Geslaagd in eerste zit met deze samenvatting - Dit document is een samenvatting van het vak bedrijfsmanagement aan UCLL. Deze samenvatting bestaat uit theorie, maar ook uit oefeningen uit het boek met eventuele oplossingen.
HOOFDSTUK 1: het bedrijf ...................................................................................................................... 3
1.1. Types van organisaties............................................................................................................................ 3
1.1.1. De vennootschap ............................................................................................................................. 3
1.1.2. de vereniging ................................................................................................................................... 6
1.1.3. de eenmanszaak .............................................................................................................................. 7
1.2. de opstart van een bedrijf ...................................................................................................................... 8
1.3. bedrijfsstuctuur, organogram en functies ............................................................................................ 10
1.3.1. de interne structuur ...................................................................................................................... 11
1.3.2. de externe of overkoepelende structuur ...................................................................................... 12
1.4. het faillissement ................................................................................................................................... 12
1.4.1. het faillissement: wat? .................................................................................................................. 13
1.4.2. de vereniging ................................................................................................................................. 13
1.4.3. de verschoonbaarheid of kwijtschelding ....................................................................................... 13
hoofdstuk 2: kostenmanagement en prijsbeleid .................................................................................... 15
2.1. kosten-, volume- en winstanalyse ........................................................................................................ 15
2.1.1. kosten en opbrengsten .................................................................................................................. 15
2.1.2. break-even analyse, contributiemarge en winst ........................................................................... 20
operationele hefboom (oh) ..................................................................................................................... 26
2.1.3. kostprijsberekening ....................................................................................................................... 27
2.1.4. winstanalyse .................................................................................................................................. 33
2.2. prijsbeleid ............................................................................................................................................. 37
2.2.1. het belang van prijszetting ............................................................................................................ 37
2.2.2. beïnvloedende factoren bij prijszetting......................................................................................... 38
2.2.3. regelgeving i.v.m. prijszetting........................................................................................................ 41
2.2.4. prijsmethoden ............................................................................................................................... 44
2.2.5. aanvulling: bijzondere prijsstrategieën ......................................................................................... 49
Hoofdstuk 3: betaalinstrumenten en financiering ................................................................................. 51
3.1. betaalinstrumenten .............................................................................................................................. 51
3.1.1. Sepa-ruimte ................................................................................................................................... 52
3.1.2. de zichtrekening ............................................................................................................................ 52
3.1.3. de overschrijving............................................................................................................................ 53
3.1.4. de bankkaarten .............................................................................................................................. 54
1
,BEDRIJFSMANAGEMENT
3.1.5. verrichtingen verbonden aan de zichtrekening............................................................................. 56
3.2. financiering ........................................................................................................................................... 58
3.2.1. vormen van financiering ................................................................................................................ 58
3.2.2. kredieten aan consumenten.......................................................................................................... 61
Hoofdstuk 4: Rendements- of investeringsanalyse ................................................................................ 71
4.1. evalueren van rendement bij investeringsprojecten ........................................................................... 71
4.2. basisprincipes bij investeringsanalyse .................................................................................................. 71
4.3. stappen bij de investeringsanalyse....................................................................................................... 72
4.4. analyse van de rendabiliteit van een project ....................................................................................... 72
4.4.1. de methode van de netto actuele waarde (NAW) ........................................................................ 72
4.4.2. De pay back periode (PB)............................................................................................................... 75
4.4.3. de internal rate of return (IRR) ...................................................................................................... 76
2
,BEDRIJFSMANAGEMENT
HOOFDSTUK 1: HET BEDRIJF
Bij het opstarten van een professionele activiteit moet de oprichter steeds de keuze maken voor een bepaald
type van organisatie. Het type organisatie wordt gekozen in functie van de geplande activiteiten, de grootte
van de organisatie en de mogelijke mate van aansprakelijkheid.
Eens de organisatie is opgericht, wordt een beslissing genomen over de organisatiestructuur of het
organogram.
- Grote organisaties: meer hiërarchische structuur
- Kleine organisaties: vlakkere structuur
1.1. TYPES VAN ORGANISATIES
Er bestaan drie belangrijke vormen van organisaties
- Vennootschappen: streven bijna altijd winst na --> commerciële instellingen
- Verenigingen: niet de doelstelling om winst te realiseren
- Eenmanszaak: heeft geen rechtspersoonlijkheid --> geen strikte scheiding tussen het privé vermogen
en het vermogen van de onderneming
Overzicht van organisaties
VENOOTSCHAP nv = naamloze venootschap
Bv(ba) = besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
cv(ba) = coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
vof = vereniging onder firma
commV = commanditaire vennootschap
VERENIGING vzw = vereniging zonder winstoogmerk
EENMANSZAAK
1.1.1. DE VENNOOTSCHAP
Vennootschap = Wordt opgericht bij een rechtshandeling door één of meer personen, vennoten genaamd,
die een inbreng doen. Zij heeft een vermogen en stelt zich de uitoefening van één of meer welbepaalde
activiteiten tot voorwerp. Zij heeft tot doel aan de vennoten een rechtstreeks of onrechtstreeks
vermogensvoordeel uit te keren of te bezorgen.
3
, BEDRIJFSMANAGEMENT
Kenmerken
- Oprichtingsovereenkomst
o In authentieke (notariële) of onderhandse akte gegoten = de oprichtingsakte
o omvat statuten (= spelregels bv. een van de … kan nooit worden afgezet worden in het bedrijf)
- Vennoten of aandeelhouders
o Kunnen bij het opstarten van een bedrijf aandelen hebben van het bedrijf. Deze aandelen staan
voor de hoeveelheid stemrecht je hebt binnen een bedrijf
o CEO heeft geen aandelen binnen bedrijf. Juridisch gezien kan deze persoon niet alle belangrijke
beslissingen nemen binnen het bedrijf, deze persoon heeft niet alle rechten.
- Rechtspersoonlijkheid (aparte rechtspersoon)
o Heeft eigen bezittingen en schulden en eigen rechten en plichten, die meestal volledig los staan
van het vermogen van de oprichters.
o Het wetboek erkent volgende vennootschappen met rechtspersoonlijkheid: nv, bv, cv, vof, commV)
o Kan verbintenissen aangaan, vorderingen instellen, …
- Gemeenschap van goederen
o Geld, materieel, gronden, gebouwen, …
- Uitoefenen van een activiteit omschreven in de statuten --> Tip: hou dit breed
- Doel: winst maken (cfr. vzw)
- Vennootschapsvorm met beperkte aansprakelijkheid
o nv, bv(ba), cv(ba)
o Vennoten beperkt aansprakelijk voor schulden
- Vennootschapsvorm met onbeperkte aansprakelijkheid
o vof en commV
o Vennoten hoofdelijk aansprakelijk
Holding (controlemaatschappij / (centrale) houdstermaatschappij) = Een vennootschap die hiërarchisch
gezien de hoogste maatschappij binnen een groep van maatschappijen is.
- Wanneer er een operationeel risico voorvalt wordt dit doorgeschoven naar de holding
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller CatoVancauteren. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.