Examenvragen Recht
01. Geef de definitie van ‘het recht’:
Het recht is het geheel van gedragsregels, opgelegd door de overheid, die binnen de
maatschappij tot doel hebben het maatschappelijk leven te ordenen en waarvan de naleving kan
worden afgedwongen.
Het recht omvat dus:
- Geheel van gedragsregels: deze maken het mogelijk om mensen met tegenstrijdige
belangen te laten samenleven
- Opgelegd door de overheid (dit in tegenstelling tot deontologie: zijnde de regels die
worden opgelegd door een bepaalde groepering of
vereniging van professionelen aan zichzelf)
- Recht kan worden afgedwongen: zonder dwang zijn rechtsregels niet efficiënt. Deze
dwang kan zowel fysiek (gevangenis) zijn als
financieel (boete). Rechtsregels kunnen slechts
worden afgedwongen door de rechtelijke macht, men
mag zelf geen recht afdwingen.
- Recht beoogt de ordening van de maatschappij.
02. Wat zijn dwingende en aanvullende rechtsregels?
Het recht kan ook worden ingedeeld volgens afdwingbaarheid. Onderscheid wordt gemaakt
tussen dwingende en aanvullende rechtsregels. Van dwingende rechtsregels (ook wel
imperatief recht genoemd) kan niet worden afgeweken, ook niet bij overeenkomst. Indien een
overeenkomst toch dergelijke afwijking bevat, wordt de clausule of eventueel de volledige
overeenkomst als nietig (onbestaande) beschouwd. Van aanvullende rechtsregels kan worden
afgeweken bij contract. De hiërarchie is dus eerst het dwingend recht, dan de contractuele
bepalingen en vervolgens het aanvullend recht.
03. Wat zijn de vermogensrechten, in bijzonder het begrip intellectueel recht.
Definitie ‘vermogensrecht’ (nice to know)
Het vermogensrecht bevat de normen en de regels die het vermogen raken. Onder vermogen
verstaat men vanuit juridisch oogpunt: “de juridische algemeenheid die het geheel van de
bestaande en toekomstige goederen en verbintenissen omvat”.
Elke natuurlijke persoon of rechtspersoon heeft een vermogen en, behalve indien de wet anders
bepaalt, slechts één enkel vermogen. Dit betekent dat iedereen hoe rijk of arm ook een vermogen
heeft en dat niemand zijn ganse vermogen kan vervreemden.
Het vermogen van een persoon dient als algemeen verhaalsonderpand van zijn schuldeisers.
De vermogensrechten
Zakelijke rechten: verlenen de rechthebbende onmiddellijke macht op de zaak zelf, d.w.z. men
behoeft niet de tussenkomst van een derde persoon vb. eigendom1,
vruchtgebruik en erfdienstbaarheid.
Vorderingsrechten of persoonlijke rechten: men verwerft het recht om iets van een andere
persoon te vorderen: vb. huurrecht
Intellectuele rechten: men verwerft rechten op een creatie of schepping: vb. auteursrecht
1
, 04. Geef de diverse types van goederen (essentieel is dat een intellectueel recht een
onlichamelijk roerend goed is)
Volgende soorten goederen worden juridisch onderscheiden:
Roerend en onroerende goederen:
o Roerende goederen kunnen verplaatst worden (dieren, meubels, auteursrechten, enz.)
o Onroerende goederen kunnen niet verplaatst worden (grond, gebouw, planten, enz.)
o Roerende goederen kunnen onroerend worden of zijn wanneer zij van nature bij een
onroerend goed behoren. Dit heeft twee voorwaarden:
De eigenaar van het roerend en onroerend goed zijn hetzelfde
Er is een band tussen beide goederen (bv.: een toonbank in een winkel)
Goederen die aan iemand en goederen die aan niemand toebehoren:
o Aan iemand: geïndividualiseerd zoals bv een woning, horloge, juwelen, enz.
o Aan niemand: Gemene voorwerpen: kunnen zich niet toegeëigend worden (bv.
Lucht, licht, zee, enz.)
Goederen die geen eigenaar hebben:
Onroerende die aan de staat toebehoren (bv.
Iemand sterft zonder erfgenamen)
Roerende gaan naar diegene die zich er
meester van maakt (bv. Verlaten voorwerpen)
Goederen in de handel en buiten de handel
o Buiten de handel zijn bv. de goederen behorend aan het publiek domein zoals
wegen
Lichamelijke (tastbaar) en onlichamelijke (niet tastbare zoals intellectuele
rechten) goederen
Voorwerpen zijn lichamelijk of onlichamelijk. In tegenstelling tot onlichamelijke
voorwerpen kunnen lichamelijke voorwerpen zintuigelijk worden waargenomen en
worden gemeten middels een momentopname.
Verbruikbare en niet-verbruikbare goederen
a. Verbruikbare gaan teniet bij het eerste normale gebruik (appelen, peren, geld enz.)
b. Niet-verbruikbare gaan niet teniet bij eerste normaal gebruik (auto, stoel, tafel enz.)
Vervangbare en niet-vervangbare goederen : goederen zijn vervangbaar indien ze
voor de nakoming van een verbintenis onderling verwisselbaar zijn.
Deelbaar en ondeelbaar
Hoofdzaak en bijzaak (bijzaak is niet een onderdeel van de zaak) vb. een borgstelling
van een schuld
Tegenwoordige en toekomstige goederen (vb. toekomstig goed een huis dat nog
dient gebouwd te worden)
TER INFO: een intellectueel recht heeft een geestelijk goed (ontastbaar) als
voorwerp, zoals bv. het ontwerp van een bepaalde kast of tafel.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller roosforsyth. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.