Geschiedenis kwantitatief onderzoek
Twee kapstokken: het dagelijks leven en de sociale (of natuur) wetenschappen
- Onderzoeker is kritischer:
o Accepteert een hypothese nooit als waar kan nooit bewezen worden
o Data verzamelen en zo laten zien dat die data consistent zijn met de hypothese
- Onderzoeker is systematischer en nauwkeuriger m.b.t. inferenties = ‘conclusie’/uitspraak
gebaseerd op verzamelde gegevens over iets algemener
o Bedacht voor wie hypothese geldt en in welke omstandigheden of situaties
- Onderzoeker heeft meer aandacht voor mogelijke biasen
- Onderzoeker gebruikt een scala aan methoden om informatie te verzamelen
- Sociaalwetenschappelijk onderzoek verschilt van de natuurwetenschappen in de mate waarin
de onderzoeksobjecten een actieve rol spelen in het onderzoek
o Onderzoekers komen reacties tegen, bedenken wat er gebeurd en nemen eigen
waarden en normen mee
Geschiedenis sociaal wetenschappelijk onderzoek (foto 1)
- Metafysica: niet-empirisch
- Prespositivisme: belang van observeren = descriptive
- Positivisme: belang manipuleren (ingrijpen)
- Postpositivisme (kwan.): belang meerdere waarheden/perspectieven die per persoon
verschillen
- Constructivisme (kwal.): voortbouwen op de perspectieven van participanten i.p.v. naar de
setting te komen met voorafgaande ideeën over hoe dingen werken
o Zoektocht naar algemene wetten is misleidend (ze zijn er niet) en gedoemd te
mislukken
o Focus op predictie en controle verkleint het vermogen van de wetenschap te
beschrijven en te verklaren = beperkend
o Kritiek positivisme:
Deterministisch = leggen hun wil op erkennen niet dat er meerdere
waarheden naast elkaar bestaan
Reductionistisch = proberen alles in getallen te vatten en stellen dat causale
relaties een kant op gaan en negeren zo het complexe samenspel van
wederzijdse invloeden
Egocentrsich = onderzoekers leggen hun persoonlijke realiteit op
Opdringerig en onnauwkeurig
- Moderne blik = mixed methods: empirisch onderzoeken en zo iets zeggen over de
werkelijkheid
o Methodologie: positivisme/post-positivisme gaat om rechtmatigheid ontdekken
o Proces: constructivisme oz’er dient participanten te respecteren, heeft eigen
waarden en dient rekening te houden met situationele factoren, verschillende
perspectieven, de impact van het handelen op participanten en ‘real-world settings’
o Indien verschillende methoden leiden tot convergentie: vergroot het vertrouwen in de
conclusie en het begrip van het te verklaren fenomeen
o Indien verschillende methoden leiden tot divergentie: het fenomeen verdient
kwalificatie/nuancering, als de onderzoeken elk betrouwbaar en valide zijn uitgevoerd
Hulpmiddelen voor support van naïeve hypothesen
- Logical analysis = onderzoeken of de syllogismen logisch consistent zijn met de hypothese
- Autoriteit: experts mening zien we als bewijs voor de hypothese
- Consensus (peers)
, 2
- Observation: vier problemen
1. De constructen in de hypothese hebben voor iedereen een andere betekenis
2. Kan moeilijk af te leiden zijn of het ene construct voor de ander gaat
3. Kunnen observeren bij een groep die niet representatief is voor de gehele
populatie
4. We zijn biased in het bepalen van relevante observaties
- Ervaringen uit het verleden: geheugen is biased
Kwalitatieve onderzoeksvormen
1. Narrative: participanten voorzien de onderzoeker van verhalen van belangrijke levensgebeurtenissen
- Beoordelaars coderen de data zo objectief mogelijk naar theoretische constructen
interbeoordelaarsbetrouwbaarheid
o Contentanalyse = extractie van de gewenste informatie uit een text a.d.h.v.
systematisch en objectief geïdentificeerde kenmerken van de tekst
- Informatie uit nieuw onderzoek of gearchiveerd materiaal
2. Focusgroep: meerdere participanten worden bij elkaar gebracht om een onderzoeksvraag te
bediscussiëren in een gestructureerde groepsinterview
3. Oral history: methode om levensverhalen te beschrijven (cultureel/geschiedkundig)
- Interviews worden meestal opgenomen, waarbij de opnamen en transcripties worden
bewaarde in archieven
- Verschillen met narratives:
o Narratives zijn korter (1-2 p.) en gaan over een specifieke gebeurtenis in iemands
leven
Oral history is langer (60-90 min., 15-20 pagina’s transcriptie) en beslaat een
groot gedeelte van iemands leven in de context van de historische gebeurtenis
o Bij narrative analysis worden de verhalen gecodeerd en kwantitatief geanalyseerd
Bij oral history vormt het verhaal vaak het eindproduct
4. Participantenobservatie (etnografie): onderzoekers gaan op in de levens van de participanten
- Negative case analysis = op zoek gaan naar gevallen die niet binnen de hypothese vallen en de
hypothese zo aanvallen, dat wel alle cases er binnen vallen
- De onderzoeker wordt onderdeel van de sociale groep die onderwerp van studie is neemt
deel aan de conversaties, de acties en het leven van de mensen die worden bestudeerd
o Moeilijkheid: onderzoeker moet integreren, maar ook terughoudend zijn en zo niks
beïnvloeden
Focusgroepen
Geschiedenis: Merton radioprogramma’s en films (Merton) om de mening van het publiek te
inventariseren
- Checken van één specifieke gebeurtenis of een zich herhalende gebeurtenissen
Doel: percepties, gevoelens, attitudes en ideeën uitlokken bij participanten over een (vantevoren)
bepaald onderwerp
- Ontwikkelen van hypothesen staat voorop, niet het testen van een bepaalde hypothese
Steekproefbepaling: (foto 2)
- Purposive sampling = steekproef lijkt (qua eigenschappen) het meest op de gehele populatie
o Generalisatie niet (goed) mogelijk
o Reken op bias rekruteer extreme of afwijkende, typische gevallen (stereotype),
gevallen met maximale variatie, kritische gevallen en politiek belangrijke of gevoelige
gevallen
- Geen convenience (gelegenheids) sampling
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ambie-1201. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.