o Module 1: introductie o Module 8: conjunctuur
o Module 2: BBP & inflatie o Module 9: IS-LM model
o Module 3: economische groei o Module 10: aggregate vraag & aanbod
o Module 4: werkloosheid o Module 11: monetair & fiscaal beleid
o Module 5: sparen en investeren o Module 12: inflatie & werkloosheid
o Module 6: het economische systeem o Module 13: internationale marcro-economie
o Module 7: open economie macro-economie
Algemene doelen:
1. De student is in staat om macro-economische gegevens op te zoeken in de voornaamste gegevensbronnen
(online en in druk). De student kan informatie opzoeken over de constructie en betekenis van macro-
economische gegevens.
2. De student kan macro-economische concepten definiëren en kan de concepten toepassen. De student kan in
een korte spreekbeurt van twee minuten of een geschreven werkstuk van 500 woorden uitleggen wat
gekend is over de huidige toestand van een economie en wat de economische verwachtingen zijn. De
student kan de belangrijkste ideeën van een eminent econoom uitleggen. De student kan een recente
controverse in de economische literatuur toelichten. De student kan uitleggen wat de dimensies zijn van een
actueel probleem met betrekking tot macro-economisch beleid.
3. De student kan uitleggen welke economische concepten en beginselen worden gebruikt in economische
analyses in kranten of weekbladen (of in een niet-technische analyse geschreven door een econoom voor
een breed publiek). De student kan beschrijven hoe deze concepten helpen om de analyse te begrijpen.
4. De student kan de betekenis interpreteren van macro-economische cijfers in gepubliceerde tabellen (zoals
de tabellen uit het Jaarverslag van de Nationale Bank van België). De student kan macro-economische
gegevens bewerken: nominale variabelen omzetten naar reële variabelen; groeivoeten en groeipercentages
berekenen; variabelen omzetten naar een andere wisselkoers. De student kan macro-economische gegevens
correct weergeven in een grafiek of een tabel met als doel om een economisch probleem te illustreren. De
student kan het verband tussen drie variabelen (bijvoorbeeld de werkloosheid, het prijspeil, en het bbp)
uitleggen.
1
A. Goessens
, Module 1: introductie HC1
Leerdoelen
➢ Macro-economische concepten als BBP, groei, inflatie en werkloosheid kennen en weten hoe deze berekend
worden
➢ Cijfers omtrent deze macro-economische concepten kunnen opzoeken en interpreteren
Mankiw & Taylor
➢ Blz. 1 – 32
➢ Blz. 433-436
Wat is macro-economie?
• Micro = de beslissingen van individuele agenten (i.e. bedrijven en consumenten)
• Meso = sectorniveau (bv. de industrie, het onderwijs)
• Macro = hoe al deze beslissingen samenkomen en dé economie vormen
Mankiw & Taylor: “macroeconomics is the study of economy-wide phenomena”,
including inflation, unemployment and economic growth.
→Macro-economie bestudeert hoe alle economische beslissingen die individuele
bedrijven/consumenten/spaarders/werkgevers/ werknemers maken samenkomen en het
economische systeem vormen. →Meestal op het niveau van een land of regio.
Dagdagelijkse beslissingen die iedereen neemt, hoe die bepalen dat een
economie groeit
2 grote stromingen
➢ Lange termijn bv. Groei van landen
➢ Korte termijn bv. Conjunctuur, inflatie, werkloosheid
Wat is het nut van macro-economie?
Nut voor toekomstige bedrijfseconomen
Berichtgeving over macro-economische situatie kunnen volgen en begrijpen wat dit mogelijks betekend voor
individuele bedrijven en consumenten
- Bv. de impact van een recessie op verkoop
- Bv. de impact van inflatie op kosten
Controverse :
- Macro-economen zijn goed in het verklaren van het verleden maar niet goed in het voorspellen van de toekomst
Macro-economie is een sociale wetenschap →bestudeert mensen.
- De wereld waarin deze mensen leven en beslissingen maken verandert
- Verschillende economen hebben verschillende vertrekpunten
- Verschillende economische stromen doorheen de tijd
2
A. Goessens
,Economische stromen
Grondlegger economie = adam smith → boek the wealth of nations
Nog geen sprake van “Economie” of opsplitsing micro & macro
- Waarom zijn sommige landen arm en andere rijk?
- Economische groei
De industriële revolutie
➔ 2 tegenovergestelde stromingen:
o Marxisme
Geloofde dat het kapitaal in een economie in de handen van een aantal individuen, dit is de
oorzaak voor armoede ,…
Grondlegger Karl Marx, baseerde zich op het idee dat ‘modern’ human history gedomineerd
wordt door een klassenstrijd , waarbij de ene de andere klasse domineert/ uitbuit.
• Economische macht : slaven en slavendrijvers
o Oostenrijkse school
De vrije markt werkt altijd perfect, als er mensen in armoede leven is dat hun werk niet
genoeg bijdraagt aan de markt (productie)→ als je de vrije markt zijn gang laat gaan komt
alles goed. Werkloosheid komt doordat de vakbonden een te hoog loon vragen.
De crisis van de jaren ’30
- John Maynard Keynes
o Markten zorgen niet automatisch voor volledige tewerkstelling → overheid moet tussenkomen om
werkloosheid weg te krijgen.
o Als je geen geld verdient kan je ook niets kopen → vraag bij bedrijven daalt → kunnen minder mensen
betalen → meer werkloosheid → ….
o Vraag moet aangezwengeld worden → overheid moet overtollige vraag invullen zodat bedrijven genoeg
verdienen om de lonen te kunnen betalen.
- Grondlegger van de macro-economie en economisch beleid: individuele beslissingen vormen geen geheel , soms
moet de overheid tussenkomen.
- Cambridge School
Jaren ’80 = stagflatie → tijdens de economische crisis ’70 hoge inflatie en hoge werkloosheid
- Niet te rijmen met ideeën Keynes
- Opkomst monetarisme: inflatie wordt niet enkel bepaald door de vraag, belangrijkste factor van inflatie is de
hoeveelheid geld die in omloop is in de economie
o Geldhoeveelheid bepaald inflatie
o 2 stromingen
▪ Chicago school (richting oostenrijkse school) : overheid is de oorzaak van inflatie, wat de centrale bank
mag doen moet altijd afgelijnd worden.
▪ Nieuw Keynesiaanse school: de geldvoorraad heeft een belangrijke impast op de inflatie maar markten
gaan zichzelf corrigeren. Lonen zijn sticky
Na crisis van 2008 → nieuwe theorieën
- > 10 jaar lage groei en lage inflatie
- Moderne monetaire theorie → de inflatie wordt veroorzaakd door de geldhoeveehlheid, indien deze te snel
toeneemt zien we inflatie (monetaristen) → oke op papier, maar in werkelijkheid zien we dit niet, als je een
sterke munt hebt kan je bijdrukken zolang er gnoeg vraag is
o Hevig bekritiseerd
o Sinds 2021 terug hoge inflatie
3
A. Goessens
, Theorie en empirie
We kunnen een theoretische verwachting hebben over hoe de economie zich gedraagt
- Bv. als de werkloosheid laag is gaat inflatie stijgen
➔ Deze theorie wordt dan getoetst aan de werkelijkheid = empirie
Tijdens dit semester
- Basisconcepten van de macro-economie
- Verschillende macro-economische theorieën begrijpen
- Macro-economische berichtgeving volgen
- Macro-economische theorieën staven met eenvoudige empirische voorbeelden
foto : zowel inflatie als werkloosheid stijgen sterk → op dat moment werd er een nieuwe theorie ontwikkeld
4
A. Goessens
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller user13465287. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.72. You're not tied to anything after your purchase.