100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Geschiedenis van de middeleeuwen - lesnotities + samenvatting + voorbeeldvragen $4.71   Add to cart

Summary

Geschiedenis van de middeleeuwen - lesnotities + samenvatting + voorbeeldvragen

 90 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

In dit document kan je de lesnotities vinden van het vak Geschiedenis van de middeleeuwen. Het is een uitgebreide en volledige samenvatting van de leerstof aan de hand van het boek en de lessen. Best te studeren aan de hand van de powerpoints. Veel succes!

Preview 4 out of 56  pages

  • Yes
  • May 25, 2023
  • 56
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
lesnotities – GM

Donderdag 16 februari – les 1
Inleiding
We nemen een start vanuit onze eigen omgeving: Hoe doen we dit?
- Door ons te confronteren met de Sint-Michielsbrug dat vlakbij het voormalig postgebouw ligt (zie
illustraties) – Het punt is dat dit geen middeleeuws gebouw is: Combinatie van stijlen die doen denken
aan de ME: Suggereren van waarde: Louis Cloquet die de opdracht had gekregen om het middeleeuws
karakter van de stad te versterken – Bevat medaillons: Verwijzen naar de nationale geschiedenis van
België (Vb. Kolonie Congo) – DUS: Er wordt een schijn gecreëerd om de jonge staat ouderdom en
belang te verlenen
- Andere foto (zwart-wit): Sint-Michielsbrug was er nog niet: Het is de verdienste geweest van Kloket
om deze brug te bouwen – Het is dus een gecreëerde plek: Dit gebeurt in 19-honderd: De stad Gent is
zich aan het voorbereiden voor de wereldtentoonstelling – DUS: 1913: Eer om uit te pakken met de
stad en het centrum moet dus middeleeuwser dan ooit – Vb. Toren van Belfort aangepakt,
Gravensteen aangepakt, gevels aangepakt, …
- DUS: Veel wat wij als middeleeuws beschouwen niet middeleeuws is (!) – Dit is niet gewoon niet
middeleeuws, het gaat verder: Je kan niet genoeg bewust zijn van je wetenschappelijk beeld van de
middeleeuwen door operaties en het bestuderen van de ME

Begripsbepaling ‘Middeleeuwen’:
- Wijst op een soort tussentijd: Tijd tussen twee andere periodes
- Duizendtal jaar
- Tijd waar nogal neerbuigend wordt naar gekeken
- Tegelijkertijd is de opvatting van de ‘Dark Ages’ tot stand komt aan het eind van de ME zelf: Auteurs
die zelf over hun specifieke tijd zelf gaan nadenken – Vb. Petrarca: Italiaanse schrijver: In een van zijn
tijden heeft hij het over ‘tenebre’ (= nevelen) – Tijd die in duisternis/ nevel hangt
- Gevolg? Meer en meer gaan begrippen opduiken in Latijnse teksten: ‘Media Tempestas’
- Wanneer krijgt een begrip echt gezag? Als het de woordenboeken haalt – Gebeurd in de 17 e eeuw –
Duconge stelt een glossarium (woordenboek) samen van Latijnse termen van de oudheid

Het is boeiend om te gaan kijken hoe de ME worden/werden geapprecieerd:
- We kunnen beginnen met het terugkeren naar de 16 e eeuw: Nieuwe tijden (Vroegmoderne tijden):
Wat valt op? Europa raakt verdeeld door religieuze twisten – In de gereformeerde wereld is heel
duidelijk dat men naar de ME kijk op een negatieve manier: katholicisme waarvan ze hen hebben
afgeschaft – Andere kant: Katholieke wereld: Vanaf de 16 e eeuw: sterk verweer + contrareformatie
(zich verweren tegen de kritieken van de reformatie): Ze gaan een eerherstel proberen te creëren
door terug te keren naar de klassieke scholing (oudheid) (Jezuïeten spelen hier een grote rol in)
- 17e eeuw: ME worden bestudeerd op een religieuswetenschappelijke manier door de Mauristen
(studie van oorkonden) en Bollandisten (studie van de heiligen) – ME worden bestudeerd vanuit een
speciaal perspectief
- Wanneer worden de ME herontdekt? 19e eeuw – Periode van de romantiek – Dit heeft voor een stuk
te maken met een nieuw soort conservatisme – Romantiek heeft weinig met wetenschap te maken
(wel impact), MAAR: We zien tegelijkertijd de groei van de menswetenschappen – DUS: ME worden op
andere manieren benaderd: Vb. Editieprojecten: Bronnen uitgeven op een speciale manier (Germanica
Historica = bronnenreeks waaraan men in het Duitse Rijk is gaan werken (nationalistische
bronnenreeks) hangt heel erg samen met het ideaal van de natiestaten) + De eerste grote boeken
worden geschreven (beroemd boek 1860: Jacob Burckhardt: Een andere kijk op de Renaissance) +




1

, (kleine 60 jaren later: Jozef Huizinga: Boek over late ME: Hierin wordt gesproken van Herfsttij (periode
van melancholie), DUS: Ander beeld) DUS: Er groeit debat en meningsverschillen
- 20ste eeuw: Men gaat het renaissancebegrip gaan nuanceren door te zeggen dat er meerdere
renaissances waren – Onderscheiden van meerdere renaissances (!)

We kunnen stellen dat wat eigenlijk in de 19 e eeuw gebeurt (Romantiek/ verlangen naar de ME) tegelijkertijd
impact gaat krijgen op de moderne cultuur
- Tendens vanaf de 19e eeuw die tot op vandaag blijft doorleven
- Vb. De architectuur (postgebouw: neostijlen), restauratiepraktijk (bewaren voor toekomstige
restauraties, MAAR: Eugène (Franse architect) vond dat deze restauratie de gebouwen nog
middeleeuwser moest maken (Vb. Carcassonne, Notre Dame)
- Niet alleen architectuur, maar ook: films, literatuur, …

De ambivalente perceptie van het begrip vandaag: Hoe worden vandaag de ME gepercipieerd?
- Ambivalent? Tegenstrijdige beelden – Ene kant: Hardnekkig idee van de ‘Dark Ages’: primitief, weinig
kennis, veel mysterie, mondiaal perspectief: periode waarin andere delen van de wereld een heel stuk
verder staan, taalgebruik: ‘middeleeuwse toestanden’ en slechte bijklank – Andere kant: Een
geïdealiseerde andere tijd: Zaken sublimeren en dat men de ME gaat laten samenvallen: Fascinatie en
andersheid in de verf zetten

De bruikbare middeleeuwen
- Een periode waar je iets mee kan doen – Op verschillende manieren: Door citymarketing en toerisme:
Niet louter omwille de fascinatie, maar met een breder fenomeen: Hotel en restaurants moeten
volgeraken – Men gaat sterk inzetten op het herwaarderen van de ME + economisch aspect – Men
gaat ver in de verbeelding van de ME (Vb. Jan Van Eyck): Men gaat de lat zo laag mogelijk leggen om
hier zoveel mogelijk profijt uit te halen (Vb. Gravensteendebatten: 1 ste debat: Toegankelijkheid van het
gebouw + renovatie van het gebouw/ 2de debat: Verhaal van het gebouw: Geen uitleg vandaag over
het gravensteen (wel audioguide (comedy!) vol met oude waarheden en stereotypen)
- De middeleeuwen misbruikt in politiek extremisme – Inzet in de politieke agenda: De ME worden
binnen bepaalde politieken geassocieerd met een blank christelijk Europa – Vb. White supremacy in
de VS (bestorming capitool + viking) – Vb. Nieuwe kruistochten? Manifest waarin hij zichzelf als een
moderne tempelier (tegen joden) – Vb. Dries Van Langenhove: Schild en vrienden

Afbakening
- 5de eeuw – 15de eeuw
- Symbolische jaartallen? Begindata: 410: Visigoot Alarik/ 476: Generaal Odavakar wordt rex gentium
(koning van de stammen/ volkeren – Iemand die het gezag ging bekleden van de West-Romeinse
keizer)
- Einddata? 1450: Boekdrukkunst/ 1453: Val van Constantinopel (het Oost-Romeinse rijk)/ 1492: …
- Kunnen we de ME als apart tijdvak afbakenen? Voor sommigen beginnen de ME later (bij de opkomt
van de Islam) – Herni Pirenne: Pas in de 8ste eeuw kan gesproken worden van een transformerende tijd
- Nieuw tijdvak creëren? Late Antiquity
- Nieuwe tijd? Wat is hier zo essentieel aan? Ontdekkingen (explorerende mentaliteit), de reformatie
(initiatieven om religie te gaan herdenken)
- Middeleeuwen tot… – Eindpunt op een andere plek situeren, Vb. 12 e eeuw als kantelpunt/ 18e eeuw?
- Opdelingen (in de literatuur): Vroegere agrarische periode, omslagfase, late geürbaniseerde en
commerciële middeleeuwen
- Opgelet: Frans: Haut Moyen Age + Moyen Age central + Bas Moyen Age/ Engels: Early Middle Ages +
High Middle Ages + Late Middle Ages


2

,Een West-Europees verhaal
- De Latijnse Wereld – Belangrijk: Niet alleen om te verantwoorden dat in deze cursus de nadruk op
West-Europa ligt vs. Islam (perspectief tegenover andere culturen)
- Comparatief onderzoek kan wel interessant zijn (!) – Boeiende paralellen: Vb. Geschiedenis van Japan:
Merkwaardige paralellen in maatschappijvormen met wat we op dat moment in WE hebben –
Toevalligheid (!)
- Historische samenhang met maatschappelijke domeinen die dynamieken gaan doorgaan
- Kenmerk Europa: Moeite om als eenheid naar boven te komen (Vb. EU!) – Regionale diversiteit is
belangrijk (!) – Verschillende snelheden: Sommige regio’s gaan dingen rapper ontdekken of opnemen
dan andere – DUS: Afweging: Bepaalde vorm van eenheid én diversiteit die op elkaar hebben
ingewerkt zodat zo de basis gelegd wordt voor de rol van Europa die deze gaat openemen in de
moderne tijd
- Confrontatie en synergieën (samenwerkingen/ uitwisselingen) die bestaan tussen verschillende
werelden + De manier hoe contact wordt gelegd met andere culturen
- WE in de ME is helemaal geen voortrekker (mondiaal perspectief!): WE was een redelijk arme regio en
opzichzelf geplooid, MAAR: Die de boomgaard is geworden van ontwikkeling in de Moderne tijd – Van
schaarste naar hegemonie

Belang van nationale/ regionale geschiedenis:
- Focus op de Vlaamse geschiedenis en het belang ervan – Nadruk: Duidelijke verdeling onder historici
- Vb. Canon van Vlaanderen: Vraag geformuleerd met duidelijk politieke motivatie – Geen
eensgezindheid hierover onder historici
- Doel? Om duidelijk te onderstrepen dat vanuit ons oogpunt het idee van een Vlaamse geschiedenis
onzinnig is

Grondslagen voor de geschiedenis van West-Europa:
- Ontwikkeling van staten en steden begrijpen
- Politieke organisatie: Rol van koningschap
- Ervaringen die zijn ontwikkeld in de ME
- Scheiding tussen kerk en staat – Belangrijk voor vervolg (!)
- Geseculariseerde samenleving waarin we wonen (Secularisering: tendens die heel erg duidelijk is)
komt uit religieuze overtuiging

Mediëvist en zijn/haar bronnen
- Orale samenleving betekent niet dat er geen organisatie heerst (!)
- Materieel: In deze duizend jaar verandert de manier waarop geschreven wordt – Geen rechtlijnig
proces – Verschriftelijkingsproces
- Taal: Sporen in geschreven teksten
- Milieus die schrijven hebben een impact gehad: adel, clerus, stedelijke aristocratie

Deel 1 – De ondergang van het West-Romeinse Rijk en herschikking van West-Europa
Aanvang: Lokale omgeving:
- Aanwezigheid van mensen? Samenvloeiing van de Schelde en de Leie: Machariuswijk – Hier gaat Gent
ontstaan – Sporen van sinds de Ijzertijd van menselijke aanwezigheid
- Gent? Afgeleid van Ganda – Wijst op het idee van samenvloeiing
- Onderzoek? Nederzetting wordt doorheen de gehele periode gedocumenteerd – Vb. Je ziet dat we
voor de Laat-Romeinse periode een continue sporen aantreffen van menselijke activiteit – DUS:
Impact van het verdwijnen van het WR: Mensen blijven daar, maar de processen veranderen (!)
- Hoe zie je dit? Intagio (= wagenspan afgebeeld op munt)/ In Sint-Denijs Westrem: Voor de IKEA
erstond heeft men op dit gebied gegraven en daar heeft men heel wat sporen teruggevonden van

3

, menselijke aanwezigheid/ In de buurt van de Kortrijkse Steenweg: Munstschat die dateerd van de
vroege 5e eeuw (onzekerheid: mensen die hun munstschat verstoppen)

We staan stil met de overgangsfase: Late Antiquity
- Spreken we van een breuk (verandering) of een continuïteit
- Onderscheid tussen verschillende maatschappelijke domeinen:
o Politiek/ Staatskundig gezien? Breuk
o Migratiebeweging die mee een rol speelt in de transformatie – Breuk
o Religieus vlak? Sporen van continuïteit

Kaart: Romeins Rijk in de 3e eeuw
- We zien dat de 3e eeuw in het RR een eeuw is van grote maatschappelijke problemen en van
oplossingen
- Veranderingen door Diocletianus (christenvervolging) en Constantijn (acceptatie christendom):
Maatregelen treffen om de crissisen op vlak van veiligheid, rechtszekerheid, onzekerheid te doorstaan
- Wat gaat men organisatorisch doen? De tetrarchie invoeren = de keizerlijke macht wordt door 4
gedeeld – Men gaat 2 functies onderscheiden: Caesar/ Augustus – Zowel in het WR en het OR komen
deze 2 functies = 4
- Constantijn krijgt er al snel genoeg van en hij gaat dit terugschroeven door het keizerschap te gaan
versterken en het aura rond de figuur van de keizer sacraler te maken
- Ander aspect van de reorganisatie? Men probeert het rijk administratief te gaan organiseren door
verschillende bestuursniveaus te onderscheiden: prefecturen (4+2 (Rome/ Constantinopel) en deze
zijn verder opgedeeld in diocesen (14), provincies (114), civitates (regionale districten die bestuurd
werden vanuit stedelijke centra = civitates – Hierin zit de basis van city) – Heel doordacht, MAAR: Gaat
volledig verloren, maar in de Kerk niet – Vb. Diocees = synoniem voor bisdom – DUS: Een stuk van het
idee hoe men gaat besturen blijft doorgegeven worden
- Rol van religie gaat men heel sterk naar waarde schatten: Verschuiving van Romeinse goden 
tolerantie van Christendom
- Bureaucratisch systeem wordt georganiseerd met ambtenaren verdwijnt binnen de wereldlijke
politiek, maar binnen de kerk gaat dit doorleven

Belang van lokaal bestuur – Apsect van rijksorganisatie:
- Ook in het RR was lokaal bestuur van groot belang en niet enkel de grootrijksorganisatie
- Civitates waren zeer belangrijk in de organisatie van het openbare leven
- Binnen deze civitates had je een curia = Bestuursorgaan waarbinnen curiales functioneerden = deze
organiseerden het publieke leven op stedelijk niveau – Vb. Gaan de infrastructuur met persoonlijke
rijkdom financiëren
- Steden waren niet alleen handelscentra maar hier kwam ook de productie samen (!)
- Stedelijk niveau gaat vanaf de 5de eeuw achteruit samen met de rol van de curiae – Hoezo? Rol
Christendom: Tegen de heidense rijkdom + curiales waren minder interessant (imperialen!) + belang
nieuwe bestuurlijke administratie – Nieuwe titels: defensor (verdediger)/ comes (= graaf: had niks
meer te maken met de stedelijke elite maar wel met een lokale uitoefening van grootgrondbezit)

Belang van het leger en de grensverdediging:
- RR was een groot rijk en het leger vereist dus heel wat investeringen
- 2,5% van het BNP ging in deze periode naar de grensverdeding – 5% van de belastingen naar het leger
en de helft daarvan ging naar de grensverdediging – Hing samen met de hervorming van de
belastingen die door Diocletianus werd doorgevoerd




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elisaderop. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.71. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.71  3x  sold
  • (0)
  Add to cart