Dit is mijn samenvatting voor het vak arbeidsrecht. In de samenvatting worden H1, H2, H3, H4, H6, H7 & H8 uit het boek 'Hoofdstukken Sociaal Recht' van Loonstra behandeld. Per les wordt uitgebreid ingegaan op:
- De kennisclips
- De vragen en antwoorden die aan bod zijn gekomen (uit Loonstra)
- D...
I bought this summary because it would be about a certain book, I haven't found any of this book. So if you bought it like me before, I wouldn't do it. These are just notes from the lessons including assignments, so this is actually only useful for the same school. Furthermore, there are a lot of article numbers in it, which is very useful..
By: shaktigopal01 • 8 months ago
Seller
Follow
Chan2025
Reviews received
Content preview
Arbeidsrecht les 1
Kennisclip ‘varianten werken’
Arbeid verrichten:
Arbeidsovereenkomst art. 7:610 BW
Overeenkomst van opdracht art. 7:400 BW (= werkzaamheden niet-stoffelijke aard)
Overeenkomst van aanneming van werk art. 7:750 BW (= werkzaamheden stoffelijke aard)
Art. 7:610a en art. 7:610b BW
HR: Groen/ Schoevers
Partijbedoeling/ feitelijke uitvoering/ maatschappelijke positie
HR: 6 november 2020
Flexibele arbeid:
Oproepovereenkomst
Voorovereenkomst
Arbeidsovereenkomst met uitgestelde prestatieplicht (MUP)
Let op bij oproepcontract (art. 7:628a BW)
Minimale loonaanspraak
Minimale oproep- en afzegtermijn
Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd art. 7:667 BW
Uitzendovereenkomst art. 7:690 BW
Wat is het kenmerkende verschil tussen een arbeidsovereenkomst en de andere twee manieren van
werken?
Het belangrijkste verschil zit in het 'gezag' dat bij een arbeidsovereenkomst bestaat, maar bij de
andere manieren van werken niet. Ook al heeft de opdrachtgever bij de overeenkomst van opdracht
een instructierecht art. 7:402 BW en kunnen er uitvoeringsvoorschriften worden gegeven aan de
aannemer bij de overeenkomst tot aanneming van werk.
Kennisclip het rechtsvermoeden van art. 7:610a BW en 7:610b BW
Wetgever komt ‘flexers’ en zzp-ers tegemoet:
Rechtsvermoeden arbeidsovereenkomst art. 7:610a BW = als jij op enig moment drie
achtereenvolgende maanden hebt gewerkt (wekelijks of 20 uur per maand) dan wordt
vermoed dat jij een arbeidsovereenkomst hebt. Voor hoeveel uur?
Rechtsvermoeden arbeidsomvang art. 7:610b BW = het gemiddelde van de laatste drie
maanden. Bv. als je de laatste drie maanden gemiddeld 30 uur in de week heb gewerkt, kan
je claimen een baan in loondienst voor 30 uur per week bij deze werkgever te hebben. Dit
artikel kun je ook gebruiken als je structureel overwerkt!
Wanneer wordt zzp-er werknemer?
Door HR (Groen / Schoevers) ontwikkelde criteria:
Continuïteit
Bedoeling van contractspartijen en feitelijke uitvoering
Eindverantwoordelijkheid
Regelmatige loonbetaling
,3. Werknemer >< Uitzendbureau = arbeidsovereenkomst
Loon, arbeid en gezag (in de vorm van delegatie)
Verhouding voorovereenkomst versus arbeidsovereenkomst -> paragraaf 2.4!
Art. 7:690 BW: de uitzendovereenkomst is de arbeidsovereenkomst (…)
Art. 7:691 lid 2 & 3 jo. lid 8 BW: uitzendbeding
Een beding is een schriftelijke afspraak tussen werkgever en werknemer. Zo tref je in een
arbeidsovereenkomst diverse bedingen aan bv. proeftijdbeding & concurrentiebeding.
Dankzij dit soort bepalingen heeft een uitzendbureau het recht een arbeidsovereenkomst
vroegtijdig stop te zetten (lid2). Het inroepen van een uitzendbeding mag echter max tot 26
weken (lid 3).
ABU-cao art. 7:691 lid 8 BW (Dit geldt alleen als het uitzendbureau is aangesloten bij de ABU-
cao, dus wanneer art. 7:690 BW NIET van toepassing is!)
Fase A: 52 weken (in de wet staat 78 weken)
Fase B: 3 jaar waarin je 6 contracten kunt krijgen
Fase C: onbepaalde tijd
PowerPoint
Soorten recht:
1. Dwingend recht: niet afwijken of niet ten nadele van de werknemer afwijken -> te herkennen aan
de sanctie ‘nietig of nietigbaarheid’ bv. art. 7:655 lid 10 BW.
2. Driekwart dwingend recht: afwijking uitsluitend mogelijk via CAO, bv. art. 7:670 lid 14 BW.
3. Semidwingend recht: afwijking alleen mogelijk bij schriftelijk aangegane overeenkomst
(individueel) -> wordt ook zo in bepaling aangegeven; art. 7:628 lid 5, 7:672 lid 7 & 7:632 lid 2 BW.
Hiervan mag overigens ook per CAO worden afgeweken -> wanneer de wetsbepaling dus niks
aangeeft, komt echter maar weinig voor.
4. Aanvullend recht: hiervan mag altijd worden afgeweken, zowel schriftelijk als mondeling.
De bevoegde rechter:
Absolute competentie -> welke soort rechter?
- in eerste aanleg altijd door de kantonrechter van de rechtbank
- hoger beroep bij gerechtshof,
- cassatie bij de HR (echter geen feitenrechter)
Relatieve competentie -> in welke plaats?
- woon/ vestigingsplaats wederpartij (gedaagde) of
- de plaats waar de arbeid gewoonlijk wordt verricht.
Spoed -> kort geding!
Vragen uit Loonstra: hoofdstuk 1: 1.4; 1.7; 1.10 & hoofdstuk 2: 2.2; 2.4; 2.5; 2.9
Vraag 1.4
In art. 7:634 lid 1 BW staat dat de werknemer (Henri Lodiers) recht heeft op vakantie van ten minste
vier maal de overeengekomen arbeidsduur per week (dus 4x 4uur = 16 dagen). De werkgever heeft
op grond van art. 7:645 BW niet het recht om hiervan af te wijken. Dit artikel bepaald namelijk dat
alle voorgaande artikelen (dus ook art. 7:634BW) van dwingend recht zijn. De afspraak over de 14
vakantiedagen is nietig.
, Vraag 1.7
Er is hier sprake van een conflict tussen twee wetsartikelen. In dit geval gaat de bijzondere bepaling
van art. 7:612 BW boven de algemene bepaling van art. 1:234BW. Lex specialis gaat vóór lex
generalis.
Vraag 1.10
Absolute competentie (art. 93 sub c Rv): bij de kantonrechter van de rechtbank.
Relatieve competentie (art. 99 & 100 Rv): in Den Haag, want daar wordt de arbeid gewoonlijk
verricht.
Vraag 2.2 -> Komt in elk tentamen terug!
Drie manieren van werken:
1. Arbeidsovereenkomst -> art. 7:610 BW -> arbeid, gezag & loon
2. Overeenkomst tot aanneming van werk -> art. 7:750 BW -> werkzaamheden stoffelijke aard
3. Overeenkomst van opdracht -> art. 7:400 BW -> werkzaamheden niet-stoffelijke aard (denkwerk)
De overeenkomst van opdracht (art. 7:400 BW)
Vraag 2.4
a. Relatie uitzendbureau Flexmen (uitlener) en opdrachtgever Schipbouw bv (inlener):
leenovereenkomst / overeenkomst van opdracht en relatie opdrachtgever Schipbouw bv (inlener) en
uitzendkracht Tjeerd: puur feitelijke relatie.
b. Dit is een voorovereenkomst. Dit is de overeenkomst die een oproepkracht of uitzendkracht sluit
op het moment dat hij bij een bedrijf of uitzendbureau staat geregistreerd als oproepkracht of
uitzendkracht en op basis waarvan hij kan worden opgeroepen of bij een inlener aan de slag kan.
c. Dit is een uitzendovereenkomst welke een arbeidsovereenkomst is (art. 7:690BW). Deze ontstaat
wanneer beide partijen overeenkomen dat de uitzendkracht bij een inlener zal gaan werken en geldt
voor de duur van de afgesproken periode.
d. Flexmen hoeft niet aan de gestelde eis van loondoorbetaling aan Tjeerd te voldoen (art. 7:691 lid 2
BW uitgesloten), omdat beide partijen de eerste 26 weken (vanaf 2023: 52 weken) vogelvrij zijn =
fase A.
Vraag 2.5
Als we ervan uitgaan dat de ABU-cao gedurende 2020-2023 van toepassing is, bevindt mevrouw
Tubbing in fase B (de 52 weken van fase A zijn immers verstreken) en zal zij altijd op basis van een
arbeidsovereenkomst met het uitzendbureau bij een inlener werkzaam moeten zijn.
Zou de ABU-cao niet op mevrouw Tubbing van toepassing zijn, dan moet de casus op grond van art.
7:690 en 7:691 BW worden opgelost. Alsdan zou moeten worden vastgesteld hoeveel
arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd mevrouw Tubbing met het uitzendbureau heeft gesloten,
op basis waarvan zij bij de inlener Tronico aan de slag is gegaan.
Vraag 2.9 -> Direct arrest Groen/ Schoevers noemen!
Art. 7:610 BW – arbeidsovereenkomst indien:
Arbeid
In dienstverband (gezagsverhouding)
Loon (geld of in natura)
Arrest Groen/ Schoevers
1. Partijbedoeling: wat heeft partijen bij het sluiten van de overeenkomst voor ogen gestaan?
-> Overeenkomst van opdracht
2. Is de overeenkomst feitelijk op andere wijze uitgevoerd?
-> Nee, dus overeenkomst van opdracht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Chan2025. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.