100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Woordenlijst neurofysiologie $3.71
Add to cart

Other

Woordenlijst neurofysiologie

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Woordenlijst van Neurofysiologie, veel van deze termen zijn belangrijk om te weten.

Preview 3 out of 20  pages

  • May 25, 2023
  • 20
  • 2022/2023
  • Other
  • Unknown
avatar-seller
Woordenlijst Neurofysiologie
A
A1: =BA41 = primaire auditieve cortex, In de temporale lobe van de hersenshors en bevat de
core, belt, en parabelt.

Abducens nucleus: Aansturen van laterale oog spieren in het VOR

Abnormale trichromaten: Hebben wel 3 kegeltjes als normaal maar met een andere
spectrale gevoeligheid

Accommodatie: De bolling van de lens bij oculomotor cues voor de perceptie van diepte

Achromaat: ~Kegelmonochromaat, heeft maar 1 soort kegel receptor en ziet enkel
grijswaarden

Acuïtieit: Precisie waarmee plaats van een stimuli bepaald kan worden (scherpte). Dit is
afhankelijk van grootte RV(recht evenredig) en het # receptieve velden (omgekeerd evenredig).
Grotere acuïteit bij veel kleine RV. Laterale inhibitie levert ook een bijdrage

Adaptatie: Als de grootte van de receptor potentiaal daalt bij een constante stimulus. Snelle
adaptatie (fasische receptoren ), detectie van voornamelijk een verschil in stimulus activiteit
waarna ze terugvallen naar grondtoestand vb. felle geur bij binnenkomen van een ruimte

Adequate stimulus: Energie die een specifieke receptor activeert

Affectieve empathy: Vermogen om gevoelens en emoties te delen ~ het spiegelsysteem

Afferente zenuwen: ~Sensorische zenuwen, input naar het CZS

Akinetopsia: Bewegingsblindheid, dorsale stroom letsel (bilateraal) in het MT complex.
Personen zien geen vloeiende bewegingen meer, vormen en kleuren is geen probleem

Alzheimer: Vorm van dementia waar eerst de mediale temporale gebieden worden aangetast
zoals de hippocampus

Ames room: Kamer met een schuine achterkant en een schuin dak waardoor het lijk dat de
ene persoon veel kleiner is dan de andere persoon

Amygdala: Amandelkern, deel van het limbisch systeem

Anterieure insula: Belangrijk gebied (voor het gustatieve systeem); perceptie van
smaak/discust, expressie van emoties, waarneming prikkels van het eigen lichaam, verzadiging
en zelfbeeld

Anterior: Vooraan



1

,Anterograde amnesie: Geen nieuwe herinneringen meet kunnen vormen na een trauma,
voornamelijk declaratief letsel

Anterolateraal systeem: Spino-thalamisch, grove tast-en drukzin, temperatuur en pijn
gevoeligheid en jeuk (pruritis)

AOB: Accessoire Bulbus Olfactorius, ontvangt info van VNO en stuurt deze naar amygdala en
verder naar thamalus, enkele bij dieren voor het detecteren van niet-vluchtige geurstoffen en
feromonen

Apraxie: Moeilijkheden met uitvoeren of uitbeelden complexe motorische taken

Arcuate fascicularis: Wittestof baan tussen gebied van Wernicke en Broca

Astereognosie: Problemen met herkennen van objecten dmv tast (terwijl tast-sensatie in
orde is)

Astrocyte: Gliacel die instaat voor het energie metabolisme, regulatie van synaps werking en
communicatie via calciumgolven

Ataxie: Beschadigen aan cerebellum met een verlies van coördinatie tot gevolg en
onsamenhangende bewegingen “dronkenmansloop”

Autosterogram: Herhaling van 2D patronen, wanneer met correcte convergentie wordt
gekeken zien linker- en rechteroog lichtjes verschillend beeld wat 3D perceptie tot gevolg heeft


B
Beeldafstand: De afstand tussen de lens en de retina, dit is een vast waarde per oog.

Betz cellen: Pyramidale cellen gelegen in de 5de laag van de primaire motor cortex, vormen de
corticospinale baan. Activeren rechtstreeks of onrechtstreek via interneuronen de α-MN

BG: Basale Ganglia

Bilatraal: Aan 2 kanten ( unilateraal)

Binoculaire dispariteit: Is het verschil tussen de hoeken waaronder het licht van een
object bij een stereoscopische waarneming in beide ogen of camera's valt. Dit verschil ontstaat
wanneer een object vanuit verschillende posities wordt bekeken. Uit de gevolgen van het niet
nul zijn van deze hoek, leiden de hersenen diepte-informatie af en ontstaat diepteperceptie.

Bionisch oog: Stimulatie op/onder retina (BMI. Fotogevoelig materiaal op netvlies plakken die
de fototransductie overnemen

Blauw scrotoma: Geen blauwe kegels in de fovea

BMI: Brain Machiene Interface, signalen lezen uit hersenen of signalen invoeren


2

, BO: Bulbus Olfactorius, bevat verschillende glomeruli en 2de orde neuronen; mijter en
pluimcellen. Laterale inhibitie door korrel/granuul cellen

BOLD response: Blood Oxygen Level Dependend response, door neuro vasculaire
koppeling

Broca afasie: Een motor afasie die resulteert in problemen met spraak prductie maar verstaan
wel nog goed. Laten vaak lidwoorden weg. Extreem voorbeeld is “Tan”

Broca: BA44 en BA45, frontaal in de hersenen

Brown-Séquard syndroom: Schade aan 1 helft van het ruggenmerg als gevolg van een
messteek of dergelijke.

Buitenoor: Akoestische functie het versterken van bepaalde lage frequenties


C
Capula: Gel structuur met cillia in het semicirculaire membraan

Cerebellum: Kleine hersenen, hemisferen controleren bewegingen van ipsilaterale kant

Cerebrale achromatopsia: Kleurenblindheid door letsel (beroerte of ziekte) (rond V4), gaat
vaak samen met een gedaalde vormperceptie

Cerebrum: Grote hersenen, hemisferen ontvangen sensaties en controleren bewegingen van
contralaterale kant

Change blindness: We hebben het heel moeilijk om een verandering meteen te zien bv. In
een foto gaat de schaduw weg.

Cingulate cortex: Spelen een rol in pijn receptie. Microstimulatie in dit gebied wordt
gebruikt voor de behandeling van epilepsie. Verder ook gevoel van blijheid tijdens stimulatie. Bij
ratten zouder er ook spiegelneuronen aanwezig zijn (pertubatie technieken met muscimol)

CIP: Congenital Insensitivity for Pain, aangeboren ongevoeligheid voor pijn door een mutatie
van SCN9A gen. Gen codeerd voor een onderdeel van Na-kanaal (NaV 1.7) dat veel voorkomt in
nociceptoren  geen pijnprikkelgeleiding

Cognitieve empathie: Vermogen om de gevoelens/emoties van een andere persoon te
begrijpen

Columnaire organisatie: Cellen in dezelfde richting liggen samen. Vb. Oriëntatie kolommen
in V1

Conceptcellen: Wat iets betekend voor een persoon, welke linken leg je zelf. Liggen in de
hippocampus




3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DCsss. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.71. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48072 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$3.71
  • (0)
Add to cart
Added