Samenvatting van het hoofstuk 'de liberalen'. Een volledige samenvatting waarin de powerpoints zijn aangevuld met eigen notities. Ook gecontroleerd in het boek.
Belgische binnenlandse politiek
De liberalen
1. Doctrinairen vs. progressisten
Men probeert vaker in de politiek (bv. in 1830) de aandacht voor de binnenlandse problemen af te
leiden door zich te focussen op het buitenland.
Schets in grote lijnen de tegenstellingen tss doctrinairen en progressisten bij het begin van de
liberale beweging?
Belgische Revolutie is het resultaat van een samenwerking tussen liberalen en katholieken
(Unionisme).
Unionisme is een samenwerking tussen liberalen en katholieken.
Belangrijkste reden: de onzekere internationale positie van het pas opgerichte België.
Van meet af aan had je een aantal antiklerikale liberalen, voor hun moest er geen afzonderlijk België
komen. Zij steunden Willem I en wilden niet zo zeer weg van de Noordelijke provincies, omdat zij er
sterk afhankelijk van waren. (waren voor de deconfessionalisering van Willem I)
De tweede groep, in Wallonië, was de rattachisten (Franse liberalen)
Rattachisme is een institutionele voorkeur om Wallonië, het Franstalige deel van België, al dan niet
inclusief Brussel, of zelfs heel België (zeldzamer) "opnieuw" aan te sluiten bij Frankrijk. Het is een
stroming binnen de Waalse Beweging.
Dan had je nog een derde groep die teleurgesteld was in de Belgische Revolutie, ze wouden dat het
nog een deel verder was gegaan dan het uiteindelijk gekomen is.
De eerste en tweede groep vinden een overeenkomst in hun antiklerikale visie.
1839 – oprichting Verdrag 24 Artikelen
In 1839 wordt België definitief erkend als een onafhankelijke staat.
Groep 1 en 2 smelten samen en vinden zich in hun gemeenschappelijk strijdprogramma in
het kader van het antiklerikalisme.
Politieke meningsverschillen tussen liberalen en katholieken terug aan oppervlakte, omdat
de gemeenschappelijke vijand weg was.
o Heeft o.a. ook te maken met de veroordeling over de vrijmetselarij van de Belgische
bisschoppen. Er waren veel katholieken daarvan lid, maar daardoor trokken ze zich
terug. Zo is de vrijmetselarij een steunpilaar komen te liggen voor de liberalen.
o De loges stonden rechtstreeks/ onrechtstreeks in voor de politieke en electorale
organisatie vh liberalisme. (ook katholieken hadden hun plaats in de loges geen
impact op ontstaan liberale partij)
o Politieke partijen minder georganiseerd dan hedendaags + politiek is in die tijd enkel
bestemd voor de ‘elite’
1
,VRIJMETSELAARIJ/FRANC-MAÇONNERIE = een internationaal verbreid en regionaal gestructureerd
genootschap van mensen die streven naar geestelijke en morele verheffing, onderlinge waardering
en wederzijdse hulp.
Een loge is binnen de vrijmetselarij ene materiële plaats van ontmoeting
1846 - eerste Congres liberalen
Aan de basis van dit congres lag de meest bekende associatie “L’Alliance” opgericht door
de Brusselse loges als propagandaorgaan. Om een hechtere eenheid van de liberalen in
België te verzekeren
o Associatie/federatie = een vorm van samenwerken tussen in hoofdzaak gelijkgerichte
lichamen
Eenheid moeilijk door verschillende meningen over het partijprogramma (discussies over de
inhoud van een politiek programma, ook binnen eenzelfde partij, zijn van alle tijden en dat
zal ook zo blijven).
Consensus werd gesloten over een minimaal programma, dat zal aanblijven tot 1893
algemeen meervoudig stemrecht werd toen ingevoerd. Had niet zo’n grote impact, minimaal
en was politiek weggelegd voor weinigen/ elite.
Toch werd afstand tussen doctrinairen/gematigden (= meer conservatieve vleugel van de
partij, hadden de economische macht in handen) en progressisten/radicalen groter. EXAMEN
o Doctrinairen hadden de economische macht in handen, waren tegen elke sociale
verandering. Omdat als er sociale veranderingen kwamen, dan zou de economie ook
kunnen veranderen. Probeerden de confrontatie met de katholieken te vermijden
(want zij hadden sociale controle).
o Progressisten gingen wel de confrontatie met de katholieken aan en pleitten voor het
lekenonderwijs (= onderwijs niet meer in handen van de religieuzen), wilden sociale
verandering en afschaffing van gedifferentieerde cijns; [waren vooral de lagere
bourgeoisie en de middenklasse]. Zochten ook toenadering bij de socialisten (=
Belgische Werkliederen Partij).
1900 zorgde, uiteindelijk toch, voor een verzoening tussen beide strekkingen.
Tot 1961 was er nog geen sprake van een echte partijorganisatie. EXAMEN
Dit zal veranderen door de oprichting van de PVV/PLP (unitaire liberale partij), dan zal er
werk gemaakt worden voor de ideologieën en partijprogramma’s.
Op electoraal gebied: na invoering AES (= algemeen enkelvoudig stemrecht) (1919)
Liberalen op derde plaats in partijhiërarchie
2. Na tweede wereldoorlog
Na WOII kwam de liberale partij net zoals alle andere partijen ontredderd uit de oorlog. Het verlies
(overlijden) van een aantal belangrijke figuren zorgde er voor dat de partij nog zwaarder getroffen
werd dan alle andere partijen + soms zekere generatiewissel (want er gaan een aantal jaren over die
oorlog)
2
, Tijdens de bezetting waren er echter reeds plannen gemaakt over hoe de naoorlogse politieke
structuren er moesten uitzien.
Een voorbeeld hiervan is het Studiecentrum Hervorming van de Staat.
Dit studiecentrum pleitte voor de versterking van de koninklijke macht.
3. Koningskwestie
De eerste naoorlogse jaren stonden bijna geheel in het teken van de Koningskwestie. De meningen
intern de partij waren verdeeld: de Waalse en Brusselse liberalen waren heftige tegenstanders terwijl
de Vlamingen, geïnspireerd op de publieke opinie, voornamelijk pro-Leopold waren.
Ondanks deze tweedeling koos de partij voor een “politiek van l’effacement”. Dit betekende dat
Leopold III niet persé op de troon hoefde te blijven, maar de nationale eenheid moest versterkt
worden en de monarchie moest behouden blijven.
Schets de houding van de liberale partij ten aanzien van Leopold III/Koningskwestie?
Wat betekende politiek van l’effacement?
De houding van de liberale partij in de context van de koningskwestie is te beantwoorden via de
politiek van l’effacement. EXAMEN
Politiek van l’effacement: er werd door de liberale partij aan de koning gevraagd om zijn
eigen aspiraties, zijn ideeën proberen aan de kant te schuiven en zich te bekommeren over
het behoud van de monarchie en de nationale eenheid. Dat vond de liberale partij zeer
belangrijk.
Bij de vervroegde verkiezingen van juni 1950, volledig in het teken van de Koningskwestie, werden de
liberalen voor hun lauwe houding in de oppositie tegen Leopold III afgestraft.
Vooral christendemocraten voorstanders Leopold III
Tegenstanders van Leopold III waren bang dat hij ging blijven zitten communautaire saus daarover
( => referendum) door de partijen heen lief (Franstaligen meer tegenstander)
Sinds de koningskwestie waren er scherpe tegenstellingen en dit leidt tot het ontstaan van een nieuw
spanningsveld, nl. de Schoolstrijd (1950-1958).
1946: liberale partij zware electorale nederlaag maar men is die politieke lijn blijven
aanhouden, blijven streven naar een consensus
4. Nieuw spanningsveld: de Schoolstrijd (1950-1958)
1950: door de vervroegde verkiezingen en de bestraffing van de liberalen komt de homogene
CVP/PSC regering tot stand, met minister Harmel voor onderwijs.
CVP/ PSC wouden absolute meerderheid zodat Leopold III weer op de troon zou komen (is
niet gelukt om hem terug te krijgen op de troon maar wel grote electorale meerderheid)
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kaatminne. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.