100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Pedagogische filosofie $8.62   Add to cart

Summary

Samenvatting Pedagogische filosofie

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van Pedagogische filosofie in het 2de jaar van Sociale Readaptatiewetenschappen.

Preview 4 out of 33  pages

  • May 24, 2023
  • 33
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Pedagogische filosofie
Thema 1: Individualisme: (On)afhankelijkheid
1. Introductie
 Veel keuzes die wij zelf maken (bv. outfit, eten, muziekstijl, studie, partner…) maar niet
altijd zo geweest (kinderen mogen zelf niet zo veel beslissen, andere culturen, vroeger
minder eigen keuzes…)
 Sommige dingen mogen we zelf niet kiezen (wetten, het weer, tradities…)
 Vroeger beslisten tradities alles voor jou: het was vanzelfsprekend dat je de job ging
uitoefenen die je ouders/familie ook deden (vandaag amper nog van toepassing)
 Eigen keuzes: Altijd zo geweest?
o Neen, bv huwelijk wordt vastgelegd door ouders
o In opvoedingssituaties: kinderen die klein zijn hebben beperkt aantal keuzes ouders
nemen de keuze
o Bij keuzepallet komt verantwoordelijkheid kijken als je ouder wordt
o We hebben een groot keuzepallet, maar toch kunnen we sommige keuzes niet zelf
maken zoals verkeersregels, wetten,…
 Voordeel: verdienste
o Als je zelf keuzes maakt: kan je de vruchten ervan plukken (bv. goede punten
gehaald door veel te studeren  andere mensen zijn trots op jou & je bent zelf
trots)
o Je zet jezelf in om iets te doen: dan krijg je je verdienste
 Nadeel: schuld
o Als keuze niet goed uitdraait, krijg je zelf de schuld ervan
o = typisch voor een onafhankelijk individu
o Niets mis met ‘Verdienste en schyuldmodel’ behalve als je keuze niet zo
onafhankelijk was: bv gedreigd worden om een keuze te maken verdienste en
schuldmodel niet echt op zijn plaats
o Verdienste en schuldmodel is enkel geschikt bij een onafhankelijke individu
Verhulst en CEO’s (spanningsverhouding)
 Verhulst is ervan overtuigd dat we onafhankelijke subjecten zijn (succes is toe te
schrijven aan eigen harde werk, doorzettingsvermogen, behaal je het succes niet dan heb
je je er niet genoeg voor ingezet)
 Als we de juiste keuzes maken kunnen we iets bereiken
 Als we iets niet bereikt hebben is er onderweg een foute keuze gemaakt
 Er zijn mensen die dezelfde keuzes maken, maar pech hebben en niet bereiken wat Gert
Verhulst bereikt heeft

2. Het onafhankelijke subject (Individualisme)
2.1 Descartes en de ontdekking van het subject




1

,Het onafhankelijke individu (subject)
 Vandaag vanzelfsprekendheid van het onafhankelijk subject:
o Wie kiest er wat je vanmiddag eet? Waarom luister jij naar jouw muziek? Waarom
heb jij die studentenjob aangenomen?
 We leven in een keuzesamenleving: school, carrière, partner,…
 Beeld: we maken een afweging van vele argumenten, en nemen een beslissing. —> Die
afweging en die beslissing, dat zijn we zelf. Teveel leunen op anderen = zwakte (bv.
studiekeuze maken obv wat je vrienden gaan studeren)
 = ‘uitzonderlijk’ in de geschiedenis (vroeger: not done en zelfs gevaarlijk om zelf keuzes
te maken, je riskeerde je leven)
Het subject bij Descartes
 René Descartes ( 1596-1650)= vader van moderne filosofie
 Breuk (17de eeuw)
o Er is iets nieuws ontstaan: breuk met het verleden  we zijn onafhankelijk = nieuw
o Descartes was niet de enige hierin
o Nieuw = Zelf (durven) denken (fundament van de latere verlichting (cf. Kant))
o Geloof/traditie niet meer fundament om van te vertrekken in het denken 
vroeger: standensamenleving waar stand je leven bepaalde, Beroep werd bepaald
door de familie waarin je geboren werd  Niet mogelijk om onafhankelijk te denken
en te handelen
 Descartes’ wereld: vooruitgang in de wetenschappen (>< filosofie)
o Geneeskunde (Vesalius), Astronomie (Copernicus), Wiskunde (Descartes),…
 Geneeskunde: figuur van Vesalius  we moesten goed weten hoe het lichaam
er van binnen uit zag, dit wisten we door het lichaam open te snijden (in die tijd
was het lichaam heilig en mocht er niet in gesneden worden)
 Astronomie (=sterrenkunde): Copernicus  Heliocentrisme = zon staat centraal
en alle planeten liggen rond de zon, heeft dit pas op zijn sterfbed durven zeggen
door een boekje te geven waar hij alles in had genoteerd  was in die tijd
levensgevaarlijk om andere mening te hebben
 Wiskunde: Descartes  bijdrage gedaan aan wiskunde, stelt dat filosofie niet
vooruit gaat en de rest wel (Voor Descartes 2 basisfilosofen Aristoteles &
Thomas van Acquino  wat zij zeiden was de waarheid en mocht niet in vraag
worden gesteld)  Descartes stelt dat je net zoals bij de wetenschappen ook in
de filosofie zekerheden moet zoeken en gaat alles in vraag stellen, aan zoveel
mogelijk dingen twijfelen
o Owv methode: vertrekken van zekerheden (vb. axioma’s in de wiskunde)  alles in
vraag stellen om zo tot zekerheid te komen
Descartes’ twijfelexperiment
 Zoektocht naar zekerheden —> eerst aan zoveel mogelijk twijfelen
o Traditionele kennis (Twijfelt aan alles wat in boeken staat), zintuigelijke kennis (soms
nemen onze zintuigen ons beet zoals bv. illusies en dus moet dit ook in vraag gesteld
worden), inhoud ideeën (Mensen hebben waanideeën (dat het niet klopt, bv de


2

, wereld is plat)  Hij kan niet langer vertrouwen in waanideeën dus in twijfel
trekken), God (Hij wilt puur voor het experiment twijfelen aan bestaan van God 
gelooft er zelf wel in)…
 ‘cogito ergo sum’ (ik denk, dus ben (besta) ik) (idée claire et distincte)
o Denken = Hij twijfelt aan alles
o Er is iets dat aan het denken is en vindt hij dus wat hij zocht, namelijk zijn zekerheid
o Bestaan van het ik is een zekerheid want hij kan denken
o Dit is het geboorte van het onafhankelijke individu
o Twijfel was nodig om tot zekerheden te komen
Dus Descartes:
o Hij moest zekerheden vinden, om vooruitgang te boeken
o We moeten opentrekken doorheen het thema: onafhankelijke individu
o Onafhankelijke individu: we beschouwen elkaar als onafhankelijke individuen en dat
is van belang we maken keuzes
o Descartes was een breukfiguur ervoor waren we afhankelijk, we konden geen eigen
keuzes maken
 Individualiteit (zie verder)
 Rationalisme
o Ratio= de rede, het denken
o Hij baseerde zijn twijfelexperiment op de rede  had geen zintuigen nodig
o Puur obv denken gedaan
o Van belang: mensen hebben een zelfde soort van denken, hij gelooft dat anderen tot
hetzelfde resultaten komen zonder dat ze zijn boekje lezen
o Leidt tot universalisme: denken zou voor iedereen hetzelfde zijn
o Logisch denkproces
 Antropocentrisme (de mens = ”maitre et possesseur de la nature”), tav God en tav de
wereld
o De mens staat centraal
o Typisch in Descartes zijn denken
o De mens is eeuwenlang om gegaan met de natuur  nu: We staan boven de natuur
 Subject – Object: de wereld staat buiten ons (‘objectieve positieve wetenschappen’)
>< Wp’ers hebben elk hùn bril, ook SW’ers: je moet niet objectief leren kijken.
o Al de rest wordt object: wat buiten ons staat
o Wat we kunnen bestuderen = object
o Vesalius maakte van het lichaam een object
o Positief = bestuderen op feiten
o Wetenschappers hebben soms tegenstrijdige visies: dus niet 1 wetenschap waar
iedereen van overtuigd is dus objectief
o Ieder heeft een eigen perspectief

2.2 Individualisme / antropoceen



3

,  Centrale vraag: wie ben ik? (wat maakt dat ik doe wat ik doe)  Beeld: er bestaat een
‘ik’, en dat gaat de wereld ontdekken. (onafhankelijk dingen opnemen uit de wereld)
 Neutrale betekenis: Individu kiest/handelt vanuit zichzelf (weliswaar met info van
buitenaf, maar de handeling gaat uit van een onafhankelijk individu). (niet op basis van
tradities)
>< waardengeladen betekenis: individualist/egoïst: geen rekening houden met een ander,
steeds (of overwegend) kiezen voor het eigenbelang
 ‘Ik denk, dus ben ik’ (individu was alleen op de wereld: dat geeft echte waarheid, want
Descartes betwijfelde ook de traditie)
o Ook in alledaagse beeld: ‘denk er nog maar eens goed over na, zonder je maar even
af’
o Individualisme leidt tot universalisme: denken maakt zich los van je cultuur en
historische bepaaldheid, en zou zo voor iedereen tot hetzelfde resultaat moeten
leiden. (Descartes ging ervan uit dat andere ook tot dezelfde bedenkingen zouden
gekomen zijn indien ze zich los gingen maken van tradities)
 = Zelf kunnen kiezen, ook nieuwe wegen kunnen opgaan (zelf nieuwe experimenten
opvatten)
2.3 Positieve en negatieve gevolgen Individualisme
 Positieve gevolgen
o Positief: individualisme = basis van:
 Verlichting: ‘sapere aude’ (durf te denken / Kant: “Aufklärung ist der Ausgang
des Menschen aus seiner selbsverschuldeten Unmündigkeit”)  de verlichting
is de uitleg van de mensen hun onmondigheid waar ze eigenlijk zelf schuldig aan
zijn (in zijn tijd volgde mensen vrij slaafs traditie maar nu zijn ze zelf beginnen
denken en dat heeft enorme ontwikkeling te weeg gebracht)
 Mensenrechten (om zelf te kunnen denken moet dat voor een stuk beschermt
worden  recht op eigen mening, vrijheid van meningsuiting…)  daarvoor
waren mensen niet gelijk en hadden sommige mensen zelfs geen recht op eigen
leven  om eigen keuzes te kunnen maken moeten we de mensen beschermen
o Enorm populair
 enorme ontwikkeling door zich los te maken van verstikkende tradities (Begrijp
waar het vandaan komt —> toont belang en relevantie)  individualisme komt
van het losmaken van tradities (vroeger kreeg men de mogelijkheid niet om
nieuwe wegen te nemen  je wordt meteen tegengehouden/gestraft)
 Ontwikkeling op vlak van vele wetenschappen en economie (technologische
ontwikkeling)
 Visie gekregen op de mens als vrij van anderen (>< lijfeigenschap, slavernij,
onderdrukkende staat,…) Gaf ‘taal / woorden’ aan al lang ervaren
onrechtvaardigheden.  symboolmoment = Franse Revolutie
 Het onafhankelijk individu ten top
o Ayn Rand, Atlas Shrugged (De kracht van Atlantis) = boek
 Filosoof, schrijfster

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jokeg2002. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.62. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.62
  • (0)
  Add to cart