalamus → zeggen dat het genoeg
is
Onvoldoende aanmaak → positieve feedback: zeggen maak
nog maar wat aan
Apoptose van gonocyten in ovarium
In de periode +- 3 maand oud: enorme proliferatie van de kiemcellen → van 0 naar 7 milj
Op 6 maand: terug een daling
Start van de cyclus: nog maar 5 duizend
Dit is te verklaren door apoptose! = geprogrammeerde celdood
- Als cellen te snel gaan delen → genetische defecten
- Dit is dus als beschermingsmechanisme
- Natuurlijke selectie om de beste eicellen over te houden
6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentdgkua. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.93. You're not tied to anything after your purchase.