Diastolisch > 80 en/of systolisch
>130 mmHg (mensen met donkere
huid)
ZOUTBEPERKING -> 3 gram zout = 1,15 g natrium of 1154 mg natrium
Natriumbeperkt dieet: 2000-2400 mg natrium/dag OF 5-6 g zout
Zout (in gram) : 2,5 = natrium (in gram)
Voedingsclaims
Natriumarm/zoutarm Max. 0,12 g natrium of 0,3 g zout per 100 g
Water (behalve natuurlijk mineraalwater) ->
<2 mg natrium per 100 ml
Zeer laag natriumgehalte/zoutgehalte Max. 0,04 g natrium of 0,1 g zout per 100 g
OF mL
Natriumvrij/zoutloos Max. 0,005 g natrium of 0,0125 g zout per
100 g OF mL
1.1 Primaire hypertensie vs secundaire hypertensie
Primaire hypertensie Secundaire hypertensie
Oorzaak = ONBEKEND Oorzaak = GEKEND
Niet beïnvloedbare risicofactoren: Bepaalde aandoeningen die hypertensie
Leeftijd, geslacht en erfelijkheid tot gevolg hebben:
Hartinsufficiëntie
Multifactoriële oorsprong!! -> Zowel Nieraandoeningen
genetisch als omgevingsinteracties spelen Levercirrose
een rol Syndroom van Cushing
GEVOLGEN
Hart-en vaatziekten
Nieraandoeningen, oogafwijkingen, verminderd en dementie
Systolische BD sterkere voorspeller voor HVZ dan diastolische BD
SYMPTOMEN
Meestal geen klachten
Hoofdpijn en duizeligheid (soms)
1
,1.2 Dieet bij hypertensie
1. Stressreductie -> aanmaak adrenaline renine en cortisol
2. Stoppen met roken
3. Overgewicht tegen gaan -> Individuele reactie op gewichtsreductie (Ook kijken naar
middelomtrek!)
4. Beperking alcoholgebruik
5. Voldoende lichaamsbeweging
6. Gezond en gevarieerd eten (+ aanpak risicofactoren)
Omega 3-vetzuren -> Visolie positieve invloed op bloeddrukverlaging
Magnesium -> 410 mg/dag
Calcium -> 1000 mg/dag
Kalium -> 2 g kalium extra/dag
Cafeïne -> Max. 400 mg cafeïne/dag
Co-enzym Q10 -> suppletie van 2x50mg Co-enzym Q10 lijkt effectief
Indien na 3 maanden geen verbetering: medicatie (Diuretica, bètablokkers,
calciumantagonisten, ACE-remmers, angiotensine-II-antagonisten, alfablokkers)
1.3 Soorten lipoproteïnen
CHYLOMICRONEN
bevatten vooral TG uit voeding. Deze TG verdwijnen na een aantal uren uit het
bloed.
Very Low Density Lipoproteins (VLDL),
bevatten vooral TG afkomstig uit de lever.
Intermediate Density Lipoproteins (IDL) -> valt tussen VLDL en LDL
Een normaal LDL kan gepaard gaan met een hoog VLDL, IDL en een laag HDL.
Low Density Lipoproteins (LDL
Meest rijk aan cholesterol, worden gevormd uit VLDL nadat deze een deel v/d TG heeft
afgestaan aan lichaamscellen.
High Density Lipoproteïne (HDL)
Gevormd door de lever, waarna zij cholesterol uit lichaamscellen halen en brengen terug
naar lever.
Het totaal cholesterol (TC) is = de som van VLDL, LDL en HDL
2
,2. Hyperlipidemie
= OF hypercholesterolemie of dyslipidemie - > ‘iemand met een hoog cholesterol’
Lipidenprofiel Totaalscore v/d verschillende lipiden i/h bloed
Primaire hyperlipidemie Erfelijke vormen v/e verhoogd cholesterol en/of
triglyceriden (familiaire hypercholesterolemie)
Secundaire hyperlipidemie Bij patiënten met 1 of meer risico verhogende
factoren
DOEL: behandeling van hyperlipidemie → voorkomen van HVZ
Hart-en vaatziekten (HVZ)
= verschillende ziekten aan het hart of BV, meestal door een vernauwing v/d BV door afzettingen
aan de vaatwand (atherosclerose)
→ aderverkalking)
→ verharden bloedvaten (↓ elasticiteit, ↓ bloeddoorstroming, ↓ zuurstofvoorziening)
,2.2 BEHANDELING
Doel: verminderen v/h risico op HVZ –> Leefstijladvisering en/of medicatie om het hart te
beschermen
Rookstop → zorgt voor extra schade aan de BV, ↓HDL
Voldoende bewegen → verbetering lipiden ↓HDL ↑LDL
Gezonde voeding
Alcohol vermijden!
o Verhoogd TG i/h bloed
TG verhoogd het cholesterol i/h bloed -> risico HVZ verhoogd
o Draagt bij tot gewichtstoename
Negatief effect op lipidenwaarden
Optimaal gewicht!
• BMI < 25 (≥70 jaar BMI < 30 acceptabel)
• Per kg gewichtsverlies -> HDL ↑ met +/- 0,01 mmol/L
Stress voorkomen of verminderen
2.3 DIËTISTISCHE DIAGNOSE
Onderdelen + verbanden tussen de verschillende onderdelen:
Medische diagnose: hyperlipidemie + eventuele gerelateerde aandoeningen
Functies (stoornissen): relevante lichamelijke functies (labo, BD en/of risicofactoren voor HVZ)
antropometrische gegevens (BMI en buikomtrek) energiebehoefte.
Activiteiten (beperkingen)
Voedingsinname: incl. analyse naar de soorten VZ, plantaardige/dierlijke producten,
cholesterol, voedingsvezels, koffie, groenten, fruit, peulvruchten, noten, alcohol, zout en
energie.
Participatie(problemen): participatie in werk, gezin, relaties,…
Externe factoren: verkrijgbaarheid voeding, woonsituatie en medicatie.
Persoonlijke factoren: leeftijd, geslacht, stress, leefstijl, hulpvraag en verwachtingen v/d patiënt,…
2.3.1 VOEDINGSADVIES VETTEN
Voedingsadvies m.b.t. VV Voedingsadvies m.b.t. EOV en MOV
Eetmomenten: EOV: beperkt effect
Verklein de vlees- en sausportie Olijfolie, rijstolie, noten (mix), avocado
(Ω9 oliezuur)
VV uit roomboter, kaas en vleeswaren → VM
rijk aan OVV MOV: Zachte margarine, zonnebloemolie,
VM rijk aan VV -> voeding met (lijn)zaad, noten (walnoten)
cholesterolverlagende eigenschappen Visvetzuren: sardienen, makreel, zalm
(Ω3 DHA en EPA)
Vetten: samenvattend advies VOEDINGSAANBEVELING HYPERLIPIDEMIE
1. Vermijd TVZ (max. 1 en%) Plantensterolen of-stanolen -> 2 g/dag
2. Vervang VV (max. 10 en%) → OVV, plantaardige EW Vette vis, Ω 3 supplementen -> 1x/week
en volle granen vette vis
3. Vervang VV niet door bewerkte KH Voedingsvezels -> ↑ met 5 g/dag -> 30
4. OVV passen i/e gezond voedingspatroon g/dag
5. BMI 18,5-24,9: 20 – 40 en% V Peulvruchten -> 130 g/dag
6. BMI >25: 30 - 35 en% V
4
,3. Leversteatose
3.1 Onderdelen lever
3.2 Functie lever
Galproductie en -secretie
EW- metabolisme
KH metabolisme
o Glucoseconcentratie i/h bloed constant houden
o Glucogenese (opslag)
o Glucogenolyse (vrijmaken glucose)
o Gluconeogenese (aanmaak glucose)
Lipidenmetabolisme (maakt zelf cholesterol aan)
Metabolisme van gifstoffen en afvalproducten v/d stofwisseling
Hormoon metabolisme
Opname + opslag van vetoplosbare vitaminen
3.3 Leversteatose
= Leververvetting -> storing in vetstofwisseling -> te groot aanbod afbraakproducten v/d
vetten -> vet in levercellen ophopen + vaak groter wordende lever.
= NAFLD (nonalcoholic fatty liver disease)
3.3.1 Verloop
Leversteatose kan (gedeeltelijk) herstellen als oorzaak wordt weggenomen
o Anders -> steeds meer vervetting
Hepatitis kan zorgen voor littekenvorming OF fibrose
o Mogelijk gevolg: levercirrose (meer en meer littekenweefsel -> leverfalen
-> levertransplantatie)
3.3.2 Klachten
5
, Meestal geen
Zeer uitzonderlijk -> geelzucht
Vage pijn rechtsboven i/d buik + vermoeidheid (sommige mensen)
Hepatitis
o Chronische vermoeidheid
o Algemeen ziektegevoel
o Soms jeuk
3.3.3 Behandeling
Voeding
Dieet arm aan VVZ <7% + EOVZ en omega-3 VZ verhogen
Bij overgewicht/obesitas: Min. 5% gewichtsverlies
Minder inname fructose
Mediterraans dieet
Alcohol STOP
!! Concrete afspraken/tips + kleine stapjes!!
3.3.4 Alcoholische leversteatose
Moeilijk om verschil te zien met NAFLD
Lange periode veel alcohol drinken -> leververvetting
Uiteindelijk leverschade
4. Metabool Syndroom
6
, = Verzameling van symptomen bij een gestoorde stofwisseling
4.1 Symptomen
Hypertensie
Dyslipidemie
Verminderde glucosetolerantie o.b.v. insulineresistentie
Overgewicht en/of obesitas
4.1.1 Criteria & grenswaarden
5 criteria Grenswaarden
Buikomvang >94 cm voor mannen en
>80 cm voor vrouwen
Triglyceriden >150 mg/dl
HDL-cholesterol <40 mg/dl voor mannen en
<50 mg/dl voor vrouwen
Nuchtere glucose >100 mg/dl
Bloeddruk >130/85
Bij aanwezigheid van 3 criteria uit 5 = MBS
4.2 Ontstaan
Verminderde insulinegevoeligheid
o Insuline: hormoon v/d pancreas dat de suikerspiegel i/h bloed regelt.
o Insulineresistentie: cellen i/h lichaam minder gevoelig voor insuline ->
verminderde glucose-opname
4.3 Mogelijke gevolgen
Risico HVZ binnen 5-10 jaar x2
Risico op diabetes type 2 x5
Verhoogd risico op levercirrose
Hoger risico op bepaalde kankers, galstenen,…
4.4.2 Diagnose: labo
HOMA-index Ratio insuline/glucose (Insuline waarde (µU/L) x glucose (nmol/L)/22,5)
•Nuchter!
HOMA-index Insulineresistentie (IR)
<1,4 Normaal
1,9-2,9 Vroege IR
>2,9 Significante IR
4.5 Diagnose
Lichamelijk onderzoek met meting van:
gewicht
buikomtrek (peer & appelvorm)
Buikomvang Gezondheidsrisico’s
Mannen >94 cm Verhoogd
>102 cm Ernstig verhoogd
Vrouwen >80 cm Verhoogd
>88 cm Ernstig verhoogd
Vetweefsel t.h.v. de buik produceert ontstekingsbevorderende stoffen die de
celgevoeligheid voor insuline verminderen (IR)
bloeddruk
Bloedonderzoek met bepaling van:
nuchtere bloedsuiker
cholesterol (HDL en LDL)
triglyceriden
4.5.1 Antropometrische metingen
4.5.1.1 BIVA analyse:
Meet:
Hoeveelheid & verdeling van vocht, spieren en vet
Kwaliteit vetvrije cellen i/h lichaam
4.6 Behandeling
8
, LEVENSSTIJLAANPASSINGEN (2 maanden):
Rookstop
Voldoende beweging
Gezonde en gevarieerde voeding
Beperking alcohol & zout
Stress voorkomen/verminderen
Na 2 maanden: controle bloedwaarden, buikomvang en BD
Zijn de resultaten onvoldoende? -> medicamenteuze behandeling
4.7 Dieet bij verminderde glucosetolerantie
DOELEN AANDACHTSPUNTEN
Normaliseren v/d bloedglucosewaarden KH: soort KH & verdeling
Nuchter: ≤ 5,3 mmol/l of < 100mg/dl Inname vrije suikers
Postprandiaal: ≤ 6,7 mmol/l of < 120mg/dl
HbA1c: < 53 mmol/mol of 7%
9
, 5. Diabetes Mellitus
5.1 Wat is het?
= Chronische aandoening waarbij het bloedsuikergehalte(glycemie)
verhoogd is
GEVOLG
Cellen nemen onvoldoende suiker (glucose) op -> glucose
hoopt zich op i/h bloed
5.1.1 Insuline
= Hormoon
Aanmaak door de bètacellen v/d pancreas of alvleesklier
MECHANISME
Sleutel – in – slot principe = Via
de BB bereikt het insuline de
lichaamscellen, insuline bindt
zich vast op de cel om de
glucose naar binnen te laten
Insuline = de sleutel die de deur
opent v/d cel
-> glucose kan de cel in
Glucose in de cel -> energiebron
5.1.2 Koolhydraten
Zorgen voor energie
Om de energie te kunnen gebruiken dient de KH ontleedt te worden -> de lichaamscel
dient de suikers te verbranden
Insuline = nodig -> suiker in de cel -> energie
Zonder insuline: geen energie
10
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kellyleong. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $18.91. You're not tied to anything after your purchase.