Deze samenvatting houdt het eerste deel (materieel strafrecht) van het OLOD Strafuitvoeringsbeleid in. Dit OLOD wordt gegeven in de module 'forensisch sociaal werk' en wordt gevolgd tijdens het tweede semester van het laatste jaar binnen de bachelor Sociaal Werk op HOGENT.
De samenvatting is ge...
MATERIEEL STRAFRECHT (strafrecht) FORMEEL STRAFRECHT
(strafvordering/strafprocesrecht)
“Het geheel van rechtsregels waardoor bepaalde
menselijke gedragingen strafbaar worden gesteld en “Het geheel van procedurele spelregels volgens
gesanctioneerd” welke het materieel strafrecht wordt toegepast”
Bepaalt de inhoud van het strafrecht. Bepaalt de regelen die moeten worden nageleefd
- Strafbare gedragingen om het materieel strafrecht te doen functioneren.
- De toepasselijke straf of maatregel - Opsporing - vooronderzoek
Geeft algemene beginselen aan over: - Vervolging
- De strafbaarheid van het feit en dader - Gerechtelijk onderzoek
- De straftoemeting - Organisatie van strafgerechten
- De modaliteiten - Bepalen van rechtspositie van de organen
Richt zich tot de burgers in vorm van Richt zich tot overheid
verbodsbepalingen.
- Geen positieve gedragsregels Wijst door naar een vonnisgerecht
- Bestraft normschendingen
+/- sociaal controlemechanisme Zoekt naar bewijzen, oordeelt over
schuldaanwijzigingen
Het materieel strafrecht realiseert zich in de
samenleving doorheen het formeel strafrecht. Ontdekken van de waarheid
Berechten van een beschuldigde
2.1 DE BETEKENIS VAN HET BEGRIP WET
Wetten = akten die uitgaan van de wetgevende macht
Wet van 12 maart 1988 (Wet Franchimont): wijziging waarop het vooronderzoek in strafzaken wordt
georganiseerd
Doel : rechtspositie van de verdachte en het slachtoffer te verbeteren en een grotere openheid tot
stand te brengen in de fase van het vooronderzoek
,Wet van Potpourri I : een aantal procedures binnen het burgerlijk procesrecht te versnellen (m.b.t. de Bende
van Nijvel).
Wet van Potpourri II (1 mei 2016): Het strafrecht en strafvordering dient aangepast te worden om procedures
te versnellen en efficiënter te maken.
DEEL 1.1: MATERIEEL STRAFRECHT
HOOFDSTUK 1: DE STRAFWET
1. LEGALITEITSBEGINSEL
Nullem crimen, nulla poena, sine lege = geen misdrijf, geen straf zonder wet
Enkel de wet kan gedragingen strafbaar stellen (axioma van democratische staat)
Een mensenrecht kan in geen enkele omstandigheid, ook niet in geval van oorlog of noodtoestand,
opgeschort of beperkt worden
Noch gewoonte, noch rechtspraak kunnen nieuwe strafbaarstellingen in het leven roepen
Straf dient ook in een wet vermeld te staan : rechter kan geen misdrijf en straf uitvinden
De wet dient reeds te bestaan vooraleer de rechter die kan toepassen
Hieruit vloeit : strikte interpretatie van de strafwet + niet-retroactieve werking van strafwet
2. INTERPRETATIE VAN DE STRAFWET
De rechter mag dus zelf geen eigen interpretatie geven aan de wettekst en geen toevoegingen
aanbrengen!
3 mogelijke interpretaties:
2.1 LETTERLIJKE INTERPRETATIE VAN DE STRAFWET
Strafwet dient in de eerste plaats letterlijk geïnterpreteerd te worden
Tekst duidelijk = geen interpretatie
2.2 TELEOLOGISCHE INTERPRETATIE VAN DE STRAFWET
Rechter mag buiten de tekst zoeken naar de bedoelingen van de wetgever indien de tekst niet
duidelijk is MAAR er dient voldoende zekerheid te zijn omtrent:
- De wil van de wetgever
- Het feit moet onder de wettelijke definitie kunnen worden gebracht
De wil van de wetgever mag op extensieve (bv. nummerplaten) en evolutieve wijze geïnterpreteerd
worden = de rechter heeft de mogelijkheid om te zoeken naar de bedoeling van de wet en dit door de
voorbereidende stukken en begeleidende teksten te raadplegen (rechtspraak) + mag de
maatschappelijke ontwikkelingen in rekening brengen
2.3 DE VERBODEN ANALOGISCHE INTERPRETATIE
De rechter mag de strafwet niet uitbreiden door haar toe te passen op vergelijkbare gevallen die door
de wetgever niet geviseerd waren. Handelingen die lijken op ander strafbaar gestelde handelingen
kunnen alleen hierom niet gestraft worden.
, Verschil tussen teleologische en analogische interpretatie is niet altijd duidelijk en hangt af van de
boordeling van de rechter
Vereiste: een uitdrukkelijke wettekst die de gedraging strafbaar stelt
3. TOEPASSING VAN DE STRAFWET IN DE TIJD
De rechter moet zich stellen op het tijdstip waarop het feit gepleegd is en hierbij nagaan of er op dat
ogenblik een strafbepaling was die het gepleegde feit strafbaar stelde
De strafwet kan niet met terugwerkende kracht worden toegepast op gedragingen die, toen zij
gepleegd werden, niet strafbaar waren
1 uitzondering: indien op het moment dat de rechter een straf uitspreekt de straf lager is dan op het
moment van de gepleegde feiten, dan is de rechter verplicht de lagere straf uit te spreken.
4. TOEPASSING VAN DE STRAFWET NAAR DE PERSOON
4.1 GELIJKHEIDSBEGINSEL EN NON-DISCRIMINATIEBEGINSEL
Alle Belgen gelijk voor de wet
Genot van rechten en vrijheden moet aan alle Belgen toegekend worden zonder discriminatie
4.2 NATUURLIJKE PERSONEN EN RECHTSPERSONEN
Individuen kunnen gestraft worden als ze een strafbaar feit stellen
Sinds 1999: rechtspersonen die een dienst-organisatie vertegenwoordigen kunnen strafbaar gesteld
worden als dienst-organisatie
4.3 SCHULDBEKWAMEN
Onder invloed van. het positivisme (sociaal verweer) werden twee categorieën personen aan het
strafrecht onttrokken
- Minderjarigen
- Geestesgestoorden
Deze personen zijn schuld onbekwaam of ontoerekeningsvatbaar omdat zij het moreel element van
het misdrijf niet kunnen realiseren.
Geen sanctie maar wel eventuele onderwerping aan maatregelen
Maatregelen die enerzijds opvoeding en de bescherming van de betrokkenen beogen en anderzijds de
verzorging en de bescherming van de maatschappij door gevaarlijke personen te isoleren
4.4 IMMUNITEITEN EN VOORRECHTEN
Bepaalde personen kunnen niet vervolgd worden omwille van hun hoedanigheid en/of functie op een
bepaald moment (bv. volksvertegenwoordigers tijdens hun mandaat)
De strafwet is t.o.v. bepaalde personen van toepassing maar de procedure verschilt (bv. magistraten
en hoge functionarissen)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sbelles. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.