Deze samenvatting is gebaseerd op de slides + de uitleg tijdens de lessen van Prof. dr. Hendrickx en aangevuld aan de hand van de 2 boeken 'Juridisch Nederlands' en 'Juridisch schrijven in de praktijk'. Alle oefeningen die in de les behandeld zijn zitten ook in deze samenvatting verwerkt.
Justitiebarometer
o Enquête die peilt naar het vertrouwen van de burgers in justitie en hun verwachtingen op het vlak van
justitie
o Vier edities: 2002, 2007, 2010 en 2014
o Editie 2014:
- Telefonische enquête bij 1511 Belgen
- Representatieve steekproef
- Uit de justitiebarometer komt voort dat justitie porblemen heeft met communicatie
o Nieuwe editie gepland vóór 2024
Rechtstaalbeheersing: een noodzaak
o Vermogen om genuanceerd te spreken en te schrijven in een eenvoudige begrijpelijke taal, niet in een
hermetisch gesloten jargon (Prof. dr. Walter Van Gerven)
o De justitiabele zal zich immers pas kunnen vinden in een beslissing, wanneer hij de draagwijdte ervan
begrijpt. (Marc Lahousse, eerste voorzitter van het Hof van Cassatie, Jaarverslag 2004.)
o Heerlijk Helder‐campagne Vlaamse overheid
o Campagne “Kruid” van de Hoge Raad voor de Justitie, 2018
Examen
o Einde van semester, schriftelijk op pc, gesloten boek
o Theorie + oefeningen:
- Theoretische vragen: beredeneerd essay over een bepaald aspect van de leerstof
Vb. over de communicatiemoeilijkheden van de rechtstaal, de kenmerken ervan, de problemen en
schrijfadviezen voor een bepaald juridisch genre.
formulering en het taalgebruik van het essay worden mee beoordeeld.
- Oefenvragen (meerderheid): de formuleringsproblemen in een zin of een tekstfragment aanwijzen en
benoemen en het tekstfragment herschrijven zodat het begrijpelijker wordt.
Rechtstaal: definitie en kenmerken
Definitie rechtstaal
Rechtstaal = vaktaal van de juristen (advocaten, magistraten, deurwaarders, notarissen,…)
Vaktaal = taal eigen aan een bepaalde beroepsgroep
o (Synoniem) situationeel bepaalde taalvariant
o (Synoniem) sociolect = variant van het Nederlands die je slechts in bepaalde situaties ziet opduiken: namelijk
wanneer een bepaalde beroepsgroep aan het woord is, in dit geval de juristen
Communicatiemodel Roman Jakobson
Uitleg:
o Jakobson = Russische taalkundige
1
,Hoe ontstaat communicatie:
o Zender stuurt boodschap naar ontvanger
o Zender codeert boodschap naar ontvanger
o Boodschap wordt verstuurd in een bepaalde context:
- Vb. Een bepaalde fysieke context: een microfoon gebruiken in aula anders hoort niemand het
- Psychische context: wij zijn bereid naar prof te luisteren omdat we rechten studeren
o Kanaal: microfoon
Algemene definitie vaktaal
o Vaktaal biologen: zenders biologen, ontvangers ook, boodschap gaat over planten en dieren, zender en
ontvanger hebben zelfde psychische en fysieke context en ze kennen de code
Rechtstaal: mogelijke definities
o “Situationeel bepaalde taalvariant die uitgaat van rechtsbeoefenaar”
→ zendergerichte definitie
o “Vaktaal van juristen”
→ zendergerichte/ codegerichte definitie (code is meestal geschreven: er wordt wel gepleit maar grootste
hoeveelheid is de geschreven teksten)
o “Taalgebruik binnen het recht”
→ codegerichte/ contextgerichte definitie
Agemene definitie vaktaal
o Biologen praten over planten en dieren, chemici over chemische elementen en verbindingen = mooi stukje
afgeleid uit de werkelijkheid
- Waarover hebben juristen het? (Kan best zijn dat ze het over biologie (dierenrechten) of over chemie
etc. hebben) over alle domeinen van de realiteit kunnen juristen het hebben: bouwkunde, economie,
milieu,…
= niet één mooi afgeleid geheel uit de werkelijkheid om met een mooie precieze vaktaal over te
spreken je gaat over alles moeten spreken
o Grootste probleem ligt bij ontvanger = die geen vakgenoot is
2
, - Als jurist moet men meestal met rechtszoekende communiceren die niet dezelfde psychische en fysieke
context hebben
→ Al deze aspecten wijken af van een klassieke vaktaal (genoeg om alles in het 100 te sturen)
Definitie: problemen
o Zender = juristen
o Boodschap / context = 1 domein uit realiteit?
→ Recht behandelt álle domeinen uit realiteit
→ Gespecialiseerd jargon breed veld onderwerpen
→ Conflict met traditionele vaktaal
o Ontvanger = juristen (vakintern gebruik) = burgers (vakextern gebruik)
→ Groot conflict met traditionele vaktaal
→ Vakextern gebruik primeert!
o Nog beroepsgroepen die vakextern (niet met eigen vakgenoten) moeten communiceren:
- Vb. Dokters
- Dokters mogen niet met te moeilijke latijnse termen gebruiken in communicatie met patiënten = zij
moeten hierop letten
Verschil als dokter Latijnse term gebruikt om te zeggen wat je hebt en je pilletjes geeft ga je beter
worden = het maakt je niet uit wat je hebt, je gaat genezen (of automechanieker: onderdeel stuk het
maakt je niet uit welk: gewoon maken)
Rechtstaal als afwijkende vaktaal
o “Law is a profession of words”
o David Mellinkoff, The language of the law, Boston / Toronto, Little Brown and Co, 1963)
→ Recht bestaat uitsluitend in en door taal. (≠ geneeskunde, biologie, automechaniek)
- Als jurist is het enige gereedschap dat je hebt het wetboek (collectie teksten) en hoe worden juridische
problemen opgelost? Door hierover te praten/ te discussiëren
- Recht wordt geheel uitgeoefend door taal = is een taalberoep
o Wat doen we als jurist?
- We hebben een aantal juridische concepten en die staan in de wet = eigenlijk kijken of we de concepten
uit de wet kunnen toepassen op individuele gevallen in de werkelijkheid
- Vb. Lijk met revolver ernaast: is dit moord, wat hebben we talig gezien nodig om hiervan te spreken
- Rechtszaak = puur taal
o De magie van het woord
- Van Dunné vergelijkt juristen met Ali Babba (berg - sesam open u)
Juristen doen hetzelfde met taal: heel weinig mensen in maatschappij kunnen door iets te zeggen de
werkelijkheid veranderen
Vb 1. Pastoors ook: ik doop u dus kind vanaf nu gedoopt
Vb 2. Ambtenaar burgerlijke stand die zegt je bent nu getrouwd dan ben je getrouwd = door dit te
zeggen en op papier te zetten ben je effectief getrouwd
Als rechter op papier zegt gevangenis ga open: werkelijkheid past zich aan aan de taal (dokters
kunnen niet zeggen ziekte ga weg en het zal weggaan)
Kenmerken van rechtstaal
o Verouderde woorden en formuleringen (te dezen)
o Vreemde woorden en bastaardwoorden (Frans en Latijn)
o Woorden met een afwijkende betekenis van de normale standaardtaal (middel)
- Gevaarlijk: mensen denken dat ze bepaalde woorden verstaan maar eigenlijk iets anders betekenen
o Woorden met een onduidelijke, ‘rekbare’ betekenis (schuld)
3
, - Sommige mensen denken dat alles zeer specifiek gedefinieerd is: niet waar: vaag gedefinieerd: goed
gedrag en zeden, openbare orde, goede huisvader (nu redelijk en voorzichtig pers.) = zeer vage
omschrijvingen hierdoor kunnen we het recht toepassen!
o Juridische vaktermen (kantonnement)
o Zware verwijswoorden (betreffend, voornoemd, ter zake)
o Substantieven en substantiveringen (‘naamwoordstijl’)
o Dubbele ontkenningen (niet onontvankelijk)
o Passiefconstructies en onpersoonlijke constructies
o Lange zinnen, onder‐ en nevenschikkingen
- Lange zinnen met complexe structuren: veel opsommingen zodat je niet weet wat kern van de
boodschap is
o Complexe opsommingen, veel reeksvormers in één volzin
o Lange voorbepalingen met een korte conclusie op het einde
o Belangrijke informatie vaak moeilijk te vinden (in bijzinnen of helemaal achteraan)
o Extreme precisie door veel herhalingen i.p.v. eenvoudige verwijswoorden
o Zeer formele en beleefde stijl (vooral in brieven)
Oorzaken van complexiteit
o Vele wetten zijn oud en in verouderde taal
- Juristen zeggen: niet onze schuld, het staat in de wet zo (is maar deels waar):
Heel vaak blijkt dit niet in het recht te staan (het is vaak: gewoonte en voorzichtigheid) = bevriezen
taal (dit is een begrijpelijk argument maar geen goed)
o Teksten steunen op elkaar
- Wet wordt te ingewikkeld voor gewone taal, realiteit wordt zo complex en wet moet volgen hierdoor is
het een illusie dat iedereen de wet nog gaat begrijpen
o Rechtsgeldigheid mag niet in gedrang komen
o Gewoonte en voorzichtigheid
o Wet is te ingewikkeld voor gewone taal
o Sacrale karakter van de wet
o Opzettelijk instandhouden om indruk te maken
- ‘Ja maar wij zijn wel juristen’ = hier hoort dus ook een bepaald taalgebruik bij
- ‘Recht en wet is zo iets verheven dat je een bepaald taalregister nodig hebt’ = zo hoor je het nu niet dit
argument neemt een andere vorm aan (niemand durft dit nog te gebruiken) ‘verkleutering’ van de taal,
zo schrijven wij niet, deze simpele woorden horen niet in het recht = niet waar! Teksten zullen nog
steeds altijd moeilijk blijven, je kan nog steeds kwalitatieve maar duidelijke tekst maken
o Invloed van het Frans
- Invloed Frans: is niet enkel iets van de 19 e eeuw, we leven nog steeds in een tweetalig land, nederlands
heeft invloed op frans en omgekeerd Frans invloed op nederland
Recht op begrijpelijke taal (rechtsbeginselen die ons verplichten om duidelijk te schrijven)
o Verplichte motivering vonnissen (art. 149, eerste lid Gw.)
o Recht op aanklacht in taal die beklaagde begrijpt (art. 6, derde lid, EVRM)
o Nullum crimen sine lege, nulla poena sine lege (artikel 11 Universele Verklaring van de Rechten van de
Mens, artikel 7 EVRM en artikel 49 van het Handvest van de Grondrechten van de EU) = er is geen misdaad
zonder een wet, er is geen straf zonder een wet : pas overtreding aangaan als er een duidelijke wet is
Skoma‐Lux arrest – zaak Endendijk
Zaak Endendijk:
Nederlandse veeboer die kalveren met touwen had vastgebonden hiervoor boete Nederlandse overheid die
zegt dit is tegen Europese regels. Endendijk gaat in beroep want heeft Europese regelgeving nagelezen
waarin in het Nederlands staat je mag ze niet met kettingen vastbinden (niets over touwen), Europees hof
wijst dit af: in andere talen staat er niets over touwen of kettingen maar over niet vastbinden kalveren
o Openbaarheid van de uitspraak (art. 149 Gw.)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauraschepers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.